Logo

Wat Silicon Valley goed doet – en Nederland nog steeds niet

De groei van het tech-ecosysteem vereist gedreven oprichters, minder fragmentatie en meer particulier kapitaal, aldus dealmaker Sander Arts.

Published on November 25, 2025

Sander Arts

Mauro verruilde Sardinië voor Eindhoven en volgt als GREEN+ expert de energietransitie. Hij vertelt data-gedreven verhalen en maakt series over duurzaamheid.

Het idee van de Amerikaanse droom leeft nog steeds, tot op zekere hoogte. Voor veel oprichters van startups is dat zeker het geval. Silicon Valley in Californië wordt algemeen beschouwd als de gouden standaard voor een innovatief ecosysteem, waar 's werelds grootste bedrijven ontstaan en grote hoeveelheden kapitaal naartoe stromen.

Ook Sander Arts woon daar: een Nederlandse marketeer, consultant en dealmaker. Hij begon zijn carrière bij Philips en stapte later over naar de toenmalige halfgeleiderdivisie NXP. Om nauwer contact met klanten te onderhouden, verhuisde hij naar Silicon Valley. Na nog een paar jaar voor de multinational te hebben gewerkt, startte hij negen jaar geleden zijn eigen adviesbureau.

Hij heeft over de jaren heen meer dan 40 bedrijven geholpen hun activiteiten uit te breiden en de Amerikaanse markt te betreden. Dat deed hij in sectoren als kwantumtechnologie, AI en halfgeleiders. Ook was hij betrokken bij grote overnames, waaronder die van Intrinsic ID door Synopsys en van Wevolver door Siemens. "Ik vind mijn werk erg leuk omdat ik voortdurend met allerlei verschillende dingen in aanraking kom. Ik vind het fijn dat ik mensen echt kan helpen succesvol te zijn."

In deze nieuwe aflevering van Waarom we falen spraken we met hem over het Nederlandse en Amerikaanse innovatie-ecosysteem. Wat kunnen Nederland en Europa leren?

Waarom we falen - de worstelingen van het Nederlandse startup-ecosysteem
Serie

Waarom we falen - de worstelingen van het startup-ecosysteem

Techleap's State of Dutch Tech 2025 laat een tweedeling zien: meer scale-ups, maar minder nieuwe startups hebben € 100.000+ aan financiering binnengehaald. Grotere bedrijven en scale-ups verhuizen – vaak naar de VS – op zoek naar kapitaal en groei.

Waardeverlies

Volgens Arts is het de afgelopen jaren niet moeilijk geweest om startkapitaal te vinden. Problemen ontstaan pas wanneer een bedrijf wil opschalen. “Voor een Serie A of B – €30 tot 50 miljoen – is er in Europa bijna niemand die zulke bedragen investeert. Dan stappen Amerikaanse investeerders in, en vertrekt het eigendom én de waarde uit Europa.”

In Silicon Valley speelt particulier durfkapitaal de hoofdrol. “In de VS wordt overheidsfinanciering als tweederangs gezien,” legt hij uit. “Wie wereldwijd geloofwaardig wil zijn, heeft commercieel kapitaal nodig – mensen die zelf ook een belang hebben.” Hij noemt Axelera AI, een Nederlandse AI-chipstartup, als een zeldzaam succes. Het bedrijf haalde al vroeg flinke particuliere investeringen op, waardoor het kon opschalen zonder afhankelijk te zijn van overheidssubsidies.

De meeste Europese startups falen of moeten hun bedrijf aan Amerikaanse investeerders verkopen. “Wie in de VS geld ophaalt, geeft het grootste deel van het eigendom aan de VS,” zegt Arts. “Bij een exit gaat het geld niet terug naar Europa, maar naar Amerikaanse investeerders.”

Fragmentatie: een nadeel voor het Nederlandse ecosysteem

Arts ziet fragmentatie ook als een nadeel voor de groei van het Nederlandse startup-ecosysteem. “Er zijn te veel organisaties – Invest-NL, regionale fondsen, incubators – die allemaal strijden om relevantie. Niemand bundelt de krachten om iets op te bouwen wereldwijd.”

Deze fragmentatie geldt ook voor bedrijven. “Het zou veel logischer zijn om individuele inspanningen te bundelen. In de regio Delft is bijvoorbeeld een handvol bedrijven actief die allemaal werken aan de bouw van componenten voor kwantumcomputers. Commercieel gezien zou het beter zijn om ze samen te voegen tot één entiteit, wat later zou kunnen resulteren in een exit van miljarden dollars. Er is een gebrek aan mensen met deze visie.”

Daarnaast is er sprake van overregulering. Volgens de consultant kan bureaucratie een struikelblok zijn voor bedrijven die willen groeien in het Europese en Nederlandse ecosysteem.

Ambitieuze, gepassioneerde oprichters

Achter het succes van een start-up schuilt de gedrevenheid van zijn oprichters. Arts herkent vergelijkbare patronen bij succesvolle ondernemers. Ze signaleren een reëel probleem en bedenken een idee om die uitdaging op te lossen, waarna ze een team van toegewijde mensen samenstellen om die uitdaging aan te gaan.

De passie en het lef om zich volledig aan die onderneming te wijden, maken uiteindelijk het verschil. Het geloof dat de oplossing kan leiden tot belangrijke maatschappelijke veranderingen, is de drijfveer die hen motiveert.

“Oprichters als Fabrizio en Pim [Fabrizio Del Maffeo, ceo van Axelera AI, en Pim Tuyls, ceo van Intrinsic ID, red.] zagen een probleem en richtten een bedrijf op om dat op te lossen”, aldus Arts. “Ze hadden de passie, het uithoudingsvermogen en de moed om zich voor de lange termijn in te zetten. Dat is wat Europa nodig heeft.”

Mindsetprobleem: risicoaversie en zelfgenoegzaamheid

Arts benadrukt ook dat de culturele mindset in Europa – risico-avers, zelfgenoegzaam en weinig tolerant voor mislukkingen – schadelijk kan zijn. “In Europa wil men een groot stuk van een kleine taart,” zegt hij. “In Silicon Valley pakken ze een klein stukje van een enorme taart – en dat is het verschil.”

Hij noemt Nederland als voorbeeld. “Nederlandse oprichters zijn bang om te falen”, zei hij. “Ze werken drie dagen per week, nemen een maand lang vakantie. Maar als je de wereld wilt veranderen, kun je niet drie dagen per week werken.”

In Silicon Valley is het motto: “faal snel, leer snel”. “In de VS is falen een eer,” zegt hij. “In Europa is het een stigma.” Hij waarschuwt dat die mentaliteit innovatie remt. “Je kunt geen wereldwijd bedrijf opbouwen zonder risico’s te durven nemen,” zegt hij. “Europa heeft oprichters nodig die hongerig, ambitieus en bereid zijn door het vuur te gaan om te slagen.”