Clusters: de motoren achter Europa's groene en digitale transitie
Jan-Philipp Kramer (ECCP) legt uit hoe clusterorganisaties bijdragen aan concurrentiekracht, innovatie en veerkracht, vooral in Brabant.
Published on April 12, 2025

Jan-Philipp Kramer © Bram Saeys
Medeoprichter van Media52 en hoogleraar Journalistiek, bouwt aan IO+, events en Laio, met focus op commerciële kansen—en blijft schrijven voor IO+.
Waarom zijn clusterorganisaties belangrijk? Omdat ze regio’s concurrerender maken, innovatie versnellen en essentieel zijn voor de groene en digitale transformatie van Europa. Dat was de kernboodschap van Jan-Philipp Kramer, lid van het European Cluster Collaboration Platform (ECCP) en Partner van onderzoeksbureau Consultancy Prognos AG., tijdens zijn keynote op het Clusters Meet Regions-event in Eindhoven. Met data en inzichten liet Kramer zien hoe strategisch belangrijk clusters zijn, zeker in topregio’s zoals Noord-Brabant.
Een concurrerende regio met diepe hightech-wortels
Om context te bieden, gaf Kramer eerst een schets van het economische profiel van Noord-Brabant. “Met een bbp per hoofd van meer dan €52.000 - ruim boven het EU-gemiddelde van €38.000 - en goed voor 20% van de Nederlandse export met slechts 14% van de bevolking, laat deze regio zien dat ze boven haar gewichtsklasse presteert.” Dat de provincie op nummer 4 staat in de Regional Innovation Scoreboard is daarvan het bewijs.
De hightechsector is daarbij een drijvende kracht. Tussen 2015 en 2021 verdubbelde de hightechexport van €14 miljard naar €28 miljard. Dit komt vooral door specialisatie in sectoren als fotonica, robotica, halfgeleiders en geavanceerde maakindustrie. “Zo’n groei komt niet uit de lucht vallen,” aldus Kramer. “Het is het resultaat van geconcentreerde expertise en innovatiekracht.”

Brabantse Innovatiedag in Tokio: Overbrugging van innovatie in duurzame elektronica en geïntegreerde fotonica
In een tijdperk van snelle vooruitgang in AI en grote vraag naar hightech oplossingen, laat het Brabant-Tokio event zien dat er geen AI is zonder fotonica.
‘Endogeen potentieel’
Volgens Kramer draait clusterontwikkeling om het benutten van ‘endogeen potentieel’: lokale sterktes, talent en middelen. De innovatiekracht van Noord-Brabant onderstreept dit: de regio scoort hoog op de EU Regional Innovation Scoreboard, met name op het gebied van intellectueel eigendom. “Van patenten tot handelsmerken en designrechten: de hele innovatieketen van lab tot markt tot bescherming is hier goed ingericht,” zei hij.
Toch zijn er ook verbeterpunten. “Als ik er één zou moeten noemen,” voegde Kramer toe, “dan is het het aantal internationale wetenschappelijke coproducties. Daar is nog ruimte om beter aan te haken bij wereldwijde kennisnetwerken.”
Clusters als regisseurs van verandering
Vervolgens kwam Kramer bij het hoofdonderwerp: clusters. Op dit moment zijn er 32 Nederlandse clusterorganisaties geregistreerd op het ECCP-platform, waarvan negen afkomstig zijn uit Noord-Brabant. Ze vertegenwoordigen belangrijke industriële ecosystemen zoals gezondheid, agrofood, energie-intensieve industrieën, elektronica en digitale technologie.

Jan-Philipp Kramer © Bram Saeys
“Deze organisaties zijn niet alleen symbolisch belangrijk. Ze hebben echte invloed,” aldus Kramer. “Ze verbinden bedrijven met kennisinstellingen en beleidsmakers. Ze faciliteren internationalisering en verspreiden kennis naar de industrie. Kortom, ze zijn regisseurs van verandering.”
Hij benadrukte dat sterke clusters zowel intern goed georganiseerd moeten zijn - met clustermanagers en ecosysteemontwerpers - als een stevig ledennetwerk moeten hebben. “En dat is precies wat we hier zien: middelgrote en grote clusters met brede netwerken en actieve partnerschappen.”
Waarom clusters concurrentiekracht stimuleren
Kramer presenteerde recente onderzoeksresultaten, deels uit het recent gepubliceerde EU Cluster Panorama Report 2024, die aantonen dat clusters sterk samenhangen met regionale concurrentiekracht. “De duidelijkste link zien we met investeringen in R&D door bedrijven,” zei hij. “Waar clusters actief zijn, investeren bedrijven meer in onderzoek en ontwikkeling. We zien ook positieve verbanden met startups en beschikbaarheid van technisch en wetenschappelijk personeel.”

Clusters als motoren van innovatie: Leuvens model wijst de weg
Tijdens het Clusters meet Regions-event benadrukte Koenraad Debackere (KU Leuven) het belang van wetenschap, ondernemerschap en kapitaal.
“Zelfs indicatoren zoals bbp per hoofd en arbeidsproductiviteit liggen vaak hoger in regio’s met sterke clusters. Deze organisaties leveren tastbare economische waarde.”
Versnelling van de dubbele transitie
In het kader van de twin transition - groen én digitaal - benadrukte Kramer de rol van clusters. Aan de digitale kant zijn er duidelijke verbanden met indicatoren zoals de bijdrage van ICT aan de economie en digitale patenten. Voor groene transitie helpen clusters bij het vormgeven van industriële strategieën rond thema’s als energietransitie, grondstoffen, circulariteit en klimaatbestendigheid.
“Deze maatschappelijke uitdagingen vragen om systeembenadering en samenwerking. Clusterorganisaties zijn bij uitstek geschikt om industrie, wetenschap en beleid te verbinden,” aldus Kramer.

Jan-Philipp Kramer © Bram Saeys
Internationalisering en de interne markt
Clusterorganisaties fungeren ook als brug naar internationale markten. Kramer verwees naar ECCP-programma’s zoals European Cluster Partnerships for Internationalisation (ECP4i) en Euroclusters, die grensoverschrijdende samenwerking bevorderen. “MKB’s die deel uitmaken van clusters presteren beter op exportgebied dan bedrijven die dat niet zijn,” zei hij.
Noord-Brabant speelt ook hier een voortrekkersrol: “Tien clusterdeelnames in zeventien Eurocluster-projecten laten zien dat deze regio koploper is in Europese samenwerking,” aldus Kramer. Onderwerpen variëren van halfgeleiders tot sportinnovatie.
Slimme specialisaties en cocreatie
Tot slot onderstreepte Kramer het belang van Smart Specialization Strategies (S3), waarin industrie actief meedoet aan het vormgeven van regionaal innovatiebeleid. “Clusterorganisaties zijn ideale partners om deze strategieën uit te voeren: ze begrijpen zowel de markt als de wetenschap,” zei hij.
In Noord-Brabant sluiten de gekozen S3-thema’s - energietransitie, voedsel, circulaire economie, gezondheid, AI - naadloos aan bij de actieve clusters in de regio. “Deze afstemming tussen beleid en praktijk is precies wat transformatie mogelijk maakt.”
Clusters zijn meer dan een modewoord, besloot Kramer. “Ze vormen het bindweefsel in het Europese verhaal van innovatie en concurrentiekracht. Als we echt willen leiden in de groene en digitale transitie, dan moeten sterke, goed ondersteunde clusters centraal staan in de strategie.”

Innovatiecorridors: Europese samenwerking duldt geen uitstel
Kristina Karanikolova (TNO) roept op tot structurele partnerschappen om Europa concurrerend te houden.