Clusters als motoren van innovatie: Leuvens model wijst de weg
Tijdens het Clusters meet Regions-event benadrukte Koenraad Debackere (KU Leuven) het belang van wetenschap, ondernemerschap en kapitaal.
Published on April 7, 2025

Koenraad Debackere, © Bram Saeys
Medeoprichter van Media52 en hoogleraar Journalistiek, bouwt aan IO+, events en Laio, met focus op commerciële kansen—en blijft schrijven voor IO+.
“Wetenschap is een cruciale basis,” begon Koenraad Debackere, uitvoerend directeur van KU Leuven Research & Development, zijn keynote op het Clusters meet Regions-evenement in Eindhoven. “En wetenschap, dat zijn niet alleen universiteiten. Dat zijn ook R&D-intensieve startups. Dat zijn R&D-intensieve bedrijven. Het is het hele ecosysteem.”
Debackere, tevens vicevoorzitter van Leuven MindGate, putte uit decennia ervaring met het opbouwen van een van Europa’s meest dynamische innovatie-ecosystemen. Zijn boodschap was zowel pragmatisch als ambitieus: clusters zijn cruciaal, en ze moeten bewust en gezamenlijk worden opgebouwd, met een lange adem.
Een Europese manier van clusteren
Toen hij na een verblijf in de VS terugkeerde naar Europa, vielen de verschillen in ecosysteemontwikkeling hem meteen op. “In Boston zorgt de omgeving vanzelf voor alles wat je doet binnen zo’n clusterorganisatie,” vertelde hij. “Maar Europa is anders. En vandaag mogen we blij zijn dat we anders zijn.”
Die trots zit in het vermogen van Europa om verbindingen te leggen, niet alleen binnen clusters, maar ook tussen clusters. “Clusters moeten met elkaar verbonden zijn,” benadrukte hij. “Want geen enkele regio heeft alles in huis. Complementariteit is de sleutel.”
Dat principe komt tot uiting in initiatieven als de Eindhoven-Leuven-Aken-driehoek, een grensoverschrijdende samenwerking die al twintig jaar bestaat. “Die wordt alleen maar belangrijker, zeker gezien de samenwerking die tussen clusters nodig is.”

TU Eindhoven en KU Leuven gaan stevige semicon-samenwerking aan
"Een goede positie in de mondiale halfgeleidersector is cruciaal voor onze strategische autonomie, ons verdienvermogen en het oplossen van maatschappelijke uitdagingen", zegt rector Silvia Lenaerts.
Cognitieve spillovers en ondernemende wetenschap
Debackere haalde het begrip “cognitieve spillovers” aan: de wederzijdse verrijking die ontstaat wanneer wetenschap en bedrijfsleven met elkaar samenwerken. “Als we wetenschap en business met elkaar verbinden - en dat is precies wat een clusterorganisatie moet doen - gaat het niet alleen om het organiseren van onderzoek,” zei hij. “Het gaat om het creëren van cognitieve spillovers die zowel de wetenschap als de innovatie versterken.”
Onderzoek toont aan dat universitaire onderzoeksgroepen die samenwerken met het bedrijfsleven beter presteren. “Zeker op terreinen als technologie, engineering en elektronica,” aldus Debackere. Die les is al jarenlang richtinggevend in Leuven.
“Clusters zijn essentieel om wetenschappers en ondernemers met elkaar in contact te brengen, formeel én informeel. Daarom organiseren we bij Leuven MindGate regelmatig ontmoetingen. We zoeken naar ondernemende wetenschappers én ondernemende bedrijven. Ondernemerschap is de kritische schakel.”
Infrastructuur, kapitaal en intellectueel eigendom
Maar wetenschap en ondernemerschap zijn niet genoeg. “Clusters zijn digitaal én fysiek,” zei Debackere. “Je hebt nabijheid nodig. Labruimte, kantoorruimte, vergaderruimte, incubatorruimte; het moet allemaal samenkomen.”
Kapitaal is een andere essentiële pijler. “We kijken vaak naar de overheid voor subsidies, maar wat echt telt is dat je aantrekkelijk wordt voor durfkapitaal en investeerders.” In Leuven is dat gelukt: in 25 jaar tijd zijn er meer dan twintig private equity- en VC-fondsen gevestigd.
Daarbij hoort ook aandacht voor intellectueel eigendom. “Het gaat allang niet meer alleen om patenten,” legde Debackere uit. “Het gaat ook om auteursrechten, om data-eigendom, om hoe je met IP omgaat in het tijdperk van AI en data-innovatie.”

Koenraad Debackere, KU Leuven © Bram Saeys
Het talentvraagstuk
Het thema dat Debackere het meest gepassioneerd besprak, was talent. “Talent, talent, talent,” zei hij. “Hoe trek je jonge, slimme, ondernemende mensen aan? Hoe houd je ervaren professionals vast? Hoe krijg je serie-ondernemers naar je regio?”
Ook hier is het ecosysteem cruciaal. “Als je cluster dynamisch en verbonden is, dan komt het talent vanzelf. Maar je moet ook ruimte maken voor studenten. Vijftien jaar geleden beseften we in Leuven dat studenten onze meest onderbenutte bron waren.”
Dat leidde tot initiatieven als Academics for Companies, waar studenten lokale bedrijven adviseren, en Academics for Development, waarin ingenieursstudenten startups helpen met prototypes. “Het draait om gemeenschappen bouwen van studenten, ondernemers en wetenschappers,” zei Debackere. “Zo groeit een cluster.”
Van wetenschap naar markt - en terug
Uiteindelijk worden clusters beoordeeld op hun resultaten. “Een wetenschappelijk artikel geeft aan dat er kennis wordt ontwikkeld,” erkende Debackere. “Maar een product op de markt, dat is de echte test.”
Leuven heeft daarin een indrukwekkend trackrecord, met spinoffs en spinouts in sectoren als halfgeleiders, biotech, medische technologie en cybersecurity. “Het gaat niet alleen om het starten van bedrijven,” voegde hij toe. “Het gaat ook om het opschalen ervan. Dat is waar Europese concurrentiekracht vandaan komt.”
Cross-cluster samenwerking: de volgende stap
Tot slot riep Debackere Europese regio’s op om over hun grenzen heen te kijken. “We komen uit een tijd van grote corporate R&D-campussen. Maar vandaag leven we in een netwerkmaatschappij waarin clusters met elkaar verbonden moeten zijn.”
Hij verwees naar een recente MIT-studie over het belang van het sluiten van ketens en waardenetwerken via samenwerking tussen clusters. “Je hebt klinische expertise nodig uit Leiden, cardiovasculair onderzoek uit Maastricht. Je hebt onderdelen nodig uit de ene regio en systeemintegratie uit de andere. Daar ligt de kracht van Europa—als we de verbinding leggen.”
Met een citaat van de Franse dichter Paul Morin sloot hij af: “Le temps n’accepte pas ce qui se fait sans lui.” Vrij vertaald: tijd aanvaardt niets wat zonder tijd wordt gedaan. “Laat je niet frustreren,” adviseerde Debackere. “Neem de lange termijn als uitgangspunt. Zo bouw je ecosystemen die blijven.”