Tata Steel's groene transitie: Droom of doolhof?
De politiek dringt aan op snelle subsidie om het noodlijdende Tata Steel te redden en te vergroenen. Maar is Tata nog te redden?
Published on December 9, 2024
Richtte in 2015 samen met Bart E52 op. Vond dat de journalistiek moest inspelen op AI; onze AI-tool Laio komt van zijn hand. Maakt zich graag boos over waterstof, mobiliteit en het ov, en schrijft daar columns over.
Tata Steel IJmuiden staat op het punt van een ambitieuze transformatie: de overstap van kolen naar waterstof in hun hoogovenprocessen, een sprongetje richting groen staal. Maar achter deze toekomstvisie schuilt een doolhof van problemen die de droom snel kunnen doen vervagen. De staalmarkt is verzadigd, energie in Nederland is duurder dan ooit, en groene waterstof is vrijwel onbereikbaar. Het verouderde hoogovenproces is een molensteen om de nek van het bedrijf, en de kosten voor de noodzakelijke transitie rijzen de pan uit. Terwijl Tata Steel zich in steeds complexere beleidsdossiers en subsidieaanvragen vastbijt, houdt men met een schuin oog de ontwikkelingen in China in de gaten, waar nieuwe technologieën de productiviteit verhogen en de uitstoot verlagen. De vraag is niet of Tata Steel subsidies kan krijgen, maar of deze steun meer zal zijn dan uitstel van executie voor Tata Steel.
Het Chinese spook aan de horizon
Terwijl Tata Steel worstelt met plannen voor een waterstoftransitie, heeft China een revolutionaire doorbraak bereikt in staalproductie. Chinese onderzoekers onder leiding van Professor Zhang Wenhai hebben een proces ontwikkeld dat de productietijd van ijzer terugbrengt van 6 uur naar slechts 3 tot 6 seconden. Deze 'flash ironmaking' technologie, die gebruik maakt van een geavanceerd vortex lance systeem, kan 450 ton ijzererts per uur verwerken. Dit resulteert in een jaarlijkse productiecapaciteit van 7,11 miljoen ton ijzer - vergelijkbaar met de huidige productie van Tata Steel IJmuiden. Het cruciale verschil? De Chinese methode verbetert de energie-efficiëntie met meer dan een derde en elimineert de behoefte aan kolen. Nog belangrijker is dat deze technologie goed werkt met laag- en middelwaardige ertsen die in China zelf ruim voorhanden zijn. Dit staat in schril contrast met het verouderde hoogovenproces van Tata Steel, dat afhankelijk is van hoogwaardig erts dat van ver moet worden aangevoerd. De Chinese innovatie is geen laboratoriumdroom - de vortex lance is al in commerciële productie, met een slagingspercentage van 80% voor pilot-geteste technologieën. Deze ontwikkeling onderstreept hoe Tata Steel niet alleen worstelt met de transitie naar waterstof, maar ook het risico loopt technologisch achterop te raken in een snel veranderende wereldmarkt.
De waterstofmythe
De belofte van groene waterstof als redding voor de staalindustrie blijkt vooralsnog een luchtspiegeling. In 2023 was een schokkende 99% van de Europese waterstofproductie 'grijs' - geproduceerd uit fossiele brandstoffen. Slechts 0,4% kwam uit schone elektrolyse. De totale waterstofproductiecapaciteit in Europa bedroeg 10,8 miljoen ton per jaar, waarvan de elektrolysecapaciteit voor groene waterstof een magere 44.000 ton betrof. Voor Tata Steel's ambitieuze plannen is dit volstrekt ontoereikend. De productiekosten van groen waterstof in Nederland worden geraamd op meer dan 13 euro per kilo, terwijl concurrerende prijzen voor waterstof 2 euro per kilo moeten zijn volgens experts in de staalindustrie. Deze realiteit maakt de waterstoftransitie voor Tata Steel financieel onhaalbaar zonder permanente energiesubsidies van ten minste 1,5 miljard euro per jaar, zo stellen Ines Kostić en Christine Teunissen van de PvdD in Kamervragen. Het produceren van groen staal kost in Nederland bijna 800 miljoen euro meer aan elektriciteit per jaar dan in bijvoorbeeld Spanje. Deze cijfers tonen aan dat de waterstoftransitie, hoe nobel ook, dreigt uit te monden in een financieel moeras waaruit zelfs staatssteun Tata Steel niet kan redden.
De valse belofte van waterstof: waarom de ‘groene’ waterstofeconomie nog steeds grijs is
Waterstof wordt vaak gepresenteerd als dé oplossing voor de energietransitie, maar de realiteit is minder rooskleurig. Merien beargumenteert waarom de waterstofeconomie lang niet zo groen is als beloofd.
De financiële afgrond
De financiële situatie van Tata Steel Nederland is alarmerend. Het bedrijf leed vorig jaar een verlies van 743 miljoen euro voor belastingen. Op 31 maart 2024 had Tata Steel Nederland nog maar 104 miljoen euro aan banksaldo, equivalent aan ongeveer 1-2 maanden personeelskosten. Sinds de overname van de staalfabriek in IJmuiden heeft het bedrijf geen kapitaalinjectie of investering van het moederbedrijf ontvangen. De vraag naar staal in Europa daalde vorig jaar met 10%, wat leidde tot een stilstand van 20% van de hoogovens in Europa. Het aandeel van energieprijzen in de totale kosten van staalproductie zou bij de overstap naar groen staal stijgen van 20% naar 50%. De jaarlijkse elektriciteitsbehoefte voor een productie van 7 miljoen ton staal is ongeveer 18,3 terawattuur - een derde van de totale Nederlandse duurzame energieproductie in 2023. Deze cijfers schetsen het beeld van een bedrijf dat zonder massieve staatssteun geen toekomst heeft in Nederland. De vraag rijst of het verstandig is miljarden aan belastinggeld te investeren in een bedrijf dat zelf niet wil of kan investeren in zijn toekomst.
De onvermijdelijke conclusie
Terwijl de Nederlandse overheid onderhandelt over maatwerkafspraken en subsidies, wijzen alle indicatoren dezelfde kant op: staalproductie in Nederland wordt economisch onhoudbaar. De combinatie van hoge energiekosten, gebrek aan groene waterstof, verouderde technologie en internationale concurrentie maakt de toekomst van Tata Steel IJmuiden uiterst onzeker. China's technologische doorbraak demonstreert hoe de wereldwijde staalindustrie zich ontwikkelt, terwijl Tata Steel vast zit in een kostbaar transitieproces dat mogelijk nooit rendabel wordt. De productiekosten van groen staal zullen in Nederland structureel hoger blijven dan in landen met goedkopere duurzame energie. Het verschuiven van de productie naar regio's met betere voorwaarden voor groene staalproductie lijkt onvermijdelijk. De vraag is niet óf, maar wanneer deze realiteit wordt erkend. Voor de 9.000 werknemers is er enig perspectief: historische data toont aan dat 80% van industriële werknemers binnen vijf maanden nieuw werk vindt. De conclusie is onvermijdelijk: de combinatie van economische, technologische en energetische factoren maakt de toekomst van grootschalige staalproductie in IJmuiden onhoudbaar, ongeacht de hoogte van de staatssteun.