De valse belofte van waterstof: waarom de ‘groene’ waterstofeconomie nog steeds grijs is
Waterstof wordt vaak gepresenteerd als dé oplossing voor de energietransitie, maar de realiteit is minder rooskleurig. Merien beargumenteert waarom de waterstofeconomie lang niet zo groen is als beloofd.
Published on December 7, 2024
Richtte in 2015 samen met Bart E52 op. Vond dat de journalistiek moest inspelen op AI; onze AI-tool Laio komt van zijn hand. Maakt zich graag boos over waterstof, mobiliteit en het ov, en schrijft daar columns over.
Maar liefst 99% van de waterstof in Europa wordt nog steeds geproduceerd uit fossiele brandstoffen, beter bekend als ‘grijze’ waterstof. Toch blijven initiatieven zoals Missie H2 – gesteund door Shell en Gasunie – spreken over een groene waterstofeconomie. In 2023 kwam slechts 0,4% van de waterstofproductie uit schone elektrolyse. Ondertussen stoot de wereldwijde waterstofproductie meer CO2 uit dan de gehele luchtvaartindustrie. Dit patroon is niet nieuw: al in 1997 beloofde Daimler-Benz 100.000 waterstofauto’s tegen 2005, een belofte die nooit werd waargemaakt. 30 jaar later proberen fossiele bedrijven opnieuw hun bedrijfsmodel te vergroenen met ambitieuze maar onrealistische claims over waterstof.
Grijze waterstof: de harde cijfers achter de productie
De realiteit van waterstofproductie in Europa is onthutsend. In 2023 was de totale waterstofproductiecapaciteit 10,8 Mt per jaar, waarvan een schokkende 95,5% gebaseerd was op fossiele brandstoffen. De elektrolysecapaciteit voor groene waterstof bedroeg slechts 44.000 ton per jaar, wat neerkomt op 0,4% van de totale productie. Deze cijfers tonen aan dat de huidige waterstofeconomie volledig draait op 'grijze' waterstof. De vraag naar waterstof in Europa bedroeg 7,9 Mt in 2023, een daling van 3% ten opzichte van 2022 en zelfs 15% minder dan in 2020. Deze waterstof wordt voornamelijk gebruikt in de industrie, met de raffinagesector als grootste verbruiker (58%). Duitsland, Nederland en Polen zijn samen verantwoordelijk voor 41,5% van de totale waterstofconsumptie. Deze cijfers laten zien dat er al een enorme bestaande waterstofmarkt is, die momenteel bijna volledig afhankelijk is van fossiele brandstoffen voor productie. Op dit moment stoot de waterstofproductie meer CO2 uit dan de gehele luchtvaartindustrie.
Investering van de maand: Zepp.solutions bouwde al aan waterstofcelfabriek en kan bedrijf nu verder uitbreiden
Elke maand zetten we één startup of bedrijf dat in die maand een investering ontving, in het zonnetje. Deze maand: zepp.solutions.
Waarom waterstoftransport een duurzaamheidsillusie blijft
Terwijl organisaties als Missie H2 dromen van een waterstoftoekomst in transport en andere nieuwe waterstoftoepassingen, blijft de realiteit ver achter. Eind 2023 waren er in heel Europa slechts 5.939 waterstofvoertuigen geregistreerd. De totale waterstofconsumptie in de mobiliteitssector bedroeg ongeveer 5.000 ton in 2023, een verwaarloosbare fractie van de totale waterstofconsumptie. Zelfs grote spelers in de transportsector zien de beperkingen van waterstof. Scania, een toonaangevende vrachtwagenfabrikant, heeft alle ontwikkeling van waterstofvoertuigen gestopt. Hun argumentatie is helder: waterstofvoertuigen verbruiken drie keer meer hernieuwbare elektriciteit dan direct elektrische alternatieven. Dit komt door de enorme energieverliezen bij de productie en distributie van waterstof. Deze inefficiëntie maakt waterstof een onlogische keuze voor transport, vooral gezien de schaarse beschikbaarheid van groene stroom.
De onvervulde beloftes van de waterstofindustrie
De beloftes over waterstof zijn niet nieuw. In 1997 investeerde Daimler-Benz fors in waterstoftechnologie, met grootse plannen om vanaf 2005 jaarlijks 100.000 brandstofcelmotoren te produceren. Deze belofte werd nooit waargemaakt. Nu, 27 jaar later, zien we dezelfde patronen. De EU-doelstelling voor waterelektrolysecapaciteit van 6 GW tegen 2024 zal niet worden gehaald. Van de aangekondigde schone waterstofprojecten in Europa is slechts 4% daadwerkelijk in aanbouw. De grootste operationele waterelektrolyser in Europa heeft een bescheiden capaciteit van 24 MW. Deze geschiedenis van niet-nagekomen beloftes zou een waarschuwing moeten zijn voor de huidige grootse plannen van organisaties als Missie H2, die gedreven worden door fossiele belanghebbenden als Shell en Gasunie.
Hoe ziet een realistische, duurzame toekomst er wél uit?
De weg vooruit is duidelijk: focus op het vergroenen van de bestaande waterstofvraag in plaats van het creëren van nieuwe toepassingen. De industrie gebruikt nu al 7,9 Mt waterstof per jaar, voornamelijk in raffinage en chemische processen. Deze vraag bestaat al en heeft een bestaande infrastructuur. Volgens de EU-regelgeving moeten lidstaten ervoor zorgen dat tegen 2030 ten minste 42% van hun industriële waterstofconsumptie bestaat uit hernieuwbare waterstof. Dit is al een enorme uitdaging, gezien de huidige 0,4% groene productie. Het uitbreiden van de vraag naar waterstof voor nieuwe toepassingen, zoals transport, is daarom contraproductief. Het leidt af van de werkelijke uitdaging: het verduurzamen van de bestaande waterstofproductie. Organisaties als Missie H2 zouden zich moeten richten op deze transitie in plaats van het promoten van nieuwe toepassingen die de vraag naar waterstof alleen maar vergroten.