Logo

EU klimaatplan 2040: ambitieus, maar met uitwijkmogelijkheden

De EU wil uitstoot van broeikasgassen in 2040 met 90% verminderen, maar dit kan deels buiten Europa worden gerealiseerd via carbon credits.

Published on July 2, 2025

waalhaven-rotterdam-2975676_1280.jpg

Als hoofdredacteur is Aafke verantwoordelijk voor de artikelen en eventcontent, maar ze schrijft ook graag zelf. Ze maakt complexe zaken toegankelijk en vertelt de verhalen achter technologie.

In 2040 moet de uitstoot met 90% verminderd zijn ten opzichte van nu. Maar, dat kan ook gehaald worden door carbon credits buiten Europa af te kopen. Het nieuwe, controversiële klimaatvoorstel moet landen zoals Polen en Frankrijk tevreden stellen, die worstelen met ambitieuze milieuplannen. Eurocommissaris Wopke Hoekstra lobbyde ijverig voor de flexibiliteit, waarbij tot 3% van de reducerende maatregelen door internationale carbon credits mag worden ingevuld. Deze maatregel zou, in theorie, kunnen leiden tot een extra CO2-uitstoot die is vergelijkbaar met de huidige uitstoot van Nederland per jaar. Critici, zoals de Europese Wetenschappelijke Adviesraad, beweren echter dat dit de geloofwaardigheid van de EU zou ondermijnen. Wat betekent deze toename aan flexibiliteit voor de werkelijke impact op klimaatneutraliteit?

Verdeelde meningen

De presentatie van het nieuwe klimaatdoel van de EU heeft geleid tot verdeeldheid binnen Europa. Met name Polen, Italië, Hongarije, Tsjechië en Slowakije waren aanvankelijk terughoudend vanwege hun economische en politieke belangen. Hoekstra moest laveren tussen de eisen van verschillende lidstaten door een 'geitenpaadje' aan te bieden: landen mogen een deel van hun CO2-uitstoot compenseren buiten de EU via carbon credits. Dit heeft geleid tot controverse, aangezien het gerechtvaardigd lijkt te zijn dat landen inspanningen verplaatsen naar regio's met minder strenge milieuwetten. Het debat blijft hevig binnen de EU-top, met nadrukkelijke standpunten van zowel voor- als tegenstanders.

Impact van carbon credits

De introductie van carbon credits als alternatief voor directe emissiereducties binnen Europa heeft geleid tot discussies over de echte impact op de klimaatdoelstellingen. Hoewel de flexibiliteit bedoeld is om economische groei te verenigen met milieudoelstellingen, kan het ook betekenen dat de werkelijke reducties niet in Europa plaatsvinden, maar elders. De EU suggereert een limiet van 3% voor dergelijke compensaties, actief vanaf 2036. Critici beweren dat deze trend de werkelijke ecologische vooruitgang binnen de EU zou kunnen verzwakken en vertrouwen op minder transparante markten voor emissiehandel. De jaarlijkse potentiële CO2-reductie - vergelijkbaar met de gehele uitstoot van Nederland - geeft blijk van zowel de omvang als de controverse rondom het plan.

Harald Seidel, DAF, © Nick Bookelaar

DAF CEO: 'Decarbonisatie is een teamsport, geen solorace'.

Harald Seidel dringt aan op samenwerking om barrières rond infrastructuur en kosten te overwinnen bij de overstap naar emissievrije trucks.

Reacties van Europese leiders

Regeringsleiders reageren wisselend op Hoekstra's plannen. Frankrijk, geleid door president Macron, drukt op de noodzaak om doelen zorgvuldig af te wegen tegen de concurrentiekracht van bedrijven. Duitse autoriteiten zijn voorstander van enige flexibiliteit, zoals blijkt uit het pleidooi voor 3% compensatie via carbon credits om hun nationale industriële belangen te beschermen. De Deense premier heeft de voorzittershamer overgenomen van de Poolse vertegenwoordigers en benadrukt de dringende noodzaak tot eenheid en consensus om de klimaatdoelstellingen te realiseren. Derhalve zijn de onderhandelingen binnen de EU-top complex, met diverse nationale prioriteiten die tegen elkaar worden afgewogen.

Wetenschappelijke Raad waarschuwt

De Europese Wetenschappelijke Adviesraad heeft zich kritisch uitgelaten over de compensatieplannen met carbon credits. Zij waarschuwen dat een dergelijke aanpak de geloofwaardigheid van de EU bedreigt en de kans op klimaatneutraliteit tegen 2050 verlaagt. De raad dringt aan op vermindering van de uitstoot binnen de grenzen van de EU, met aanbevelingen dat 90 tot 95% van de uitstootreductie door eigen technologische vooruitgang moet plaatsvinden. Dit benadrukt een meer duurzame, directe reductiemethodiek die ook economisch voordeel voor de regio kan bieden.

Binnen het Europees Parlement zijn er eveneens verdeeldheden over de effectiviteit en eerlijkheid van de voorgestelde doelen. Europarlementariër Mohammed Chahim bekritiseert het model omdat het onvoldoende duidelijke en dwingende doelen stelt. Zijn bezorgdheid richt zich met name op de mogelijkheid dat landen, vanwege financiële prikkels, werkelijke verbeteringen intern minimaliseren. Dit kan resulteren in een schijn-ondersteuning van klimaatinitiatieven, zonder dat daadwerkelijke vooruitgang wordt geboekt. Hoekstra heeft echter verklaard dat dergelijke compromissen logisch zijn om de steun van alle EU-lidstaten te garanderen.

Vooruitzichten tot 2040 en verder

De lange termijn doelstellingen van de EU zijn gericht op klimaatneutraliteit tegen 2050, met het huidige 90% reduceringsdoel als tussenstap. Dit vereist dat, ondanks de toegekende flexibiliteit aan lidstaten, aanzienlijke binnenlandse inspanningen worden geleverd om groene technologieën te ontwikkelen en uit te voeren. De EU blijft zonder meer onder druk staan om innovaties te bevorderen die zowel emissies verlagen als economische voordelen bieden. De discussie over dit klimaatbeleid streeft ernaar om een evenwicht te vinden tussen ambitieuze milieu-initiatieven en praktische haalbaarheid, met als enige zekerheid dat de komende maanden cruciaal zullen zijn voor de toekomst van Europees klimaatbeleid.

windmill-3714863_1920.jpg

PBL: Nederland dreigt klimaatdoelen 2030 te missen

Nederland gaat de belangrijkste klimaatdoelstelling voor 2030 niet halen, tenzij het meer actie onderneemt om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Dat concludeert het PBL vandaag in een rapp