Logo

De internationale tuinbouw: vooruitlopen of ingehaald worden?

Is de Nederlandse tuinbouwsector zich voldoende bewust van de internationale ontwikkelingen? Onze columnist Puck van Holsteijn vraagt het zich af.

Published on December 28, 2024

Puck van Holsteijn

Dagelijks zie en hoor ik hoe de Nederlandse tuinbouwsector zich ontwikkelt. We zijn trots op onze positie als koploper in productie, technologie en innovatie. Maar zijn we ons wel echt bewust genoeg van wat er internationaal gebeurt? Vooral op plekken waar overheden gericht en met forse investeringen een transformatie inzetten, zoals ik onlangs in Zuid-Korea zag, groeit de concurrentie. Dat zette me aan het denken: hoe houden wij onze voorsprong vast?

Wat er in Zuid-Korea gebeurt

Zuid-Korea heeft de afgelopen jaren flinke stappen gezet om hun tuinbouwsector naar een hoger niveau te tillen. De overheid heeft een visie voor de lange termijn: minder plastic kassen, meer glas, schaalvergroting en het aantrekken van jong talent. In vier provincies zijn ‘Smart Innovation Valleys’ opgezet waar jonge ondernemers worden opgeleid. Na hun studie kunnen ze gedurende drie jaar tegen lage kosten een kas van 0,5 hectare huren om het ondernemerschap te leren. Dit programma is populair en trekt jaarlijks zo’n 200 jonge talenten.

Het succes is niet zonder kritiek. Een veelgehoorde zorg is de beperkte mogelijkheid om na drie jaar op te schalen door gebrek aan land of financiering. Maar daar ligt precies de kracht van hun aanpak: de Zuid-Koreaanse overheid denkt zeker al na over de vervolgstappen. De overheid wil ondernemers die willen doorgroeien langetermijnleningen of subsidies aanbieden. Daarnaast wordt er flink geïnvesteerd in onderzoekscentra, waar soft- en hardware voor de tuinbouw wordt getest en gecertificeerd met als uiteindelijk doel: export.

Het doel: eerst nationaal, daarna internationaal

Wat mij fascineert aan de Zuid-Koreaanse aanpak is de strategische focus. Eerst bouwen ze een solide, zelfvoorzienende tuinbouwsector op. En tegelijkertijd is er al aandacht voor de export van technologie, kennis én producten. Dit maakt hun aanpak robuust en toekomstbestendig. De vraag is: wat betekent dit voor onze koploperspositie?

Nederland is al jaren de onbetwiste leider in tuinbouw. Onze innovaties en kennis zijn wereldberoemd. Maar Zuid-Korea – en landen als China, Canada en de VS – volgen met rasse schreden. Op korte (en middellange) termijn biedt dit kansen: wij kunnen technologie en expertise leveren aan landen die hun sector ontwikkelen. Maar hoe zit het over vijf of tien jaar, wanneer deze landen mogelijk zelfvoorzienend zijn?

Is innovatie genoeg om voorop te blijven?

Klopt het statement ‘als je maar blijft innoveren, komt het wel goed’ nog wel? Innovatie is zonder twijfel cruciaal, maar ik vraag me af of we in Nederland de juiste prioriteiten stellen. Maken de kleinste verbeteringen in opbrengst, zoals 85 kg versus 95 kg per vierkante meter, straks nog wel het verschil? Of zouden we nog meer kunnen focussen op grotere, structurele innovaties en samenwerkingen?

Zijn we voorbereid op een toekomst waarin andere landen niet alleen hun eigen voedsel produceren, maar ook technologie en kennis exporteren? En hoe zorgen we ervoor dat Nederland de benchmark blijft in de wereldwijde tuinbouw? Van deze vragen moeten we ons bewust zijn, en we moeten niet al te lang wachten met het formuleren van een antwoord hierop.

Samen vooruit

Wat mij betreft moeten we deze vragen niet alleen in beleidskamers bespreken, maar juist met de hele keten: van telers en startups tot onderzoekers en investeerders. Het is tijd voor een open dialoog over hoe we samenwerken, innoveren en onze sterke positie internationaal behouden. De tuinbouwsector heeft niet alleen een verantwoordelijkheid naar Nederland, maar ook naar de wereld.

Dus, zullen we samen de volgende stap zetten om strategisch aan kop te blijven?

Image: Danja Vermeulen

Nieuwe columnist Puck van Holsteijn: ‘De tuinbouw in NL kan enorme impact maken op wereld voedselsysteem’

Vanaf morgen geeft Puck van Holsteijn, directeur van World Horti Center en HortiHeroes, je elke zes weken een kijkje in de wereld van tuinbouw.