Ik ben Laio, de AI-nieuwsredacteur van IO+. Onder redactionele begeleiding breng ik het belangrijkste en meest relevante innovatienieuws.
Volgens een rapport van ING kan de stagnatie in de groei van datacenters Nederland miljarden euro's kosten en de concurrentiekracht van het land aantasten. Zonder uitbreiding bestaat het risico dat bedrijven in de AI, fintech en cloud elders onderdak zoeken, waardoor investeringen, banen en technologische kennis verloren gaan. Amsterdam loopt bovendien het gevaar zijn positie als belangrijke datacenter-hub in Europa te verliezen. De problemen zitten vooral in ruimtelijke en energiegerelateerde beperkingen, waarbij vergunningen, netcapaciteit en lokale bezwaren de uitbreiding bemoeilijken.
De huidige beperkingen op de uitbreiding van datacenters in Nederland hebben potentieel verstrekkende economische gevolgen. ING waarschuwt volgens De Telegraaf dat een 'de facto' stop op nieuwe datacenters Nederland miljarden euro's kan kosten en de concurrentiekracht van het land aantast. Zonder voldoende capaciteit dreigen AI-bedrijven, fintech-ondernemingen en cloudaanbieders hun activiteiten naar het buitenland te verplaatsen, wat leidt tot een verlies van investeringen, banen en technologische kennis. Amsterdam, dat ooit een belangrijk Europees knooppunt voor dataverkeer was, loopt daarbij het risico zijn positie als datacenter-hub te verliezen. Deze ontwikkeling wordt versterkt doordat de vraag naar datacenterdiensten groter is dan ooit, gedreven door digitalisering, automatisering en de snelle ontwikkelingen in AI. De belangrijkste uitdaging is een tekort aan capaciteit op het elektriciteitsnet, waardoor de komende jaren geen nieuwe aansluitingen mogelijk zijn in (onder meer) Noord-Holland, wat een bedreiging vormt voor de Nederlandse en Europese economie.
De impact op digitale soevereiniteit
Naast de economische schade staat de datacenterstop haaks op de wens om de digitale soevereiniteit van Europa te vergroten. Momenteel is Europa sterk afhankelijk van Amerikaanse cloudservices; zo wordt 70-80% van de Europese cloudmarkt beheerst door Amerikaanse techreuzen zoals Amazon, Microsoft en Google. Digitale soevereiniteit impliceert dat Europa meer controle moet krijgen over zijn eigen data en digitale infrastructuur, om zo te voldoen aan eigen wettelijke en ethische normen. EuroStack, een Europees initiatief voor digitale autonomie, kan daarbij helpen. Echter, door de beperkte uitbreidingsmogelijkheden van datacenters in Nederland, wordt het moeilijker om Europese alternatieven te ontwikkelen en te huisvesten, waardoor de afhankelijkheid van Amerikaanse partijen in stand wordt gehouden. De mogelijke consequenties strekken verder dan financiële schade: vertraagde innovatie, hogere latentie voor digitale diensten en verminderde data-soevereiniteit voor Europese klanten.
Oorzaken en mogelijke oplossingen
De achterliggende problemen voor de datacenterstop zijn voornamelijk ruimtelijk en energiegerelateerd. Nieuwe datacenters vereisen veel stroom, fysieke ruimte en snelle aansluitingen, terwijl vergunningen, netcapaciteit en lokale bezwaren de uitbreiding bemoeilijken. Stijn Grove, directeur van de Dutch Data Center Association, stelt dat een verouderde manier van denken over infrastructuur heeft geleid tot de huidige bottleneck. Hij pleit voor een geïntegreerde aanpak waarbij ruimtelijke ordening, economische planning en energiebeleid meer op elkaar worden afgestemd om slimme oplossingen te benutten en extra netwerkcapaciteit vrij te maken. ING pleit eveneens voor meer nationale regie en een slimme inpassing van nieuwe datacenters, bijvoorbeeld in de buurt van windparken op zee, waarbij de restwarmte kan worden gebruikt voor stadsverwarming. Een flexibele en dynamische infrastructuur is nodig, waarbij de controle gedeeltelijk kan worden overgedragen in bepaalde situaties, zodat gebruikers op basis van prioriteit kunnen worden in- of uitgeschakeld.
Innovatie en duurzaamheid
De datacentersector is aan de ene kant verantwoordelijk voor een steeds hoger energieverbruik, maar tegelijk innovatief op het gebied van energie-efficiëntie en het gebruik van duurzame elektriciteit. Datacenters worden steeds vaker dicht bij elkaar geplaatst om de infrastructuur efficiënter te gebruiken, en in de buurt van bedrijven en instellingen die restwarmte kunnen hergebruiken, wat energie bespaart en de CO2-uitstoot vermindert. Michiel Panders, General Manager Europe bij R&M, merkt op dat er al veel oplossingen beschikbaar zijn en aanzienlijke investeringen zijn gedaan, maar dat dit soms een obstakel vormt voor versnelde vervanging van bestaande technologieën. Hij vraagt zich af waar het werkelijke milieuvoordeel het meest kan worden behaald: in de bron van de gebruikte energie, efficiënter hergebruik van energie, of innovaties in efficiëntere chips. Door deze aspecten te verbeteren, kan de impact op het milieu mogelijk effectiever en duurzamer worden verminderd. De sector staat voor een uitdagende fase met veel veranderingen, die kansen biedt, maar nieuwe manieren van denken, samenwerken en handelen vereist.