Logo

World-Class Industry? Alleen met een World-Class Society

Wie alleen inzet op ‘verdienvermogen’, loopt het risico de samenleving te verliezen, waarschuwt Tilburg University.

Published on December 20, 2025

World Class Industry is supported by a World Class Society.

A World-Class Industry is supported by a World-Class Society.

Medeoprichter van Media52 en hoogleraar Journalistiek, bouwt aan IO+, events en Laio, met focus op commerciële kansen—en blijft schrijven voor IO+.

Economische groei, technologische innovatie en concurrentiekracht domineren het politieke debat in Europa en Nederland. Maar wie alleen inzet op ‘verdienvermogen’, loopt het risico de samenleving te verliezen. Dat waarschuwen Tilburg University-onderzoekers Ton Wilthagen en Lex Meijdam in een nieuw position paper, dat een scherp alternatief biedt voor het denken van Mario Draghi en Peter Wennink.

Europa staat op een kruispunt. De boodschap van voormalig ECB-president Mario Draghi is helder: zonder forse investeringen in technologie, industrie en productiviteit verliest Europa zijn economische en geopolitieke positie. In Nederland vertaalde oud-ASML-topman Peter Wennink die oproep in een al even alarmerend rapport over het Nederlandse verdienvermogen. Groei is nodig, stelt hij, anders worden zorg, veiligheid en sociale zekerheid onbetaalbaar.

Maar volgens Tilburg University ontbreekt in dit debat een cruciaal element: de samenleving zelf. In het deze week verschenen position paper ‘World Class Industry, World Class Society’ pleiten de Tilburgse onderzoekers voor een fundamenteel andere benadering. Economische kracht en brede welvaart zijn geen volgtijdelijke doelen, stellen zij, maar moeten gelijktijdig en in samenhang worden ontwikkeld.

Geen industrie zonder samenleving

De kernstelling van het paper is even eenvoudig als scherp: geen industrie van wereldklasse zonder een samenleving van wereldklasse – en andersom. Volgens de auteurs richten zowel Draghi als Wennink zich primair op economische groei, productiviteit en strategische autonomie. Begrijpelijk, gezien de geopolitieke spanningen en de concurrentie met de VS en China. Maar die focus is ook gevaarlijk.

“De mens en zijn leefwereld staan in deze visies niet centraal,” constateren de onderzoekers. Sociale gelijkheid, leefomgeving, gezondheid en sociale cohesie komen wel voorbij, maar vooral als afgeleide van economische groei. Dat is een klassieke ‘trickle-down’-aanname: als bedrijven floreren, profiteert de samenleving uiteindelijk mee.

Volgens Tilburg University is die redenering wetenschappelijk steeds moeilijker houdbaar. Snelle economische en technologische groei kan juist leiden tot meer ongelijkheid, polarisatie en verlies van draagvlak voor innovatie. Silicon Valley geldt daarbij als waarschuwend voorbeeld: technologisch toonaangevend, maar sociaal diep verdeeld.

Brede welvaart als kompas

Het alternatief dat Tilburg University aandraagt, is het denken vanuit brede welvaart. Niet alleen kijken naar bbp-groei, maar naar alles wat van waarde is: werkzekerheid, gezondheid, onderwijs, leefomgeving, sociale verbondenheid en ecologische duurzaamheid – nu én voor toekomstige generaties.

Economische groei blijft daarin belangrijk, benadrukken de auteurs. Maar niet als doel op zich. Groei moet plaatsvinden onder duidelijke voorwaarden – wat econoom Mariana Mazzucato ‘conditionalities’ noemt – zodat technologische vooruitgang ook daadwerkelijk bijdraagt aan maatschappelijke vooruitgang.

Dat vraagt om andere keuzes in innovatiebeleid. Missiegedreven innovatie, gericht op maatschappelijke opgaven zoals zorg, klimaat, energie en digitalisering, biedt volgens het paper de beste kans op duurzame groei. Daarbij moet expliciet worden gekeken wie profiteert van innovatie, en wie niet.

Brainport als spiegel

‘World Class Industry, World Class Society’, Tilburg University (december 2025)

© IO+, bron ‘World Class Industry, World Class Society’, Tilburg University (december 2025)

De Brainportregio rond Eindhoven fungeert in het paper als concrete casus. Economisch en technologisch behoort de regio tot de wereldtop, met ASML als icoon. Tegelijkertijd laat onderzoek zien dat ongeveer 13 procent van de inwoners op meerdere brede-welvaartsindicatoren onvoldoende scoort. Dat zijn zo’n 100.000 mensen, “drie uitverkochte PSV-stadions”, schrijven de auteurs.

Het illustreert hun punt: hoge gemiddelde welvaart kan samen gaan met hardnekkige achterstanden. Wie alleen stuurt op economische groei, mist deze scheefgroei uit het zicht.

Van triple helix naar multiple helix

Tilburg University pleit daarom voor een verbreding van het innovatie- en industriebeleid. Niet alleen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen (de bekende triple helix), maar ook vakbonden, maatschappelijke organisaties en burgers moeten structureel worden betrokken. Technologiebeleid moet sociaal inclusief zijn, en investeringen in AI, energie en defensie moeten hand in hand gaan met investeringen in onderwijs, zorg, huisvesting en sociale infrastructuur.

Concrete voorstellen ontbreken niet. Het paper pleit onder meer voor een ‘Brede Welvaart Impact Scan’ bij grote investeringsbesluiten, het beter benutten van CBS-indicatoren voor beleid, en een sterkere regionale spreiding van innovatieprogramma’s buiten de Randstad.

Meer dan een voetnoot

Het position paper is nadrukkelijk geen afrekening met Draghi of Wennink. Hun analyses zijn volgens Tilburg University waardevol en urgent. Maar zonder een expliciete maatschappelijke agenda dreigt hun economische recept eenzijdig te worden.

De oproep is dan ook helder: als Europa en Nederland echt toekomstbestendig willen zijn, volstaat een ‘World Class Industry’ niet. Alleen door economie, technologie en samenleving synchroon te ontwikkelen, kan brede welvaart worden veiliggesteld.

Of, zoals het paper het samenvat: verdienvermogen is geen voorwaarde náást people en planet, maar er onlosmakelijk onderdeel van.