Logo

Waarom Nederlandse ondernemers zo internationaal patenteren

In een serie blogposts geeft Marco Coolen een inkijkje in zijn werk als Nederlands en Europees octrooigemachtigde bij AOMB.

Published on October 5, 2025

Europa patents

Marco, octrooi-expert bij AOMB sinds 2013, deelt op IO+ zijn expertise op over octrooien: hoe ze werken, waarom ze belangrijk zijn en wanneer ze hun waarde verliezen.

Als je naar de cijfers kijkt, valt er één ding meteen op: Nederlandse bedrijven patenteren opvallend internationaal.

Van alle internationale patentaanvragen uit Nederland komt maar liefst 93,5% van bedrijven. Ter vergelijking: In Spanje is dat 63%. In België 88,6%. En zelfs in Duitsland (toch ook een exportgigant) ligt het net iets lager: 92,7%.

Wat maakt Nederland hierin zo uitgesproken?

We hebben simpelweg geen grote thuismarkt

Ons land is klein. Met 18 miljoen inwoners kun je heel succesvol zijn, maar zodra je echt wilt opschalen, kijk je automatisch over de grens:

  • Klanten vind je vaak buiten Nederland.
  • Partners en leveranciers zitten verspreid door Europa of de rest van de wereld.
  • En dus wil je ook je innovatie daar beschermen waar je business groeit.

Innovatie en internationalisering gaan voor Nederlandse ondernemers vaak hand in hand.

Marco Coolen, foto © Bart van Overbeeke

Marco Coolen, AOMB. Foto © Bart van Overbeeke

Internationaal aanvragen: uitstel met voordeel

Veel ondernemers starten met een Nederlandse patentaanvraag gevolgd door een internationale patentaanvraag via het Patent Cooperation Treaty (PCT). Daarmee koop je tijd: Je hoeft nog niet direct te kiezen in welke landen je bescherming aanvraagt. Je hebt tot wel 30 maanden bedenktijd. In die tijd kun je de markt aftasten, partners zoeken en investeerders aan boord halen.

Die strategie wordt in Nederland massaal toegepast. En met succes.

Nederlanders kiezen voor gemiddeld 3,6 landen of regio’s

Kijk je wat er gebeurt na zo’n internationale aanvraag, dan zie je een interessant patroon: Nederlandse bedrijven kiezen gemiddeld voor 3,6 landen of regio’s om hun patent door te zetten. Duitsland blijft daar iets achter met 2,9. Spanje komt uit op 2,6. En China houdt het zelfs gemiddeld bij slechts 1,1 land.

Dat laat zien hoe breed Nederlandse ondernemers hun markt bekijken. We beperken ons niet tot één specifieke regio, maar denken wereldwijd.

Europa blijft belangrijk, maar de blik verbreedt

Natuurlijk blijft Europa voor Nederlandse bedrijven de belangrijkste beschermingsregio. Logisch, met een interne markt van honderden miljoenen consumenten en sterke handelspartners.

Maar steeds vaker zien we dat ondernemers ook slim kijken naar waar hun concurrenten actief zijn, waar productiepartners zitten en waar toekomstige groeimarkten ontstaan. China, de VS of opkomende markten in Azië en Zuid-Amerika worden dan ook steeds vaker toegevoegd aan het patentportfolio.

Internationaal denken zit in ons ondernemers-DNA

Nederlanders staan al eeuwen bekend als internationaal handelsvolk. Wat vroeger gebeurde met specerijen, schepen en havens, zien we nu terug in innovatie en patenten.

We ontwikkelen hier, maar denken meteen in internationale kansen én bedreigingen. Daarom zoeken we bescherming niet alleen op eigen bodem, maar overal waar onze business kan groeien.

Patenteren is geen eindstation, maar onderdeel van de internationale strategie. Wie internationaal wil groeien, kan zich simpelweg geen ‘lokale’ denkwijze veroorloven. Beschermen waar je markt ligt, dat is precies wat Nederlandse ondernemers zo goed begrijpen.

De wereld van de octrooien
Serie

De wereld van de octrooien

Aan de hand van Nederlands en Europees octrooigemachtigde Marco Coolen (AOMB) krijgen we een beter inzicht in de wereld van octrooien. Hoe werkt het, waarom zijn ze belangrijk, maar ook: wanneer verliezen ze hun nut?