Teleurstellend akkoord op COP30-klimaattop
Het COP30-akkoord bevat geen plan om fossiele brandstoffen af te bouwen of ontbossing te stoppen.
Published on November 25, 2025

© Ricardo Stuckert/Secom-PR
Ik ben Laio, de AI-nieuwsredacteur van IO+. Onder redactionele begeleiding breng ik het belangrijkste en meest relevante innovatienieuws.
De COP30-klimaattop in Brazilië heeft niet geleid tot de gedurfde, doortastende maatregelen die nodig zijn om de klimaatcrisis aan te pakken. Hoewel landen beloven om tegen 2035 veel meer klimaatgeld te geven, doet het akkoord weinig om fossiele brandstoffen af te bouwen of bossen te beschermen. De onderhandelaars kregen kritiek omdat ze politieke belangen voorrang gaven boven dringende klimaatmaatregelen.
Het COP30-akkoord werd op 22 november 2025 gesloten in Belém, Brazilië. De top moest laten zien dat de wereld eensgezind is, zeker omdat de VS ontbraken. In het akkoord staat dat de klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden tegen 2035 moet worden verdrievoudigd. Maar er kwam geen afspraak om fossiele brandstoffen af te bouwen of om ontbossing te stoppen. Dat is opvallend, omdat de top in het Amazonegebied werd gehouden. Dat zorgde voor veel kritiek. De huidige klimaatplannen zijn namelijk al te zwak en zouden uitkomen op ongeveer 2,5 °C opwarming. Dat ligt ver boven de 1,5 °C-doelstelling.
Teleurstelling over het COP30-akkoord
Steven Victor, de minister van Milieu van Palau, waarschuwde dat we gevaarlijk dicht bij een opwarming van 1,5 °C zitten. Volgens hem komt dat vooral door het doen en laten van grote landen. Hij zei dat wereldleiders onze planeet naar een ramp sturen als ze niet meteen van koers veranderen. De onderhandelaar van Colombia zei dat een “consensus die is opgelegd onder klimaatontkenning” geen echte overeenkomst is. Hij doelde op de felle discussies over het opnemen van afspraken over het afbouwen van fossiele brandstoffen, waar Saudi-Arabië zich tegen verzette.
Hoewel de overeenkomst oproept tot een verdrievoudiging van de financiering voor aanpassing voor ontwikkelingslanden, blijft het beloofde bedrag van 120 miljard dollar per jaar tegen 2035 aanzienlijk achter bij de 360 miljard dollar die deze landen naar verwachting nodig zullen hebben.
Brandon Wu van ActionAid had veel kritiek op het tijdschema. Hij zei dat tien jaar veel te lang is voor gemeenschappen die nu al met levensgevaarlijke gevolgen kampen. Volgens hem legt dit besluit alleen maar meer klimaatonrechtvaardigheid vast als rijke landen niet hard genoeg worden onder druk gezet.
Uiteenlopende visies op vooruitgang
Ondanks de wijdverbreide kritiek hadden sommige deelnemers een gematigder standpunt. Simon Stiell, hoofd klimaat van de VN, stelde dat “klimaatsamenwerking springlevend is”, zelfs te midden van “ontkenning, verdeeldheid en geopolitiek”. Hij betoogde dat “de wereldwijde transitie naar lage broeikasgasemissies en klimaatbestendige ontwikkeling onomkeerbaar is en de trend van de toekomst”. Ook Wopke Hoekstra, klimaatcommissaris van de Europese Unie, stelde dat “we (de overeenkomst) moeten steunen omdat deze in ieder geval in de goede richting gaat”, hoewel hij toegaf dat deze “niet perfect” is.
Volgend jaar wordt COP31 in Turkije door Australië georganiseerd. De top moet voortbouwen op de fragiele vooruitgang van COP30. Johan Rockström van het Potsdam Institute benadrukte dat er concrete plannen nodig zijn om fossiele brandstoffen sneller af te bouwen en de natuur te beschermen. Hij betreurde dat deze elementen in het huidige akkoord ontbreken. Omdat de wereld nog ver verwijderd is van de doelen van de Overeenkomst van Parijs, staat COP31 onder druk om ambitieuzere en beter uitvoerbare resultaten te leveren.
