Samenwerking met de bouwsector is essentieel voor universiteiten
De vertrekkende en inkomende voorzitter van 4TU.Built Environment reflecteren op hun rol: “We moeten van ons academische eiland af.”
Published on September 15, 2025

Een met AI gecreëerde schets van Bram de Vos en Stefan Aarninkhof die onderdeel zijn van het stadsbeeld waar zij in de toekomst deel van zouden willen uitmaken: meer technologie, meer groen, minder auto's, hogere kwaliteit van leven.
Medeoprichter van Media52 en hoogleraar Journalistiek, bouwt aan IO+, events en Laio, met focus op commerciële kansen—en blijft schrijven voor IO+.
Met een knipoog naar de bouwhelm en veiligheidshesjes op de foto’s die we over de bouwsector steevast in de krant zien staan, dachten Bram de Vos en Stefan Aarninkhof tijdens hun interview alvast na over een modernere invulling. De vertrekkende en de nieuwe voorzitter van 4TU.Built Environment zien meer in een wenkend maar toch realistisch toekomstbeeld: een groene stad met houten gebouwen, zonder auto’s, en met kwaliteit van leven. Het type beeld dat meteen duidelijk maakt waar de samenwerking van de vier technische universiteiten voor staat: oplossingen voor de leefbaarheid op de lange termijn.
“Een foto met helmen en hesjes, dat bevestigt vooral oude beelden,” zegt Stefan Aarninkhof, sinds deze zomer voorzitter van 4TU.Built Environment. “Ik zie liever een landschap dat diverse aspecten laat zien: techniek, natuur en maatschappij die samenkomen.” Bram de Vos vult aan: “Voor mij zou het een stad van de toekomst zijn, biobased gebouwd, met veel groen en leefkwaliteit. Een visie die verder kijkt dan vandaag of morgen.”
Die symbolische zoektocht naar een nieuw beeld markeert de de gezamenlijke missie van de oude en nieuwe voorzitter. De Vos (Wageningen University & Research) leidde de afgelopen jaren het netwerk en kijkt met bescheidenheid terug. “De echte kracht zit bij de wetenschappelijk directeur, de secretaris en hun team. Mijn inbreng lag vooral in de duurzaamheids- en landschappelijke kant. Wat ik het meest waardevol vond, was het netwerk en de collegialiteit. Een soort intervisie, meer dan een inhoudelijke rol.”
Samenwerking als sleutel
Ook De Vos’ opvolger is met zijn achtergrond in de waterbouw niet iemand uit de hardcore bouwkunde. “Verwacht van mij geen visie op hoe de volgende generatie voorgespannen betonnen bruggen eruit moeten zien.” Aarninkhof, decaan van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen en hoogleraar kustwaterbouw in Delft - met een loopbaan bij Deltares en Boskalis, neemt het stokje over met duidelijke prioriteiten. Bovenaan staat het versterken van de gezamenlijke kracht van de vier universiteiten. “Geen enkele universiteit kan de complexe bouwopgaven van deze tijd alleen oplossen,” benadrukt hij. “De woningbouwopgave, klimaatadaptatie, energietransitie, verouderende infrastructuur: ze zijn allemaal te groot. Juist in de gezamenlijkheid zit onze meerwaarde. Alleen dan kunnen we ook richting Den Haag overtuigend agenderen.”
Maar samenwerking vraagt meer dan intenties. “Alleen maar praten over samenwerking zet geen zoden aan de dijk. Je moet projecten hebben,” zegt Aarninkhof. “Pilots, living labs, gezamenlijke onderzoeksprogramma’s, publiek-private projecten – dáár ontstaat de energie.”
Daarnaast zal er vanuit die samenwerking beter geluisterd moeten worden naar de behoeften van de sector zelf - en de samenleving als geheel, zegt ook De Vos. “We zijn soms nog te veel geneigd om op ons eigen academische eiland te blijven. Als je echt impact wilt maken, is verbinding met het werkveld absolute noodzaak en deze willen we dan ook versterken door stakeholders structureel te betrekken.” Aarninkhof: “Van ons als academici mag in deze tijden wat meer lenigheid verwacht worden.”
Talent voor de toekomst
Een tweede speerpunt is het werven en binden van nieuw talent – niet alleen universitair, maar ook mbo en hbo. “De sector schreeuwt om mensen,” zegt Aarninkhof. “We hebben elkaar nodig. Daarom wil ik veel meer inzetten op gezamenlijke opleidingsprogramma’s. Stel je een living lab voor waarin mbo-, hbo- en wo-studenten samen aan een vraagstuk werken. Dan doorbreek je vanzelf de muren.”
Hij geeft toe dat dit niet altijd makkelijk is: “Ik heb zelf weleens lesgegeven op een hbo. Dan merk je hoe lastig het is om aansluiting te vinden, dat was een belangrijke les. Ik vertelde toch te veel mijn eigen verhaal. De kunst is om gezamenlijk te werken vanuit de praktijk, met ruimte en aandacht voor de verschillende rollen.”
Aarninkhof ziet ook kansen in het enthousiasmeren van jongeren. “Ons vak is fantastisch. Technisch onderlegd én maatschappelijk relevant, wie wil dat nou niet? Dat verhaal moeten we veel breder vertellen. Campagnes als Civiele Helden hebben laten zien dat een andere toon werkt en studenten aantrekt.”
Van academie naar impact
Terugkijkend ziet De Vos dat 4TU.Built Environment stappen heeft gezet, maar dat er ook uitdagingen blijven. “De politiek is vaak gericht op de korte termijn. Onze rol is om die lange termijnvisie vast te houden – hoe ziet Nederland er in 2120 uit, hoe bouwen we klimaatbestendig en leefbaar? Dat is waar wij onderscheidend in kunnen zijn.”
Aarninkhof sluit daarbij aan en wijst op voorbeelden uit de waterbouw. “Building with Nature begon ooit met de Zandmotor als pilot langs de Delflandse kust. Nu gaat het om projecten van honderden miljoenen euro’s. “Het concept van precompetitieve samenwerking lijkt daarbij de sleutel tot succes. “Dat zou ik ook in de bouwsector willen zien. Universiteiten zijn de perfecte partners om hier een rol in te spelen: wij hebben geen politiek belang, en leiden de ingenieurs op voor de toekomst. Dan heb je een gunfactor.”
Nieuwe vakgebieden en opinieleiderschap
Naast samenwerking en talentontwikkeling wil Aarninkhof inzetten op profilering en vernieuwing. “We zijn onderscheidend ten opzichte van de afzonderlijke universiteiten. Dat betekent dat we ook een gezaghebbende stem moeten laten horen in het publieke debat. Opinieartikelen, agenda-setting in Den Haag, meedenken met partijen als Rijkswaterstaat – daar liggen kansen.”
En blijven investeren in nieuwe vakgebieden, voegt hij toe. “Denk aan stikstofreductie, biobased materialen, klimaatadaptieve steden. Dat zijn de fundamentele thema’s waar wij het verschil kunnen maken.”
Tja, stikstof… De Vos kijkt peinzend voor zich uit. “Helemaal aan het begin van mijn carrière lieten we al zien dat oplossingen noodzakelijk waren - en dat ze er ook zijn. Maar nu, bij mijn afscheid, moeten we helaas constateren dat we het probleem alleen maar groter hebben laten worden.” Na zijn voorzitterschap blijft De Vos actief, maar met een andere invulling. “Ik ga een opleiding ethiek volgen bij de Hogeschool voor Ouderen. Leven lang leren dus, maar ik wil me niet meer inhoudelijk met het vakgebied bemoeien. Dat is nu aan Stefan.”
Aarninkhof kijkt alvast vooruit. “Die kracht van de gezamenlijkheid, die klinkt misschien als een dooddoener, maar ik geloof daar echt in. Als we met een samenwerkend 4TU.Built Environment die stap naar de sector zetten, maken we echt het verschil. Ik kijk ernaar uit.”
Gesponsord
Dit artikel is gemaakt in een samenwerking tussen 4TU Built Environment en onze redactie. IO+ is een onafhankelijk journalistiek platform dat zijn partners zorgvuldig uitkiest en uitsluitend samenwerkt met bedrijven en instellingen die achter onze missie staan: het verhaal van innovatie verspreiden. Op die manier kunnen wij onze lezers waardevolle verhalen aanbieden die volgens journalistieke richtlijnen tot stand zijn gekomen.
Wil je meer weten over hoe IO+ samenwerkt met andere bedrijven? Klik hier