Samenwerking en flexibiliteit zijn sleutel tot innovatie in bouw
Vernieuwing in de bouw is complex. Om innovatie van de grond te krijgen, moeten wetenschappers hun expertise flexibel inzetten.
Published on September 11, 2025

Meetup 4TU.Bouw. Afbeelding: Maartje Stam
Als Head of Partnerships legt Linda contact met nieuwe partners. Ze coördineert alle lopende samenwerkingen en legt de verbinding tussen onze journalistieke redactie en commerciële artikelen. Die linkt legt ze niet alleen voor geschreven artikelen, maar ook voor al onze events.
Steeds meer steden krijgen te maken met hittestress door klimaatverandering, het woningtekort blijft toenemen en een groot deel van de Nederlandse infrastructuur is aan vervanging toe. De bouwsector staat voor grote uitdagingen. Om structurele oplossingen te vinden voor de lange en korte termijn is wetenschappelijk onderzoek nodig. “Die oplossingen komen niet vanuit één vakgebied of één universiteit. Het vraagt om samenwerking tussen verschillende universiteiten”, stelt Stefan Aarninkhof, de gloednieuwe voorzitter van 4TU.Built Environment aan het begin van de jaarlijkse meet-up. In 4TU.Built Environment werken de bouwkunde gerelateerde faculteiten van de vier technische universiteiten in Nederland samen.
Multidisciplinariteit is het sleutelwoord van deze tijd. De maatschappelijke uitdagingen stapelen op en oplossingen vinden is niet makkelijk. De huidige tijd wordt getekend door complexiteit, alles staat met elkaar in verbinding. Wat een oplossing lijkt voor het ene probleem, zorgt juist voor negatieve gevolgen op een ander gebied. Dat geldt ook voor de uitdagingen in de gebouwde omgeving. Betere isolatie van gebouwen beperkt de natuurlijke ventilatie. Zonder adequate mechanische ventilatie kan dit leiden tot ophoping van vocht, CO₂ en schadelijke stoffen, met een slechter binnenklimaat en gezondheidsproblemen tot gevolg. Ook de stikstofregels, bedoeld om kwetsbare natuur te beschermen, hebben een keerzijde: zij belemmeren de woningbouw, waardoor jongeren lastig aan een eerste huis komen.
Samenwerking belangrijker dan ooit
“Daarom is samenwerking belangrijker dan ooit. Als 4TU.Built Environment kunnen we echt een verschil maken. We verbinden de kennis van technologie met het maken van impact in de praktijk. Dit kunnen we in de toekomst verder uitwerken door ook samen te werken met bedrijven en overheden”, zegt Aarninkhof. Hij ziet een versnippering. Partijen zijn wel bezig met vernieuwing, maar betrekken anderen te weinig in het proces. “Er ligt een mooie rol voor 4TU.Built Environment in het stroomlijnen van de innovatie, zodat we het samen naar een hoger plan kunnen tillen.”
4TU.Built Environment bestaat uit zes Domein Aanjaag Teams (DATs): energietransitie, digitalisering, gezondheid in de gebouwde omgeving, klimaatadaptatie en -mitigatie, circulariteit en duurzaamheid, en infrastructuur. De meet-up brengt alle teams bij elkaar om resultaten te delen, inspiratie op te doen en plannen te maken voor de toekomst. Frank van der Hoeven, wetenschappelijke directeur van 4TU.Built Environment: “Naast de inhoud, is ook de community belangrijk.”
Daarbij is de expertise van wetenschappers, ondernemers, beleidsmedewerkers en andere betrokkenen essentieel. De expertise die nodig is om de maatschappelijke problemen op te lossen is aan verandering onderhevig. De technologie en daarmee de verschillende vakgebieden blijven in beweging. Daarnaast blijven betrokkenen zich op persoonlijk vlak ook steeds verder ontwikkelen. “Hier ligt een verantwoordelijkheid bij de organisatie, maar ook bij het individu. Leg contact met anderen, doe ervaring op en leer daarvan. Zo kun je jezelf ook weer herpositioneren”, zegt Aarninkhof hierover.


Van expertise naar flexpertise
Tijdens de meet-up kregen de aanwezigen een workshop over flexpertise; het vermogen om expertise flexibel toe te passen, aan te passen aan veranderingen en innovatie te stimuleren. Lonneke Frie ontwikkelde deze workshop en helpt met haar bedrijf Oshi organisaties naar meer transparantie.
Tijdens de workshop gingen de aanwezigen aan de slag met het in kaart brengen van hun eigen expertises en de ontwikkeling hiervan door de jaren heen. “Het gaat niet alleen over opleidingen, maar ook over hobby’s. Dat zegt ook veel over hoe je werkt en waar je kracht ligt. Zo breng je in kaart hoe jij als expert het verschil kan maken vandaag de dag en waar de ontwikkelmogelijkheden liggen”, vertelt Frie tijdens de workshop. Daarbij staat flexibiliteit centraal. Kun je je snel aanpassen aan veranderende situaties? Zie je kansen voor verbetering en durf je dan de stap te wagen om je expertise daarop aan te passen? Het publiek – bestaande uit voornamelijk wetenschappers - wordt uitgedaagd om daar op een interactieve manier over na te denken.
Aansluiten bij de vragen van stakeholders
“Dit is ook erg relevant voor onze DATs”, vertelt Maaike Riemersma, coördinator 4TU.Built Environment. Deze teams hebben veel specifieke expertise over hun vakgebied in huis. “Die expertise kun je op verschillende manieren delen. Ten eerste is echt contact maken met andere stakeholders in innovatie, zoals ondernemers of beleidsmedewerkers, maar ook gebruikers, belangrijk. Dat doe je door jouw boodschap op hen af te stemmen en bewust te kiezen welke informatie je op welke manier deelt. Je verhaal is afgestemd op de ontvanger en afhankelijk van het doel dat je nastreeft: wil je een consortium opzetten, zoek je funding, of wil je precies begrijpen wat de uitdaging is die jouw gesprekspartner heeft waar jij een oplossing voor kunt vinden?
Dat hebben de teamleden van de DATs geoefend tijdens de workshop. Ze pitchten voor een heuse jury, net als een Dragons Den. Voor wetenschappers was dat buiten hun comfortzone, maar het leverde veel nieuwe inzichten op. “We zagen dat de DATs nog te vaak uitgingen van hun inhoudelijke propositie en dat zij zich in de toekomst nog meer mogen verplaatsen in de ander. Wie heeft een probleem? Welk probleem van de ontvanger kun je oplossen, wat heeft de ontvanger aan jouw expertise? En wie betaalt dat? Vaak zijn de gebruiker en de betaler twee verschillende partijen en hoe zorg je dan dat je ze allebei aan boord hebt? De jury zette de teamleden aan het denken over dit soort vragen”, vertelt Riemersma. “Maatwerk leveren, uit de kast halen wat op dat moment nodig is, dat is flexpertise.”
Universiteit 4.0
Dit ligt wat verder af van de oorsprong van de wetenschap, maar wordt in de huidige tijd steeds belangrijker. Het sluit aan bij het gedachtegoed van de vierde generatie universiteit. Hierbij ligt naast onderwijs, onderzoek en valorisatie, de focus op impact en het aanpakken van brede maatschappelijke opgaves. “Universiteiten openen vaker de deuren voor bedrijven en andere organisaties om samen te kijken hoe we echt verandering teweeg kunnen brengen”, zegt Riemersma. Veel DATs onderzoeken de mogelijkheden om bij te dragen aan multidisciplinaire projecten of zoeken naar andere manieren om hun kennis over te brengen aan mensen buiten de universiteit.
Kansen voor 4TU.Built Environment
Naast het opzetten van innovatieve samenwerkingsverbanden met private partijen, noemt Aarninkhof, de voorzitter van 4TU.Built Environment, nog twee doelen voor de komende tijd. Ten eerste het opleiden en behouden van talent voor de gebouwde omgeving. Daarin zijn het bijscholen van professionals (Life Long Learning) en samenwerken, niet alleen op universitair niveau maar ook op het mbo en hbo van belang. Daarnaast zal ook het invloed uitoefenen op strategische en politieke agenda’s steeds belangrijker worden. Hierin speelt ook de Disciplineraad Ontwerp Gebouwde Omgeving (DR OGO) een rol. Deze raad houdt zich bezig met de uitvoering van het Sectorplan Techniek – een plan van de overheid om te kijken hoe extra investeringen in onderzoek en onderwijs het beste besteed kunnen worden. De Disciplineraad OGO bestaat uit de vier Technische Universiteiten en de Rijksuniversiteit Groningen.
De meet-up zorgt voor nieuwe inspiratie en zet wetenschappers aan het denken over het werkveld en hun eigen bijdrage hierin. Riemersma sluit af: “Hier planten we de zaadjes voor de innovaties die op lange en korte termijn een verschil kunnen maken in de gebouwde omgeving.”