Samenwerking als basis: defensie-innovatie opnieuw vormgegeven
“Oekraïne toont hoe belangrijk het is om toegang te hebben tot innovatiekracht binnen je eigen land en om snelle innovatiecycli te hebben.”
Published on November 22, 2025

Mark Lengton © Nadia ten Wolde
Medeoprichter van Media52 en hoogleraar Journalistiek, bouwt aan IO+, events en Laio, met focus op commerciële kansen—en blijft schrijven voor IO+.
Tijdens het Blue Magic Netherlands-evenement in Eindhoven dit jaar brachten Hugo Leyte (ODIN, Ministerie van Defensie) en Mark Lengton (adjunct-commissaris Militaire Productie, Ministerie van Economische Zaken) een gezamenlijke boodschap: Nederland bouwt aan een nieuw soort defensie-innovatiemotor, een motor die regionale sterke punten, nationale strategie en diepgaande samenwerking met het bedrijfsleven combineert.
De urgentie is duidelijk. “Oekraïne laat zien hoe belangrijk het is om toegang te hebben tot innovatiekracht binnen je eigen land en om snelle innovatiecycli te hebben”, aldus Leyte. Innovatie kan niet langer alleen afkomstig zijn van traditionele defensiecontractanten. “Je moet je vragen kunnen stellen aan onverwachte en ongebruikelijke partijen”, voegde hij eraan toe. “Zij hebben misschien wel de oplossingen die het verschil maken.”
Leyte, voorzitter van ODIN (Orchestrated Defence Innovation Netherlands), beschreef hoe het ministerie van Defensie zijn innovatie-ecosysteem herstructureert door het land in zeven regio's te verdelen, elk met een eigen fulltime innovatieteam bestaande uit regionale ontwikkelingsagentschappen, economische specialisten, lokale bedrijven en defensiepersoneel.

Hugo Leyte, ODIN
De eerste regio die van start ging was Noord-Brabant, met Brainport Eindhoven als natuurlijke ankerplaats. BITS (Brainport Innovation Technology for Security) speelt nu een centrale rol in dit ecosysteem, door evenementen zoals Blue Magic mede te organiseren en innovators rechtstreeks in contact te brengen met de behoeften van Defensie.
Maar de ambitie van ODIN reikt verder dan regionale pilots. “Er is ook coördinatie tussen die regio's nodig”, benadrukte Leyte, omdat veel uitdagingen – drones, sensoren, slimme materialen, veilige communicatie – zich over meerdere provincies uitstrekken. ODIN fungeert als die nationale dirigent.
Het veranderen van de interne cultuur is net zo belangrijk. “Defensie is gewend aan transactionele relaties. Dat gaat hier niet werken. Je moet partners zijn”, aldus Leyte. Tegelijkertijd onderschatten startups vaak de complexiteit van Defensie; een bedrijf vertelde hem onlangs dat het te maken had met “40 toegangspunten” binnen het ministerie. De regionale teams van ODIN zijn er juist om dat doolhof te vereenvoudigen.
De resultaten zijn tastbaar: snellere toegang tot nieuwe oplossingen voor de strijdkrachten, minder afhankelijkheid van buitenlandse technologie en betere toegang tot militaire markten voor Nederlandse start-ups en kmo's.
Een holistische industriële strategie – een van de eerste in Europa
Mark Lengton betrad het podium om uit te leggen hoe het economisch en defensiebeleid worden verenigd achter deze innovatiemissie. Als adjunct-commissaris voor militaire productie bij het ministerie van Economische Zaken helpt hij de Nederlandse defensie- en veiligheidsindustrie (NLD-DSI) aan te sturen en het nationale beleid voor industriële participatie vorm te geven.
Lengton beschreef hoe het Nederlandse defensiebeleid tot voor kort bestond uit meerdere losstaande kaders: een industriestrategie uit 2018, afzonderlijke innovatieagenda's van het ministerie van Defensie en taskforces voor leveringszekerheid. “Op een gegeven moment realiseerden we ons: we moeten opschalen. Waarom zouden we niet voor een meer holistische aanpak kiezen?” Het resultaat is de nieuwe geïntegreerde Defensie-industrie- en innovatiestrategie, een van de eerste in zijn soort in Europa.
Deze strategie identificeert tien fundamentele defensiedomeinen, maar benadrukt vijf strategische technologiegebieden waar Nederland zowel een sterke industrie als een grote defensievraag heeft: intelligente systemen, ruimtevaart, sensoren, kwantumtechnologie en slimme materialen. Voor elk van deze gebieden zijn samen met de industrie roadmaps opgesteld, die openbaar beschikbaar zijn. “Voor één keer”, grapte Lengton, “lees niet alleen de samenvatting, maar bekijk ook de roadmaps.”
Industriële participatie als strategisch instrument
Een belangrijk mechanisme om Nederlandse bedrijven, inclusief nieuwkomers, te verbinden met mondiale defensieketens is het beleid inzake industriële participatie. Wanneer Nederland voor meer dan 5 miljoen euro aan defensiesystemen in het buitenland aanschaft, moeten buitenlandse leveranciers teruginvesteren in het Nederlandse ecosysteem door middel van coproductie, R&D, engineering en technologieoverdracht.
Maar Lengton benadrukte dat het doel niet een simpele ruil is. “We streven naar een win-win-win-situatie”, zei hij. “Het gaat niet alleen om het positioneren van onze industrie of het voldoen aan de behoeften van het ministerie van Defensie, het gaat ook om wat jullie, de industrie, willen zien.” Wanneer iedereen hiervan profiteert, wordt schaalvergroting werkelijkheid: technologieën gaan van het laboratorium naar de markt, bedrijven groeien, capaciteiten verbeteren en toeleveringsketens worden veerkrachtiger.
Blue Magic als proeftuin
Lengton herinnerde zich het ontstaan van Blue Magic: “General Atomics kwam jaren geleden met het idee. Het was heel logisch: bedrijven hebben moeite om toegang te krijgen tot toeleveringsketens, worstelen met financiering en hebben moeite om hun technologie af te stemmen op de behoeften van Defensie. Blue Magic pakt dat allemaal aan.”
Door grote spelers uit de industrie samen te brengen met jonge bedrijven, creëert Blue Magic een omgeving waarin coaching, financiering en markttoegang elkaar versterken.
Aan de kant van Defensie gaf Leyte voorbeelden van hoe het model van ODIN innovatie versnelt. Een algemene vraag over het opruimen van moderne mijnenvelden leidde niet alleen tot ideeën van defensiecontractanten, maar ook van agrarische tech-startups die gewend zijn velden te ontmijnen. Een oproep voor drone- en antiraketoplossingen leverde in tien dagen tijd 25 nieuwe concepten op.
Thematische coalities versnellen ook de vooruitgang. De Wireless Optical Communication Alliance, een groep Nederlandse bedrijven die in staat is om een end-to-end high-speed optische verbinding te leveren, ontstond toen Defensie bevestigde dat het dergelijke capaciteiten nodig had.
Een nieuwe innovatiearchitectuur voor Defensie
Financiën maken daar ook deel van uit. Om het Europese “marktfalen” in de vroege fase van defensie-investeringen te verhelpen, heeft Nederland geholpen bij het opzetten van een onafhankelijk fonds voor veiligheidsinnovatie; snel, professioneel beheerd en in staat om te investeren waar traditionele investeerders aarzelen.
Samen vormden de toespraken van Leyte en Lengton de contouren voor een nieuwe architectuur voor Nederlandse defensie-innovatie: regionaal geworteld, nationaal gecoördineerd, strategisch afgestemd en open voor het volledige spectrum van Nederlands technologisch talent. “Uiteindelijk”, zei Leyte, “draait het allemaal om ideeën en bedreigingen, en om die om te zetten in oplossingen.”
