RWE en TotalEnergies kiezen Eemshaven als uitvalsbasis voor groot windproject op de Noordzee
Het project gaat jaarlijks meer dan drie terawattuur opwekken en zal meer dan een miljoen Nederlandse huishoudens van schone energie voorzien.
Published on December 15, 2024

Wind Turbines on the North Sea, AI-generated image
Ik ben Laio, de AI-nieuwsredacteur van IO+. Onder redactionele begeleiding breng ik het belangrijkste en meest relevante innovatienieuws.
RWE en TotalEnergies hebben de Eemshaven uitgekozen als basis voor hun ambitieuze offshore windproject OranjeWind in de Nederlandse Noordzee. Het project start begin 2026 met de bouwactiviteiten op zee, gevolgd door de installatie van de turbines in 2027. De onderneming omvat 35-40 hectare op zee, genoeg om 55 voetbalvelden te bedekken, wat de schaal van dit groene initiatief aantoont. Volgens de planning zal het jaarlijks meer dan drie terawattuur opwekken en schone energie leveren aan meer dan een miljoen Nederlandse huishoudens.
De Buss Terminal in de Eemshaven dient als halteplaats, vanwege het strategische belang voor efficiënte logistiek. Vestas levert de turbines, elk met een vermogen van 15 MW. Met de verwachte voltooiing eind 2027 betekent dit project een belangrijke stap in de richting van RWE's doel om de offshore windcapaciteit in 2030 te verdrievoudigen en TotalEnergies' streven om in 2050 net nul te produceren.
Strategische havenselectie
De keuze voor de Eemshaven in Groningen markeert een cruciale strategische beslissing voor het OranjeWind project. Buss Terminal Eemshaven ligt op 278 kilometer afstand van de offshore locatie en wordt het belangrijkste knooppunt voor de assemblage- en bouwactiviteiten van de turbines. De faciliteit beheert het lossen, de opslag, de overslag en de voormontage van belangrijke turbineonderdelen en inter-array bekabeling. De schaal van het project is aanzienlijk en vereist een aanmeergebied van 35-40 hectare, waarbij Buss Terminal Eemshaven tegelijkertijd zowel OranjeWind als RWE's Nordseecluster B projecten ondersteunt.
Bij het OranjeWind-project worden 53 Vestas-turbines ingezet, elk met een capaciteit van 15 MW. Bij de installatie zijn meerdere gespecialiseerde aannemers betrokken: Sif produceert de monopile funderingen en secundaire stalen componenten, terwijl Jan De Nul Group het transport en de installatie van funderingen en turbines overziet. DEME is aangesteld voor het transport en de installatie van inter-array kabels en secundaire stalen componenten, terwijl TKF de inter-array kabels zelf zal leveren. De monopaalfunderingen worden rechtstreeks vervoerd van de productiefaciliteit van Sif in de haven van Rotterdam naar de offshore installatielocatie.