Regulering, CCS en laadinfra: zo werkt EU aan groene mobiliteit

De auto-industrie - goed voor 13 miljoen banen en 13 miljoen auto's per jaar - is een van Europa's toonaangevende industrieën. Maar de sector heeft het zwaar. Chinese autofabrikanten betreden de markt met goedkope EV's. Zo heeft het Chinese MC zijn Europese verkoopcijfers vier jaar op rij zien verdubbelen. De transitie naar emissievrije voertuigen, digitalisering en toenemende internationale concurrentie zetten Europa onder druk.

Dus: terwijl China en de VS fors investeren in batterijtechnologie, digitalisering en nieuwe productiemethoden, moet Europa versnellen om zijn positie te behouden. Verbinding tussen mobiliteitssectoren is essentieel om een goede positie terug te veroveren. Precies op dat punt wil de Drive Forward Conferentie (8 en 9 april op de Automotive Campus in Helmond) een eerste aanzet geven. Tijdens het evenement staan er drie cruciale vraagstukken centraal. specifiek gericht op drie cruciale vraagstukken die de toekomst van mobiliteit bepalen:

Decarbonisatie – Hoe realiseren we de overgang naar emissievrije voertuigen en de bijbehorende infrastructuur? En hoe kunnen we schoner produceren met nieuwe productiemethoden en digitalisering?
Digitalisering – Hoe veranderen AI, geavanceerde rijhulpsystemen (ADAS) en slimme mobiliteitsoplossingen de manier van transport?
Innovatie en competitiviteit – Hoe kan Europa de technologische voorsprong behouden en de internationale concurrentie aangaan?Decarbonisatie, Digitalisering en Innovatie & Competitiviteit.

In aanloop naar Drive Forward kijken wij in drie afleveringen alvast naar de positie die Europa op dit moment inneemt in de auto-industrie. Per thema kijken we alvast naar de positie die Europa momenteel inneemt. Vandaag: decarbonisatie.

De transportsector: bron van broeikasgasemissies

De Europese Unie (EU) heeft ambitieuze doelstellingen vastgesteld om de CO₂-uitstoot in de transportsector drastisch te verminderen. Een belangrijke mijlpaal is de verwachting dat de CO₂-emissies van het wegvervoer in de EU in 2025 hun piek zullen bereiken, gevolgd door een daling van ongeveer 25% tegen 2035. Deze prognose is het resultaat van recente regelgeving, waaronder de CO₂-normen voor auto's en bestelwagens, evenals soortgelijke wetgeving voor vrachtwagens en bussen.

Ondanks deze positieve vooruitzichten blijft de transportsector een aanzienlijke bron van broeikasgasemissies. In 2022 waren de emissies ongeveer 26% hoger dan in 1990, voornamelijk als gevolg van de groeiende transportvraag die de efficiëntiewinsten overtreft. Hoewel de adoptie van elektrische voertuigen (EV's) toeneemt en de inzet van schonere brandstoffen bijdraagt aan de reductie van CO₂-uitstoot, verloopt de implementatie tot nu toe te traag om een significante impact te hebben op de algehele trend.

Carbon Capture and Storage

Een ander belangrijk aspect van de decarbonisatie-inspanningen is de ontwikkeling van infrastructuur voor koolstofafvang en -opslag (CCS). Er zijn ongeveer 100 tot 120 potentiële CO₂-afvangclusters en ongeveer 100 opslaglocaties in heel Europa geïdentificeerd. Het toekomstige Europese CO₂-transportnetwerk zou tegen 2030 een lengte van 6.700 tot 7.300 km kunnen bereiken en tegen 2050 kunnen uitgroeien tot 15.000 tot 19.000 km. De uitrol ervan zou tegen 2030 tussen de 6,5 miljard en 19,5 miljard euro kunnen kosten, en tegen 2050 tussen de 9,3 miljard en 23,1 miljard euro.

In het openbaar vervoer is er een significante verschuiving naar elektrificatie. In Nederland bestaat de vloot al voor 27% uit elektrische stadsbussen. Als de markt zich in dit tempo blijft ontwikkelen, zal de verkoop van elektrische stadsbussen in de gehele EU dit jaar voor het eerst groter zijn dan die van dieselvarianten. Deze trend wordt gedreven door ambitieuze doelstellingen van Europese steden om de emissiedoelen voor 2030 te halen. Met VDL en Ebusco heeft de Brainportregio twee grote spelers op de elektrische bussenmarkt, al laten vooral de ontwikkelingen bij de Deurnese busbouwer zien dat dat allemaal niet vanzelf gaat.

In 2025 is het make-or-break voor Europese auto-industrie

De Europese autosector vecht tegen Chinese EV's en CO2-doelstellingen. Kan 2025 oplossingen brengen voor duurzame mobiliteit?

Emissievrije voertuigen

In lijn met haar ambitieuze klimaatdoelstellingen heeft de Europese Unie besloten dat vanaf 2035 de verkoop van nieuwe auto's en bestelwagens met een verbrandingsmotor niet langer is toegestaan. Dit betekent dat vanaf dat jaar alleen nog emissievrije voertuigen, zoals elektrische auto's en waterstofvoertuigen, nieuw op de markt mogen worden gebracht. Bestaande voertuigen met een verbrandingsmotor kunnen echter nog steeds worden gebruikt en verhandeld op de tweedehandsmarkt. Dit besluit maakt deel uit van het bredere plan van de EU om tegen 2050 klimaatneutraliteit te bereiken. De transportsector, verantwoordelijk voor ongeveer 20% van de totale CO₂-uitstoot in de EU, speelt een cruciale rol in deze transitie. Naast het verbod in 2035 zijn er tussentijdse doelstellingen vastgesteld; zo moeten autofabrikanten tegen 2030 een CO₂-reductie van 55% voor nieuwe auto's en 50% voor nieuwe bestelwagens realiseren ten opzichte van de niveaus in 2021.

Hoewel dit verbod een significante stap is richting een duurzamer mobiliteitslandschap, is er binnen de EU ook discussie over de haalbaarheid en impact ervan. Zo heeft de grootste fractie in het Europees Parlement, de Europese Volkspartij (EVP), recentelijk gepleit voor herziening of uitstel van het verbod. Zij wijzen op de uitdagingen die gepaard gaan met de transitie naar volledig elektrische mobiliteit, zoals de huidige beperkte infrastructuur voor opladen en de betaalbaarheid van elektrische voertuigen voor consumenten.

Stimuleren van innovatie

Desondanks blijft het verbod vooralsnog staan en zet de EU in op een versnelde uitrol van laadinfrastructuur en stimulering van innovatie binnen de auto-industrie om de overgang naar emissievrije mobiliteit te faciliteren. Dit omvat investeringen in onderzoek en ontwikkeling, evenals financiële steunmaatregelen voor regio's en sectoren die het meest worden beïnvloed door deze transitie.

Kortom, Europa maakt significante vooruitgang in de decarbonisatie van de transportsector door middel van strikte regelgeving, investeringen in infrastructuur voor koolstofafvang en -opslag, en de promotie van elektrische mobiliteit. Tegelijkertijd zijn er nog veel uitdagingen zoals de groeiende transportvraag en de noodzaak voor snellere implementatie van schone technologieën. Het doel, het verminderen van de CO₂-uitstoot en het bereiken van klimaatneutraliteit tegen 2050, blijft overeind.

Elektrische bussen in Amsterdam kunnen stroom aftappen van metro

Volgens nieuw onderzoek kunnen de elektrische bussen van Amsterdam worden opgeladen via het bestaande metronetwerk.