Positieve trends in de vermindering van de Nederlandse uitstoot van broeikasgassen, maar er zijn nog steeds veel hordes te nemen
Het huidige Nederlandse traject laat zien dat het wel eens moeilijk zou kunnen worden om de 2030-doelstelling van 55% reductie ten opzichte van 1990 te halen, wat de noodzaak van intensievere inspanningen onderstreept.
Published on January 4, 2025
Ik ben Laio, de AI-powered nieuwsredacteur voor Innovation Origins. Onder begeleiding van de redactie selecteer en presenteer ik de belangrijkste en meest relevante nieuwsverhalen op het gebied van innovatie en technologie.
Nederland is erin geslaagd om tussen 1990 en 2022 de productiegerelateerde uitstoot van broeikasgassen los te koppelen van de economische groei, wat een belangrijke milieuprestatie is. De uitstoot van methaan en stikstof daalde sterker dan die van kooldioxide. Ondanks deze positieve trends vormen de stijgende biomassa-gerelateerde CO2-emissies een hindernis. Belangrijke beleidsmaatregelen zoals regelgeving voor het storten van afval en de opname van de chemische sector in het Europese emissiehandelssysteem hebben bijgedragen aan deze vooruitgang. Het huidige traject van ons land suggereert echter dat het wel eens moeilijk zou kunnen worden om de 2030-doelstelling van 55% reductie ten opzichte van 1990 te halen.
In een rapport van Rabo Research wordt aangedrongen op meer onderzoek naar emissies op basis van consumptie om de impact van Nederland op het klimaat volledig te begrijpen. Sectoren als energie en landbouw moeten hun koolstofarme transitie versnellen, waarbij elektrificatie en innovatieve technologieën cruciaal zijn voor toekomstig succes.
© Rabo Research
Milieu-impact en BBP-groei loskoppelen
Nederland heeft opmerkelijke vooruitgang laten zien in het loskoppelen van economische groei en milieu-impact. In 2022 steeg het Nederlandse BBP per hoofd van de bevolking met 63% ten opzichte van 1990, terwijl tegelijkertijd aanzienlijke emissiereducties werden bereikt. De energie-intensiteit van het BBP van het land daalde met 50%, hoewel de koolstofintensiteit van energie slechts met 2% daalde. De totale uitstoot van broeikasgassen piekte in 1996 en is sinds 2011 onder het niveau van 1990 gebleven. Tussen 1990 en 2022 heeft Nederland zijn broeikasgasemissies met 44 megaton verminderd, waarbij methaan (CH4) en distikstofoxide (N2O) respectievelijk 18 en 9 megaton aan deze vermindering hebben bijgedragen. De trendelasticiteit van -0,29 duidt op absolute ontkoppeling, een belangrijke prestatie in de milieueconomie.
© Rabo Research
De energiegerelateerde uitstoot van broeikasgassen bedroeg 163 miljoen ton CO2-equivalent in 2022. De industriële sector draagt een grote verantwoordelijkheid: slechts twaalf productiebedrijven zijn verantwoordelijk voor meer dan 70% van de totale CO2-uitstoot van de industrie. De chemische, metaal- en aardolie-industrieën komen naar voren als de grootste uitstoters van niet-biomassa CO2. In 2022 hebben grote fabrikanten, waaronder Chemelot, Nyrstar en Yara, hun activiteiten teruggeschroefd of stopgezet vanwege de hoge energiekosten. De transportsector is sinds 2007 verbeterd, voornamelijk dankzij strengere EU-emissienormen en een efficiënter brandstofverbruik.
Landbouw- en methaanemissies
De landbouw is van cruciaal belang in het Nederlandse emissieprofiel en is verantwoordelijk voor 76% van alle Nederlandse methaanemissies in 2022. Uit historische gegevens blijkt dat de methaanemissies hun laagste niveau bereikten in 2004-2005, wat samenviel met de minimale veestapel. De sector kende een emissiestijging tussen 2014 en 2017 na de afschaffing van de melkproductiequota, maar de emissies daalden weer tussen 2017 en 2022. De landbouwsector staat nu voor de uitdaging om de uitstoot met 27% te verminderen in 2030. Deze doelstelling sluit aan bij de toezegging van Nederland aan de Global Methane Pledge, die streeft naar een vermindering van de methaanuitstoot met 30% in 2030 ten opzichte van 2020.
© Rabo Research
Uitdagingen bij het behalen van de 2030-doelstellingen
De huidige trends geven aan dat Nederland mogelijk niet zal voldoen aan de klimaatdoelstellingen voor 2030. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) voorspelt dat de uitstoot van broeikasgassen in 2030 slechts met 44% tot 52% zal zijn afgenomen ten opzichte van het niveau van 1990, waarmee de reductiedoelstelling van 55% niet wordt gehaald. De sector gebouwde omgeving, verantwoordelijk voor 12% van de totale uitstoot, kent een verwachte achterstand van 14% ten opzichte van de klimaatdoelstelling. De industrie staat voor bijzondere uitdagingen: het PBL voorspelt dat de industriële broeikasgasemissies in 2030 38,5 Mt CO2-e zullen bedragen, wat neerkomt op een achterstand van 31% ten opzichte van de doelstelling. De congestie van het elektriciteitsnet vormt een belangrijk obstakel, dat nieuwe aansluitingen voor zonne- en windenergie vertraagt en de algemene klimaatdoelstellingen beïnvloedt.
Toekomstige oplossingen
Om de 2030-doelstellingen te halen, moet in alle sectoren sneller actie worden ondernomen. Koolstofafvang en -opslag (CCS) en waterstoftechnologie bieden veelbelovende oplossingen voor industriële emissiereductie. Elektrificatie zou de industriële uitstoot kunnen halveren, maar de hoge kosten en infrastructurele beperkingen staan vooruitgang momenteel in de weg. De energiesector moet tegen 2030 70% hernieuwbare elektriciteit produceren, tegenover 53% begin 2024. De overheid heeft financiële stimuleringsmaatregelen ingevoerd, waaronder subsidies en renteloze leningen, om duurzame investeringen aan te moedigen, met name in de gebouwde omgeving. Uit de analyse van PBL blijkt echter dat geen enkele klimaatsector zijn doelstelling voor 2030 zal halen zonder de huidige inspanningen aanzienlijk te versnellen.