Politiek debat toont kwetsbaarheid én kansen van digitale focus
In Den Haag botsten zeven partijen over data, AI en infrastructuur – maar de roep om daadkracht klonk unisono.
Published on October 13, 2025

Medeoprichter van Media52 en hoogleraar Journalistiek, bouwt aan IO+, events en Laio, met focus op commerciële kansen—en blijft schrijven voor IO+.
Digitalisering was lange tijd een blinde vlek in Den Haag. Vandaag bleek in het Nationaal Archief dat dit nu aan het kantelen is. Tijdens "hét Digitale Debat", onder leiding van voormalig D66-Kamerlid Kees Verhoeven, kruisten zeven kandidaat-Kamerleden de degens over data, kunstmatige intelligentie, energie en de rol van de overheid. Hun meningsverschillen waren soms scherp, maar de rode draad was duidelijk: Nederland en Europa moeten sneller, steviger en slimmer investeren in de digitale toekomst.
Organisatie van het debat
Dit debat over de grote digitale vraagstukken van vandaag en morgen werd georganiseerd door een brede coalitie van brancheorganisaties uit de digitale industrie: BTG, Cyberveilig Nederland, Dutch Cloud Community, Dutch Datacenter Association, DINL, Dutch Startup Association, Fiber Carrier Association, iPoort, NLconnect en NLdigital. Het debat is mede mogelijk gemaakt door het Programma Open Overheid (PROO).
“Autonomie is geen illusie”
De eerste discussie ging meteen naar de kern: hoe soeverein is Nederland zolang vrijwel alle data in Amerikaanse clouds ligt opgeslagen? Barbara Kathmann (GroenLinks/PvdA) aarzelde geen moment: “Autonomie gaat erover of je zelf de regels bepaalt. Zolang wij rücksichtslos alles in Amerikaanse clouds blijven stoppen, zitten we niet in de bestuurdersstoel.”
D66’er Hanneke van der Werf sloot zich daarbij aan en wees op geopolitieke risico’s: “Als we ons aan het Microsoft-infuus laten hangen, loop je het risico dat de sluis op een dag niet meer open gaat. Dan kunnen we niet eens meer belasting innen.”
Ook CDA’er Hemin Hawezy maakte het beeld concreet. Hij vertelde hoe zijn nichtje een appartement vond waarvan de huisbaas een reservesleutel hield: “Ze vertrouwde het niet en trok zich terug. Precies zo laten wij als overheid de sleutel van onze digitale infrastructuur bij een ander liggen.”
Volt-kandidaat Bjorn Beijnon keek nadrukkelijk naar Europa: “We moeten niet alleen nationaal investeren, maar ook Europees. Open source en open standaarden zijn cruciaal om weer grip te krijgen.”
VVD’er Queeny-Aimee Rajkowski benadrukte dat mooie woorden niet genoeg zijn: “Iedereen zegt dat digitale soevereiniteit belangrijk is. Maar er is ook geld nodig. Daarom wil de VVD een investeringsfonds van 42 miljard euro, onder meer voor een Europese cloud.”
De kansen van AI – en de zorgen
Na de harde woorden over afhankelijkheid verschoof het debat naar innovatie. Hier was de spanning voelbaar tussen optimisme over kansen en zorgen over risico’s.
Partij voor de Dieren-kandidaat Cynthia Pallandt maakte duidelijk dat AI volgens haar niet louter een groeimotor mag zijn: “Digitalisering moet dienend zijn aan mensen, aan dieren, aan de natuur en aan de democratie – niet alleen aan winst en macht.”
Rajkowski erkende de risico’s, maar waarschuwde voor te veel terughoudendheid: “In de fysieke wereld is alles dichtgeregeld, maar online was het jarenlang het wilde westen. Gelukkig hebben we nu regels zoals de Digital Services Act. Maar op AI dreigen we door te schieten. We moeten terug naar het midden.”
Volgens Kathmann ligt het probleem dieper: “Omdat we in Den Haag te weinig tijd besteden aan kansen, blijven we steken in het benoemen van risico’s. Ondertussen doen ministeries alsof AI een toverstokje is dat alle zorgproblemen oplost. Zonder investeringsklimaat, zonder regulatory sandboxes, kom je nergens.”
Van der Werf sloot daarbij aan: “Zolang we achterover blijven leunen, importeren we technologie uit de VS en China die niet op onze normen en waarden is gebouwd. We moeten zelf ontwikkelen.”
Energie en talent: de achilleshiel
Een derde lijn die steeds terugkwam, was het tekort aan energie en talent. SGP’er Ruben van Heteren formuleerde het scherp: “Als we nu niks doen, laden we straks niet alleen onze auto’s niet meer op, maar werkt ook ons Europese cloud-systeem niet. Netcongestie moet nú worden opgelost.”
Hij pleitte ook voor een bredere kijk op talent: “Kijk niet alleen naar diploma’s, maar ook naar zolderkamer-techneuten en mbo’ers. Daar zit enorme kracht.”
Hawezy (CDA) verwees naar forse investeringen die zijn partij voorstelt: “We trekken 12 miljard uit voor sleuteltechnologieën en nog eens 12 miljard voor energie en klimaat. Dat is nodig om bedrijven als ASML hier te houden.”
Maar Van der Werf wees op een andere bottleneck: “Goede scholen en universiteiten zijn net zo belangrijk als energie. Internationale studenten wegsturen is funest. Die hebben we keihard nodig om onze innovaties te realiseren.”
Infrastructuur als vergeten fundament
Het debat legde bloot dat infrastructuur jarenlang is veronachtzaamd. Rajkowski herinnerde eraan hoe datacenters bijna tot verboden terrein werden verklaard: “Het beeld was heel negatief, terwijl datacenters essentieel zijn. Gelukkig is er nu een toetsingskader, maar we moeten slimmer omgaan met ruimte en afspraken.”
Beijnon waarschuwde dat de macht van Amerikaanse techreuzen ook hier zichtbaar is: “Veel van onze datacenters zijn in handen van Amerikaanse partijen. Als we een Silicon Europa willen, moeten we zelf investeren in kabels, knooppunten en datacenters.”
Van der Werf maakte het concreet: “Op Prinsjesdag liep ik rond met een zeekabel-hoed om aandacht te vragen. Voor de prijs van een paar kilometer snelweg kun je een zeekabel financieren – de ruggengraat van onze digitale economie. Als we dat niet doen, verliezen we ons knooppunt in de wereld.”
Een ministerie van Digitale Zaken?
Tot slot kwam de vraag op hoe de overheid zelf georganiseerd moet worden. Volt drong aan op een apart ministerie. Beijnon: “Het kastje-naar-de-muur-effect moet stoppen. Een minister van Digitale Zaken krijgt mandaat en budget om echt knopen door te hakken.”
Rajkowski vond dat te kort door de bocht: “Het gaat erom dat digitalisering overal wordt meegenomen, niet alleen in één ministerie. De overheid moet zelf ook digitaal vaardig zijn.”
Kathmann zag vooral een kwestie van continuïteit: “We hebben eindelijk een commissie Digitale Zaken en een staatssecretaris gehad. Maar zolang iedere twee jaar de woordvoerders wisselen, blijven we achterlopen.”
Slotronde: urgentie boven partijpolitiek
In hun slotstatements benadrukten de kandidaten vooral de urgentie. Pallandt waarschuwde: “Bescherm wat kwetsbaar is. Zet digitalisering alleen in waar het waarde toevoegt, niet om grote bedrijven groter te maken.”
Van Heteren riep op tot nuchterheid: “Bouw een AI-datacenter in Groningen, maar neem afscheid van de megadatacentra van multinationals die weinig bijdragen.”
Hawezy keek juist naar samenwerking: “Het gaat niet alleen om overheid of markt. Het gaat om de samenleving. Brancheorganisaties, provincies, maatschappelijke coalities – die moeten we samenbrengen.”
Het publiek in de zaal, grotendeels uit de digitale sector, hoorde politici die elkaar stevig bevroegen maar ook regelmatig instemmend knikten. Verhoeven vatte het treffend samen: “Digitalisering raakt alles en verandert alles. We hebben ook in de politiek de laatste jaren enorme stappen gezet. Het is geen technisch thema meer, het is geopolitiek. En eindelijk wordt er in Den Haag serieus over gesproken.”