Logo

NRC-reconstructie: Nexperia legde Europa’s afhankelijkheid bloot

NRC-journalist Marc Hijink volgde Nexperia anderhalf jaar van binnenuit en zag hoe de geglobaliseerde droom uit elkaar viel.

Published on December 30, 2025

a pile of chips on a wafer

Team IO+ selecteert en brengt de belangrijkste nieuwsverhalen over innovatie en technologie, zorgvuldig samengesteld door onze redactie.

Een uitgestrekte, bijna anonieme fabriek in Dongguan, in het zuiden van China, is een van de cruciaalste plekken in de mondiale elektronica-economie. Binnen rollen koperen strips vol minuscule componenten langs operators in cleanroompakken, “als de ratelende filmrollen van een bioscoopprojector”, zoals NRC-journalist Marc Hijink noteerde in zijn reconstructie van Nexperia’s ontploffing van binnenuit. Wat daar van de haspels komt, is geen glamour-silicium: geen AI-accelerators, geen smartphonebreinen, maar de “industriele rijst” van het moderne leven: diodes, transistoren en vermogensschakelaars die auto’s, laders, tv’s en industriële systemen geruisloos draaiende houden.

En toen, begin oktober 2025, stopte die eindeloze film.

Hijinks meeslepende longread, gebaseerd op achttien maanden verslaggeving, fabrieksbezoeken, gesprekken met bestuurders en beleidsmakers en ingeziene documenten, laat zien hoe Nexperia, met hoofdkantoor in Nijmegen maar in handen van het Chinese Wingtech, klem kwam te zitten tussen Washington en Beijing. Het resultaat: een Nederlandse diplomatieke crisis, een schok in de autotoeleveringsketen en een harde les voor Europa’s ambities rond chipsoevereiniteit. Het continent blijkt strategisch kwetsbaar, niet alleen bij geavanceerde chips, maar óók bij de simpelste.

Nexperia in niemandsland: hoe een chipbedrijf uit Nijmegen klem kwam te zitten tussen twee wereldmachten
NRC

Nexperia in niemandsland: hoe een chipbedrijf uit Nijmegen klem kwam te zitten tussen twee wereldmachten

Achter de schermen: De Chinese ondernemer Wing wilde chipmaker Nexperia tot een nog grotere wereldspeler maken. Maar zijn bedrijf werd een speelbal van China en de VS, met een diplomatieke crisis en een wereldwijd chiptekort tot gevolg. NRC volgde Nexperia anderhalf jaar van binnenuit en zag hoe Wings droom uiteenspatte.

Een bedrijf gebouwd voor globalisering - en er vervolgens door gestraft

De afkomst van Nexperia loopt rechtstreeks via Philips en NXP. Het bedrijf ontstond in 2017, toen NXP zijn divisie ‘standard products’, intern ooit weggezet als “chicken feed”, verkocht aan investeerders met Chinese banden. Die deal stuitte destijds op weinig politieke weerstand. Het was precies het soort grensoverschrijdende industriële logica dat de hoogtijdagen van globalisering typeerde: Europese kennis, Aziatische schaal, wereldwijde distributie.

In Hijinks verhaal belichaamde de Dongguan-fabriek dat model. Wafers uit Hamburg werden daar gezaagd, verpakt en via Hongkong naar klanten overal ter wereld verscheept. Nexperia’s “heldenproduct” was een chipbehuizing uit de jaren zestig, geproduceerd in aantallen van tientallen miljoenen per dag; winstgevend alleen dankzij meedogenloze efficiëntie en extreem lage foutpercentages.

Die efficiëntie werd een geopolitieke knelplek.

De komst van “Wing”: ambitie, ongeduld en botsende bestuursculturen

Het kantelpunt, zo beschrijft NRC, kwam met Zhang Xuezheng - “Mr. Wing” - de Wingtech-ondernemer die Nexperia in 2019 kocht voor 3,6 miljard dollar. Wing, schrijft Hijink, presenteerde zich als een onvermoeibare bouwer: vroeg op, hardlopen, marathondiscipline, en de controlezucht van een oprichter. Hij wilde Nexperia omvormen van een uiterst winstgevende, “saaie” leverancier tot een wereldspeler, met doelen die Europese managers met open mond achterlieten.

Hijink vangt de kernspanning in één citaat dat Wing hem gaf: “De Amerikanen zeggen dat we een Chinees bedrijf zijn, en in China zeggen ze dat we een Nederlands bedrijf zijn. Hoe moeten we zo overleven?” Die status van “niemandsland” was geen retoriek. Ze werd zichtbaar toen de Amerikaans-Chinese tech-oorlog verdiepte en “achterdeurtjes” in exportcontrole-regimes dichtgingen.

Binnen het bedrijf versterkte een cultuurclash de geopolitieke druk. Wing voerde het tempo op, trok overleg het weekend in en eiste uitputtende datasets over markten en klanten. Managers, schrijft NRC, voerden soms spreadsheets aan met “willekeurig gekozen en soms verzonnen cijfers” om aan onmogelijke verlanglijstjes te voldoen, tot Wing de fictie ontdekte en ontplofte. Het is een bedrijfsreflex die je vaker ziet in founder-gedreven groeiverhalen, alleen ging het hier niet om een startup, maar om nationale belangen.

De strategische breuklijn: wafers, “quick fixes” en de angst voor weglekkende kennis

Een belangrijke rode draad in Hijinks reconstructie is de relatie tussen Nexperia en WingSkySemi, een aparte Chinese waferfabriek die aan Wing is gelieerd. Terwijl de VS de teugels aantrok, zagen Nexperia’s Europese bestuurders Chinese wafercapaciteit als een hedge. Maar tegelijk vreesden ze dat diezelfde capaciteit een kanaal kon worden voor kennisoverdracht en dus ook een commerciële bedreiging.

Hijink beschrijft de interne achterdocht: WingSkySemi begon vergelijkbare MOSFET-producten onder eigen merk uit te brengen, en een voormalig medewerker zei tegen NRC: “Het is onmogelijk te bewijzen dat kennis is gelekt, maar ze begonnen ineens producten te verkopen uit het niets.” Of de claim juridisch hard te maken is, staat los van de politieke lading: in een context van Amerikaanse zwarte lijsten en Europese veiligheidstoetsen werd dit sowieso explosief.

Dit is het deel van het verhaal dat groter is dan Nexperia. In 2025 begonnen ‘legacy’-chips en vermogenscomponenten, ooit gezien als onschuldig, steeds meer te gelden als kritieke infrastructuur. Reuters meldde dat Nederlandse officials de VS waarschuwden voor de keteneffecten van exportcontrole en om uitstel vroegen, omdat Nexperia’s chips cruciaal zijn voor de autotoeleveringsketen.

Een Nederlandse noodwet, een Amerikaans besluit en China’s tegenhefboom

De breuk, in NRC’s relaas, kwam via een cascade van uitzonderlijke ingrepen:

  • De VS bereidde een “Affiliates Rule” voor om exportverboden uit te breiden naar dochterbedrijven van Chinese partijen op de zwarte lijst.
  • Nederlandse beleidsmakers, bang voor het uithollen van Europese activiteiten en mogelijke transfers van geld en knowhow, grepen naar een instrument uit de Koude Oorlog: de Wet Beschikbaarheid Goederen (WBG), een noodwet uit 1952 die in deze vorm niet eerder was ingezet.
  • Vrijwel gelijktijdig legde de minister de noodmaatregel op en schorste de Ondernemingskamer Wing als CEO in een uitzonderlijk snelle procedure.

Voor Beijing oogde dit als gecoördineerde actie onder Amerikaanse druk. China reageerde met een bot economisch wapen: een exportverbod dat Nexperia’s verpakkingsoutput feitelijk binnen China opsloot en wereldwijd schaarste aanwakkerde. Reuters documenteerde de schokgolven door de auto-industrie en de diplomatieke paniek die daarop volgde.

Hijinks verhaal onderstreept een harde symmetrie: het Westen bewapent software, tooling en exportcontrole; China bewapent verwerkingscapaciteit en exportvergunningen. En Europa, ertussenin, ontdekt hoeveel speelruimte je verliest wanneer een supply chain geografisch én juridisch doormidden is gesneden.

“Industry rice” als topoverleg-onderwerp

Een van de opvallendste momenten in de reconstructie is hoe snel Nexperia van een bedrijfsconflict opschoof naar geopolitiek op leidersniveau. Hijink beschrijft hoe Trump en Xi niet alleen spraken over soja en grondstoffen, maar ook over de “industry rice”-chips die Nexperia in China verpakt. Reuters meldde vergelijkbaar hoe het Witte Huis hervatte leveringen aankondigde vanuit Nexperia’s Chinese faciliteiten, terwijl de druk vanuit automakers opliep.

Voor Europa was de vernedering zichtbaar: Brussel en Den Haag zaten niet centraal aan tafel toen de supermachten op de pauzeknop drukten. Zelfs de simpelste chips legden een afhankelijkheid bloot waarop Europa operationeel niet had geanticipeerd.

Twee Nexperia’s, één gebroken logica

Hijink eindigt met het beeld van een bedrijf dat in tweeën is gezaagd: Nexperia BV in Europa probeert financiering te regelen en “China plus one”-capaciteit (Maleisië) op te schalen, terwijl Nexperia China alternatieve waferleveranciers zoekt en de rechtszaken zich opstapelen. Recente berichtgeving laat zien hoe omstreden de zeggenschap blijft en hoe lang kwalificatiecycli voor nieuwe leveranciers kunnen duren.

Wingtech ontkent in het weerwoord dat NRC opnam de aantijgingen van wanbeleid en stelt dat de “hoofdoorzaak” niet bij Wing lag, maar bij “bewuste interventie” van de Nederlandse minister. Ook stelt Wingtech dat WingSkySemi “specifiek voor Nexperia” is opgezet en dat afspraken door management en toezichthouders zijn goedgekeurd. Dat weerwoord is relevant, omdat het wijst op het juridische en reputatiegevecht dat nog volgt: als rechters uiteindelijk de redenering van de Nederlandse overheid verwerpen, krijgt Europa’s jonge “economic security”-instrumentarium een stevige geloofwaardigheidstest.

Wat dit betekent voor Europa’s chipsoevereiniteit

De les is niet simpelweg: “verkoop geen strategische assets.” Europa weet al dat het laat is in het soevereiniteitsdebat. De les is dat strategische afhankelijkheid óók in de saaie lagen zit:

  • Legacy-chips zijn kritieke infrastructuur. Ze slaan geen data op, maar bepalen wel of fabrieken draaien, auto’s geleverd worden en netten stabiel blijven.
  • Back-endcapaciteit is een geopolitieke hefboom. Packaging en testing zijn net zo inzetbaar als economische drukmiddel als EUV-tools.
  • Governance is nu industriebeleid. De strijd ging niet alleen over eigendom, maar over wie bankmandaten tekent, wie wafercontracten goedkeurt en wie de “reserved matters” controleert.
  • Europa heeft afdwingbare “China-plus-one”-redundantie nodig. Niet als slogan, maar als gefinancierde capaciteit, gekwalificeerde leveranciers en contractuele keuzevrijheid.
  • Coördinatie moet Europees zijn, niet alleen nationaal. Als de Duitse autobasis gegijzeld kan worden door een Nederlandse interventie in een bedrijf met Chinese operaties, is “soevereiniteit” per definitie collectief.

Hijinks reconstructie leest als een corporate thriller, maar de onderliggende boodschap is keihard beleid: Europa’s economische veiligheidsstrategie kan niet alleen focussen op de nieuwste nodes. De volgende crisis komt óók van de goedkoopste chips, precies omdat niemand ze op voorraad houdt en omdat supply chains ze het hardst hebben geoptimaliseerd tot één enkel breekpunt.

En in een wereld waarin globalisten geen ruimte meer krijgen, kan zelfs “industry rice” een wapen worden.