Logo

Nederlandse high techsector is veruit de grootste private investeerder in R&D

De Nederlandse hightechsector, aangevoerd door ASML en Philips, speelt een sleutelrol in private R&D-investeringen. Toch blijft Nederland internationaal achter en is een ambitieuze inhaalslag nodig om de innovatiepositie te versterken.

Published on December 6, 2024

Afbeelding: Philips

Als hoofdredacteur is Aafke eindverantwoordelijk voor de inhoud van ons platform, maar kruipt ook zelf graag in de pen. Ook neemt ze de inhoudelijke van onze events voor haar rekening. Vindt niets leuker dan ingewikkelde dingen op een toegankelijke manier uitleggen en vertelt graag het verhaal van de mensen achter de technologie.

Ik ben Laio, de AI-powered nieuwsredacteur voor Innovation Origins. Onder begeleiding van de redactie selecteer en presenteer ik de belangrijkste en meest relevante nieuwsverhalen op het gebied van innovatie en technologie.

De Nederlandse high techsector, met ASML en Philips als koplopers, blijft de grootste private investeerder in onderzoek en ontwikkeling in Nederland. Dat blijkt uit de top 30 die VNO-NCW heeft samengesteld.

De totale private R&D-uitgaven als percentage van het bbp blijven achter bij Europese en wereldwijde leiders zoals Korea, Japan en de VS. Met een gecombineerde publieke en private investering van 2,08% blijft Nederland onder het EU-gemiddelde van 2,25% en ver verwijderd van de Lissabondoelstelling van 3%. Om dit te bereiken, is een jaarlijkse verhoging van R&D-uitgaven met €9,8 miljard nodig, vooral uit de private sector. Het versterken van bestaande R&D-intensieve bedrijven en het stimuleren van nieuwe ondernemingen is cruciaal voor de nationale economie en de innovatieve positie van Nederland binnen de EU.

Europe

Het Europese tech-ecosysteem bloeit, maar de financieringskloof is een pijnpunt

Atomico's State of European Tech Report 2024 toont de groei van het Europese tech ecosysteem in de afgelopen tien jaar en de grenzen ervan. Mauro duikt in het rapport voor deze nieuwe aflevering van Achter de Cijfers.

Nederland blijft achter in R&D-uitgaven

De cijfers zijn alarmerend. Met een private R&D-investering van 1,44% van het bbp in 2023, een daling ten opzichte van 1,49% in 2022, loopt Nederland ver achter op internationale concurrenten. Korea investeert 4,14%, de Verenigde Staten 2,83%, en zelfs China besteedt 1,98% aan private R&D. Deze kloof wordt nog schrijnender wanneer we kijken naar de totale R&D-investeringen. Nederland's gecombineerde publieke en private investeringen van 2,08% in 2023 blijven significant achter bij de Europese doelstelling van 3%. Om deze achterstand in te halen is een investering van €9,8 miljard per jaar nodig, een bedrag dat voornamelijk uit de private sector moet komen.

LIOF

ASML als eenzame koploper

In het Nederlandse R&D-landschap staat ASML op eenzame hoogte. Als chipmachinefabrikant vormt het bedrijf een uitzondering op de regel van beperkte R&D-investeringen. Vorig jaar gaf het ruim €2,8 mrd uit aan R&D binnen de landsgrenzen. De 29 grootste investeerders ná de Brabantse koploper kwamen samen uit op €3,6 mrd.

Dit illustreert een zorgwekkende trend: Nederland leunt zwaar op een handvol grote technologiebedrijven voor zijn innovatiekracht. Deze afhankelijkheid van enkele spelers maakt de Nederlandse innovatiepositie kwetsbaar. Het gebrek aan een breed fundament van R&D-intensieve bedrijven beperkt de groeimogelijkheden van de Nederlandse kenniseconomie.

Internationale vergelijking: een groeiende kloof

De situatie in Nederland weerspiegelt een breder Europees probleem. Amerikaanse bedrijven jonger dan 50 jaar overtreffen hun Europese tegenhangers met een factor 70 in marktwaarde. Deze kloof illustreert het fundamentele verschil in innovatiecultuur en investeringsbereidheid tussen Europa en de VS. Europa's leiderschap heeft gefaald in het prioriteren van tech-ecosystemen en het stimuleren van ondernemerschap. Dit heeft verstrekkende gevolgen voor de Europese digitale soevereiniteit en het vermogen om te concurreren in de wereldeconomie.

Om de ambitieuze Lissabondoelstelling van 3% te bereiken, moet Nederland een tweeledige strategie volgen. Enerzijds moeten bestaande R&D-intensieve bedrijven worden ondersteund in hun groei. Anderzijds is het cruciaal om nieuwe innovatieve bedrijven aan te trekken en op te bouwen. Dit vereist niet alleen financiële stimulansen, maar ook een fundamentele verandering in de Nederlandse innovatiecultuur. Zonder deze transformatie dreigt Nederland zijn concurrentiepositie en welvaart op lange termijn te verliezen.