Logo

Je patent stopt bij de grens… tenzij het Europa is

In een serie blogposts geeft Marco Coolen een inkijkje in zijn werk als Nederlands en Europees octrooigemachtigde bij AOMB.

Published on November 30, 2025

price labels per country

Marco, octrooi-expert bij AOMB sinds 2013, deelt op IO+ zijn expertise op over octrooien: hoe ze werken, waarom ze belangrijk zijn en wanneer ze hun waarde verliezen.

Denk je dat je met een patent alles in eigen hand houdt? Mooi niet. Zodra jouw product met jóuw toestemming verkocht is binnen de Europese Economische Ruimte (EER), mag het vrij verhandeld worden binnen dat hele gebied. Ook naar landen waar jij een patent hebt. Dat fenomeen heet Europese uitputting; en het kan grote gevolgen hebben voor je strategie.

Marco Coolen, foto © Bart van Overbeeke

Marco Coolen, AOMB. Foto © Bart van Overbeeke

Wat is Europese uitputting precies?

Het klinkt technischer dan het is: als jij een product binnen de EER op de markt brengt, heb je jouw recht op controle daarover “uitgeput”. Of je dat nou zelf verkoopt, of via een distributeur. Vanaf dat moment mag iedereen het verhandelen binnen de EER, ook in landen waar jij bescherming hebt. Denk aan Nederland, Spanje, Duitsland, maar ook Liechtenstein, Noorwegen en IJsland.

En wat is parallelle import dan?

Dat is precies wat er dan kan gebeuren. Iemand koopt jouw product in Spanje, bijvoorbeeld omdat je het daar goedkoper aanbiedt, en verkoopt het daarna in Nederland. Jij hebt misschien een patent in Nederland, maar je kunt daar niks tegen doen. Want het product is al legaal in de EER op de markt gebracht. Jouw recht is ‘uitgeput’.

Wat betekent dit voor ondernemers?

De wereld van de octrooien
Serie

De wereld van de octrooien

Marco Coolen deelt elke zondag zijn inzichten uit de wereld van octrooien. Lees hier de hele serie.

Het maakt je patent niet waardeloos, maar het legt wel een bom onder prijsverschillen tussen landen. Heb je een slimme prijsstrategie waarbij je in bepaalde markten goedkoper verkoopt om sneller binnen te komen? Dan kan dat zich tegen je keren als die producten via parallelle import op duurdere markten belanden.

Voorbeeld?

Stel: je verkoopt je innovatieve product voor €200 in Spanje, maar vraagt er in Nederland €350 voor. Iemand ruikt handel, koopt in Spanje een pallet en verkoopt die in Nederland met €100 winst per stuk. Jij ziet er niks van terug. En juridisch kun je er niks tegen doen, zolang het product oorspronkelijk met jouw toestemming binnen de EER verkocht is.

Wat kun je wél doen?

  1. Slim patenteren buiten Europa. Buiten de EER (denk aan China, Zwitserland, VS of Oeganda) geldt Europese uitputting niet. Daar kun je met een geldig patent wél import tegenhouden, zolang je er zelf nog niets op de markt hebt gebracht.
  2. Prijsstrategie heroverwegen. Zorg dat de verschillen tussen landen niet zó groot worden dat parallelle import aantrekkelijk wordt.
  3. Gebruik je patent als onderdeel van een bredere strategie. Patenten beschermen je innovatie, maar geen marktaandeel. Combineer ze met distributieovereenkomsten, merkregistraties en prijsvorming om je positie te versterken.

Kortom:

Je patent is een krachtig instrument, maar alleen als je het goed begrijpt. Europese uitputting klinkt als juridisch detail, maar raakt aan de kern van je verdienmodel. Laat je dus niet verrassen en maak van je kennis je voorsprong.