Het wereldpatent bestaat niet (en dat Is helemaal niet erg)
In een serie blogposts geeft Marco Coolen een inkijkje in zijn werk als Nederlands en Europees octrooigemachtigde bij AOMB.
Published on July 6, 2025

Marco, octrooi-expert bij AOMB sinds 2013, deelt op IO+ zijn expertise op over octrooien: hoe ze werken, waarom ze belangrijk zijn en wanneer ze hun waarde verliezen.
Een wereldpatent. Eén aanvraag en je uitvinding is overal ter wereld beschermd. Klinkt fantastisch, toch? Helaas: het is een sprookje dat nooit werkelijkheid zal worden.
In werkelijkheid werkt het heel anders. Elk land wil namelijk zelf bepalen of jij daar een monopolie krijgt op jouw innovatie. En eerlijk gezegd: dat is ook logisch. Een patent geeft je een exclusieve positie in de markt, een machtig recht waarmee je anderen kunt tegenhouden. Geen enkel land geeft die macht zomaar uit handen aan een externe instantie.

Marco Coolen, AOMB. Foto © Bart van Overbeeke
Wat kan er wel?
In Europa is er een mooie stap gezet met het Unitary Patent. Daarmee kun je via één aanvraag bescherming krijgen in 18 Europese landen. Maar zelfs binnen Europa is het geen volledige dekking: belangrijke landen zoals Spanje, Polen en Kroatië doen bijvoorbeeld niet mee.
En wereldwijd? Stel je even voor dat Amerika, China of Rusland het beheer van hun patentrechten uit handen geven aan een internationale organisatie. Dat is - zeker in de huidige geopolitieke context - gewoon niet realistisch. Landen willen zelf bepalen wie ze economische voordelen geven.
Waarom het geen probleem is
Gelukkig betekent het ontbreken van een wereldpatent niet dat je geen internationaal succes kunt hebben. Je moet gewoon strategisch kiezen. Waar is bescherming écht zinvol?
Vraag jezelf af:
✔️ Waar liggen je belangrijkste markten?
✔️ Waar wordt geproduceerd (en kan kopiëren ontstaan)?
✔️ Waar zitten je potentiële partners of concurrenten?
Met die antwoorden kun je slim en gericht landen kiezen waar je wél bescherming aanvraagt. Zo houd je de kosten beheersbaar én bescherm je de markten die er echt toe doen.
Hoe werkt internationale bescherming dan?
Je hebt verschillende routes:
- Nationale aanvragen (bijvoorbeeld alleen in Duitsland of de VS).
- Regionale systemen zoals het Europese patent.
- PCT-aanvragen: hiermee koop je tijd (30 maanden) om later te kiezen in welke landen je uiteindelijk bescherming wilt.
Met een goede strategie hoef je dus helemaal niet overal een patent te hebben. Focus op de plekken waar het echt waarde toevoegt.
De kracht van slimme keuzes
Denk eraan: een patent is een investering. Je betaalt niet alleen voor de aanvraag, maar ook voor het in stand houden ervan (via jaarlijkse kosten). Als je in 50 landen bescherming zou willen, moet je ook in 50 landen blijven betalen, jarenlang. Daarom loont het om selectief te zijn.
Soms is het beter om je innovatie in een paar kernmarkten stevig af te schermen dan om je geld te versnipperen over de hele wereld.
Een wereldpatent? Vergeet het maar. Maar dat is helemaal niet erg. Door slim te kiezen waar je bescherming aanvraagt, kun je jouw innovatie net zo effectief internationaal veiligstellen.
Het draait niet om overal zijn. Het draait om op de juiste plekken zijn. En dat is precies wat slimme ondernemers vandaag al doen.

De wereld van de octrooien
Aan de hand van Nederlands en Europees octrooigemachtigde Marco Coolen (AOMB) krijgen we een beter inzicht in de wereld van octrooien en patenten. Hoe werkt het, waarom zijn ze belangrijk, maar ook: wanneer verliezen ze hun nut?
Bekijk De wereld van de octrooien