Europa mist kans als software wereldleider
Nieuw rapport McKinsey: Europa kan koploper software-industrie worden, maar laat potentie onbenut.
Published on June 3, 2025
Team IO+ selecteert en brengt de belangrijkste nieuwsverhalen over innovatie en technologie, zorgvuldig samengesteld door onze redactie.
Europa kan wereldwijd een sleutelrol spelen in de software-industrie, maar laat die potentie voorlopig onbenut. Dat blijkt uit een nieuw rapport van McKinsey en Boardwave, een netwerk van Europese softwareleiders. Volgens het rapport blijven veelbelovende Europese softwarebedrijven vaak steken bij een jaaromzet van zo’n €30 miljoen en slagen ze zelden erin om door te groeien tot wereldwijde topspelers.
Europa vs. Verenigde Staten
In Europa worden minder softwarebedrijven opgericht dan in de VS. Dat komt deels doordat ideeën hier minder vaak uitgroeien tot een groter bedrijf. Start-ups die wel van de grond komen, groeien langzamer. Het duurt gemiddeld 15 jaar voordat een Europees softwarebedrijf €100 miljoen aan jaarlijkse omzet haalt – vijf jaar langer dan in de VS. Ook halen Europese bedrijven minder vaak groeimijlpalen zoals €10 miljoen, €30 miljoen of €100 miljoen omzet.
Europa loopt ook achter als het gaat om het voortbrengen van wereldwijde softwaregiganten in het specifiek. In de VS groeit 5 tot 10 % van de bedrijven met €100 miljoen omzet door naar €1 miljard, terwijl in Europa minder dan 3 % dat niveau bereikt.
Kansen voor Europa
Er zijn echter kansen voor Europa om zijn innovatiekoers te herzien – mits het de juiste keuzes maakt, aldus het rapport. Nieuwe technologiegebieden zoals AI en automatisering bieden kansen voor leiderschap op Europese bodem, waarbij Europese bedrijven als ElevenLabs, Mistral AI en Wayve zich ontwikkelen tot belangrijke wereldspelers. Deze groei komt op een cruciaal moment, vergelijkbaar met de vroege internet- en cloudperiode, toen Amerikaanse bedrijven hun voorsprong omzetten in wereldwijde dominantie.
Tegelijk zorgen geopolitieke veranderingen ervoor dat overheden hun technologische onafhankelijkheid opnieuw bekijken. Dat leidt vaak tot nieuwe regels, investeringen en een focus op lokale leveranciers.
Ook langdurige obstakels voor innovatie, zoals de versnipperde markt in Europa, worden verminderd door technologische vooruitgang en beleidswijzigingen. Software waarbij je betaalt per gebruik, samen met cloudtechnologie waarbij je online werkt zonder dure spullen te kopen, maken het goedkoper en makkelijker voor bedrijven om nieuwe technologie te gebruiken. Daardoor krijgen start-ups in Europa meer kansen. Generatieve AI helpt ook, bijvoorbeeld bij realtime vertalingen en geautomatiseerde naleving van regels over grenzen heen, zodat kleinere teams sneller kunnen groeien en makkelijker kunnen concurreren.
Kortom: er liggen kansen, maar Europa moet zorgen dat ze snel worden benut.
