Eén zinnetje in het contract dat je groei kan remmen
In een serie blogposts geeft Marco Coolen een inkijkje in zijn werk als Nederlands en Europees octrooigemachtigde bij AOMB.
Published on December 14, 2025
Marco, octrooi-expert bij AOMB sinds 2013, deelt op IO+ zijn expertise op over octrooien: hoe ze werken, waarom ze belangrijk zijn en wanneer ze hun waarde verliezen.
Voor veel toeleveranciers is het een groot moment: je sleept een deal binnen bij een grote klant. Nieuwe omzet, nieuwe kansen, misschien zelfs een langdurige samenwerking. En natuurlijk: een contract. Meestal geschreven door de opdrachtgever.
Daarin staat vaak een zinnetje dat ogenschijnlijk onschuldig is, maar zwaarder weegt dan de rest: “Alle intellectuele eigendom is van de opdrachtgever.”
Marco Coolen, AOMB. Foto © Bart van Overbeeke
Op het eerste gezicht lijkt dat logisch. Als jij iets bouwt dat volledig gebaseerd is op de wensen, eisen en technologie van de klant, dan voelt het logisch dat zij ook eigenaar worden van het eindresultaat.
Maar wat als je tijdens die opdracht iets bedenkt wat verder reikt? Een nieuwe methode, een slimmere module, een universeel toepasbare oplossing die ook bij andere klanten inzetbaar is? Als alles automatisch naar de opdrachtgever gaat, raak je niet alleen het eigendom kwijt, je raakt ook controle en toekomstkansen kwijt.
De verborgen waarde van samenwerking
Elke opdracht is ook een leerproces. Zeker in technische sectoren waarin toeleveranciers dagelijks op zoek zijn naar optimalisaties en slimme oplossingen. Die kennis en innovatie zouden niet als bijvangst moeten verdwijnen in een exclusief eigendom van één partij.
Sterker nog: de hele keten profiteert ervan als toeleveranciers hun innovaties kunnen inzetten bij meerdere klanten. Dat betekent lagere kosten, hogere kwaliteit en snellere doorontwikkeling.
Goede afspraken over intellectueel eigendom zijn daarom geen achterhoedegevecht, maar een voorwaarde voor een duurzame en innovatieve samenwerking.
De Wereld van Octrooien
Marco Coolen deelt elke zondag zijn inzichten uit de wereld van octrooien. Lees hier de hele serie.
Patenten als hefboom, niet als slot
Veel mensen denken bij patenten aan blokkeren en verbieden. Maar je kunt ze ook gebruiken als motor voor samenwerking.
Denk aan het afgeven van een licentie. Daarmee geef je jouw klant gebruiksrecht, zonder zelf het eigendom op te geven. En dat gebruiksrecht kun je afbakenen: alleen voor een specifieke toepassing, binnen een bepaalde sector, of in een bepaald land.
Zo houd jij als toeleverancier de mogelijkheid om je vinding elders opnieuw toe te passen. En kan je klant gewoon verder met de innovatie waarvoor hij je heeft ingehuurd. Win-win.
Samen slimmer
Wil je echt bouwen aan een sterke keten? Begin dan met een goed gesprek. Niet over eigendom in zwart-wit, maar over hoe je samen méér waarde kunt creëren. Door slim te verdelen in plaats van alles op te eisen.
Maak afspraken vóór je begint, niet pas als het al te laat is. Benoem welke kennis specifiek voor de klant is ontwikkeld en wat breder inzetbaar is. Zet die afspraken op papier, en gebruik patenten als gereedschap om belangen te balanceren.
Want goede samenwerking draait niet om alles afdekken, maar om samen verder komen. En soms begint dat met één zinnetje. Een zinnetje dat je beter herschrijft voordat je tekent.