Medeoprichter van Media52 en hoogleraar Journalistiek, bouwt aan IO+, events en Laio, met focus op commerciële kansen—en blijft schrijven voor IO+.
Op Level Up 2025 in Eindhoven legde Jelle Prins, medeoprichter van Cradle, uit hoe zijn bedrijf kunstmatige intelligentie gebruikt om eiwitten te ontwerpen – een technologie die volgens hem een revolutie teweeg kan brengen in de geneeskunde, de biotechnologie en zelfs de strijd tegen klimaatverandering. Maar hij waarschuwde ook dat het opbouwen van een AI-ecosysteem van wereldklasse in Nederland voelt als “door de modder rennen”.
Op het eerste gezicht lijken eiwitten misschien niet het toppunt van innovatie. Maar volgens Jelle Prins vormen ze de kern van het leven zelf. “In elke cel van je lichaam zitten miljoenen eiwitten, en die zijn als kleine machientjes”, zei hij. “Als we die machientjes kunnen ontwerpen, kunnen we in principe bijna elke ziekte genezen. We kunnen klimaatverandering en vervuiling oplossen.”
Die visie vormt de basis van Cradle, een Nederlandse start-up die AI ontwikkelt voor het ontwerpen van die eiwitten. “Het lijkt erg op ChatGPT en alle andere AI-tools die je hebt gebruikt”, legt Prins uit, “maar in plaats van tekst te schrijven, ontwerpen we eiwitten.” Meer dan de helft van de klanten van Cradle zijn farmaceutische bedrijven, en de resultaten zijn spectaculair: “Hun R&D-proces kan ongeveer 10 tot 12 keer sneller verlopen en 90% goedkoper worden. Dat is tien keer meer kansen bij het ontwikkelen van nieuwe medicijnen.”
Rennen door de modder
Ondanks het succes van Cradle stak Prins zijn frustratie over het Nederlandse startupklimaat niet onder stoelen of banken. “Zoals mijn medeoprichter het vaak zo treffend verwoordt, is het alsof je door de modder moet rennen”, zei hij. “Alles is minimaal 10 tot 20% moeilijker.”
De obstakels op zich zijn zelden dramatisch, maar ze stapelen zich wel op: “Toen we Cradle oprichtten, kostte het ons ongeveer 70.000 euro om de entiteit goed op te zetten, zodat werknemers op de juiste manier aandelen konden krijgen. En toen duurde het vijf maanden om onze bankrekening te krijgen.” Ook beleidsonzekerheid speelt een rol. Prins wees op de discussies over de Nederlandse 30%-regeling voor hoogopgeleide migranten: “Dat heeft ons een paar potentiële medewerkers gekost, omdat ze Nederland vergelijken met het Verenigd Koninkrijk of de Verenigde Staten. En als de regering dat soort dingen gaat bespreken, trekken ze hun conclusies.”
Ondertussen is de concurrentie wereldwijd. “We concurreren niet met Nederlandse bedrijven”, benadrukte Prins. “We concurreren met wereldwijde spelers als DeepMind en Isomorphic.”
Inzetten op biotechnologie
Op de vraag of Nederland er goed aan doet om in te zetten op biotechnologie, was Prins ondubbelzinnig. "Toen we in 2020 met Cradle begonnen, wisten we dat we iets met AI wilden doen. We vroegen ons af: waar heeft AI de grootste positieve impact? Al snel kwamen we uit bij de biologie. Dus in die zin denk ik nog steeds dat het een juiste keuze is.“
Hij haalde ‘Machines of Loving Grace’ aan, een paper van Dario Amodei, CEO van Anthropic: ”Hij begint met biotechnologie, en het is overduidelijk dat zelfs als AI alleen invloed zou hebben op biotechnologie, zelfs als we alle andere industrieën zouden negeren, dan nog zou het onze wereld volledig gaan veranderen."
In tegenstelling tot DeepMind's Isomorphic Labs, dat zijn eigen medicijnen ontwikkelt, werkt Cradle meer als een SaaS-bedrijf. “We willen met zoveel mogelijk onderzoekers en bedrijven samenwerken”, aldus Prins. “Als we de helft van de top 20 farmaceutische bedrijven en een vergelijkbaar aantal bedrijven in de chemische, agrarische en voedingsmiddelentechnologie kunnen contracteren, dan worden we een van de grotere spelers.”
Op weg naar een Nederlandse AI-strategie
Naast zijn start-up is Prins ook een prominente stem geworden in het vormgeven van het Nederlandse AI-beleid. Samen met MIT-onderzoeker Michiel Bakker schreef hij een opiniestuk waarin hij tien maatregelen voorstelt om Nederland concurrerend te houden. Dat werk is inmiddels uitgegroeid tot de basis voor een nationale AI-strategie, in opdracht van het ministerie van Economische Zaken.
“Wij zijn ervan overtuigd dat AI invloed zal hebben op elke sector”, aldus Prins. “Als we niet zelf beginnen met de ontwikkeling hiervan, zullen we elke sector die nog steeds betaalt voor onze defensie, onze gezondheidszorg en ons onderwijs, kwijtraken.”
Een centrale uitdaging is de infrastructuur. “Elon Musk heeft 200.000 H100's in een datacenter geplaatst à 25.000 dollar per stuk. Dat is 5 miljard dollar”, merkte Prins droogjes op. “Dat gaan we niet doen. Maar als AI-computing de beperkende factor voor je economie wordt, dan moet die infrastructuur worden aangelegd. En je wilt niet afhankelijk zijn van andere landen.”
Zijn voorstel omvat “moonshot-initiatieven”, zoals een biotech-datafabriek om de datasets te genereren die nodig zijn om modellen te trainen, en een fundamenteel robotica-lab om ervoor te zorgen dat Europa niet volledig afhankelijk is van Chinese of Amerikaanse robots. “We kunnen niet concurreren met OpenAI of Anthropic op het gebied van het trainen van gigantische basismodellen”, gaf Prins toe, “maar we kunnen nationale AI-laboratoria bouwen die domeinspecifieke modellen creëren voor industrieën waarin Nederland sterk is, zoals halfgeleiders en agrovoeding.”
Een Nederlandse DARPA?
Een ander initiatief dat Prins ondersteunt, is het Nationaal Agentschap voor Disruptieve Innovatie (NADI), een Nederlandse versie van het Amerikaanse DARPA. “DARPA heeft in het begin van de jaren 2000 ongeveer 11 miljoen dollar uitgegeven aan het promoten van zelfrijdende auto's”, legt hij uit. “Dat heeft niet alleen nieuwe bedrijven opgeleverd, maar een hele industrie. Alle teams die we nu zien, Waymo en andere, vinden hun oorsprong in dat initiatief. Dat is het soort grote, maar realistische ideeën dat we hier nodig hebben.”
Om NADI te laten slagen, moet falen echter deel uitmaken van het ontwerp. “Als meer dan drie op de tien projecten succesvol zijn, dan falen we, omdat we blijkbaar niet ambitieus genoeg zijn.” Hij stelt een budget van ongeveer 200 miljoen euro per jaar voor, in lijn met soortgelijke initiatieven in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk.
Tijdens de vraag- en antwoordsessie daagde een investeerder Prins uit met de vraag of Nederlandse startups realistisch gezien kunnen concurreren met Amerikaanse giganten. Hij stelde dat Nederland zijn eigen middelen moet mobiliseren. “We zijn een van de rijkste landen ter wereld, met enorme pensioenfondsen. Maar hun kapitaal wordt grotendeels in het buitenland geïnvesteerd. We hebben meer van dat geld nodig om in lokale innovatie te investeren.”
Ja, geld is belangrijk, weet Prins. Het kan bijvoorbeeld talent aantrekken. Toch waarschuwde hij dat kapitaal alleen niet alles oplost: "Zelfs als alle pensioenfondsen in Nederlandse deeptech zouden investeren, zouden we OpenAI nog steeds niet inhalen. Het gaat niet alleen om geld, maar ook om talent, infrastructuur en de ambitie om de grootste uitdagingen aan te gaan.“
Voor Prins is het die combinatie van ambitie en focus die hem gemotiveerd houdt. ”Kapitaal is niet het enige dat moet worden aangepakt. Als je je richt op data en modellen, en op problemen waar Nederland echt sterk in is, dan kun je geweldige startups opbouwen. Dat is wat we bij Cradle doen."