Logo

Een patent betekent niet automatisch dat je vrij spel hebt

In een serie blogposts geeft Marco Coolen een inkijkje in zijn werk als Nederlands en Europees octrooigemachtigde bij AOMB.

Published on August 10, 2025

superman on a pile of patent files

Marco, octrooi-expert bij AOMB sinds 2013, deelt op IO+ zijn expertise op over octrooien: hoe ze werken, waarom ze belangrijk zijn en wanneer ze hun waarde verliezen.

Veel ondernemers denken: “Als ik een patent heb, mag ik automatisch ook mijn product verkopen.” Logisch dat je dat zou verwachten; je hebt immers iets unieks bedacht en vastgelegd. Maar helaas: zo werkt het in de wereld van patenten niet.

Een patent is namelijk geen gebruiksrecht. Het is een verbodsrecht. Je krijgt het recht om anderen te verbieden jouw uitvinding te maken, te gebruiken of te verkopen. Maar dat betekent nog niet dat jij zelf vrij spel hebt.

Marco Coolen, foto © Bart van Overbeeke

Marco Coolen, AOMB. Foto © Bart van Overbeeke

Hoe kan dat?

Het zit zo: jouw uitvinding kan prima een slimme verbetering zijn op iets dat al bestaat. Misschien heb je een machine energiezuiniger gemaakt, of een bestaand medisch instrument nauwkeuriger laten meten.

Maar als de oorspronkelijke techniek al gepatenteerd is door iemand anders, bouw jij dus voort op andermans octrooirecht.

Dat betekent:
✔️ Jouw patent beschermt jouw specifieke verbetering.
✔️ Maar je basisoplossing valt nog steeds onder het eerdere patent van die ander.
✔️ Zonder toestemming van die ander mag je het geheel dus misschien niet eens op de markt brengen.

Waarom is dat belangrijk?

Veel technologieën zijn tegenwoordig complex en bestaan uit meerdere lagen van innovaties. Zeker in sectoren als machinebouw, elektronica, medische technologie of software zie je vaak dat bedrijven stapje voor stapje voortbouwen op bestaande technieken.

En dan ontstaat er een interessante dynamiek:

  • Jouw patent geeft je geen vrijbrief om alles te maken.
  • Het geeft je wél een onderhandelingspositie.
  • Jij hebt iets in handen dat de ander misschien ook nodig heeft om verder te ontwikkelen.

De rol van licenties

Dit is waar licenties in beeld komen. Stel:

  • Jij hebt patent op een belangrijke verbetering.
  • Een ander heeft het basispatent waarop jij voortbouwt.

Dan kunnen jullie elkaar iets bieden:

  • Jij hebt hun basis nodig om jouw product te maken.
  • Zij hebben jouw verbetering nodig om hun product verder te verbeteren.

Met een licentie geef je elkaar toestemming elkaars octrooien te gebruiken. Vaak gaat daar een onderhandeling aan vooraf waarin je afspraken maakt over voorwaarden, duur en vergoeding.

Dit heet ook wel cross-licensing en komt veel voor in sectoren waar veel patenten naast en over elkaar bestaan.

De wereld van de octrooien

De wereld van de octrooien

Aan de hand van Nederlands en Europees octrooigemachtigde Marco Coolen (AOMB) krijgen we een beter inzicht in de wereld van octrooien en patenten. Hoe werkt het, waarom zijn ze belangrijk, maar ook: wanneer verliezen ze hun nut?

Bekijk De wereld van de octrooien

Praktijkvoorbeeld

Stel, je ontwikkelt een nieuwe aandrijving voor een bestaande machine. De basisconstructie is al gepatenteerd door een ander bedrijf, maar jouw innovatieve aandrijving levert 20% extra efficiëntie op en is zelf ook patenteerbaar.

Jij hebt dus een patent, maar zonder hun toestemming mag je de complete machine misschien niet maken of verkopen. Anderzijds: zij kunnen jouw aandrijving ook niet zomaar gebruiken zonder jouw toestemming.

Zo ontstaat een onderhandeling waarin jullie elkaar waarde kunnen bieden.

Patenten geven macht, geen vrijheid

Een patent geeft je niet automatisch groen licht om alles te doen met je eigen uitvinding. Wat het je vooral geeft, is onderhandelingsmacht.

Begrijp dat verschil goed. Dan voorkom je vervelende verrassingen én kun je strategisch sterker opereren.