Een kijkje in een reparatielijn voor batterijen
Batterijreparatie wordt de norm in de EU. IO+ bezocht een batterijreparatielijn.
Published on December 23, 2025

© IO+
Mauro verruilde Sardinië voor Eindhoven en volgt als GREEN+ expert de energietransitie. Hij vertelt data-gedreven verhalen en maakt series over duurzaamheid.
De accu is het hart en ook het duurste onderdeel van elektrische voertuigen, van auto's tot scooters en e-bikes. In die accu’s zitten waardevolle materialen zoals lithium, die veel geld kosten en vaak via onzekere toeleveringsketens naar ons toe komen. Daarom is reparatie van accu’s essentieel: zo zorgen we voor meer hergebruik en verlagen we onze CO2-uitstoot.
“Batterijen repareren is een gevoelig onderwerp in Europa. Maar het beschermt ons tegen schokken in de wereldwijde materiaalvoorziening,” zegt Marcin Chojnacki, innovatiemedewerker bij het European Institute of Innovation & Technology (EIT) Urban Mobility.
Het MOBIRE-project, mede gefinancierd en ondersteund door het EIT, onderzocht hoe batterijen beter gerepareerd kunnen worden, hoe het batterijpaspoort kan worden ingebouwd en hoe de regels rond batterijen worden nageleefd. Projectpartners zijn het batterijreparatiebedrijf NOWOS en de micromobiliteitsdeelservice Dott.
Als onderdeel van het project hebben de partners een batterijreparatielijn ontwikkeld in het hoofdkantoor van NOWOS in Amersfoort. In de afgelopen maanden zijn duizenden batterijen uit gebruikte Dott-voertuigen in de reparatielijn terechtgekomen. 80% daarvan kon worden hersteld. De partners boden de pers een exclusief kijkje in hoe deze reparatielijn werkt.
Batterijen repareren: hoe het werkt
Het reparatieproces van batterijen verloopt volgens een aantal stappen en duurt ongeveer drie minuten. Eerst wordt de batterij geregistreerd in een digitaal systeem. Dit zorgt voor traceerbaarheid. In dezelfde stap krijgt de technicus ook toegang tot het batterijbeheersysteem (BMS) door het aan te sluiten op een laptop, waar ad-hocsoftware wordt gebruikt om alle informatie op te halen. Op deze manier kan men precies begrijpen wat het probleem is.
Vervolgens wordt de batterij uit de behuizing gehaald voor een visuele inspectie om te bepalen of de schade mechanisch (bijvoorbeeld aan de behuizing of de ontladingspoort) of elektronisch is. “Mechanische reparaties vertegenwoordigen ongeveer 20 tot 30% van de storingen”, legt Benjamin Guerpillon, chief operating officer bij NOWOS, uit. Binnen het MOBIRE-project is een methode ontwikkeld om de behuizing te verwijderen zonder deze te beschadigen.
De informatie van de batterij wordt naar het systeem geüpload en de batterij gaat naar het volgende station, waar elektronische reparaties, zoals het solderen van gebroken contacten, worden uitgevoerd. Nadat de reparatie is voltooid, ondergaat de batterij een snelle laad- en ontladingstest om te controleren of alle onderdelen correct functioneren. De batterijen kunnen opnieuw worden verzegeld met siliconen.
Nieuwe regelgeving
De laatste stap in het proces is het aanmaken van het batterijpaspoort. Dat is een elektronisch document waarmee informatie over de samenstelling, herkomst en milieu-impact van een batterij kan worden geraadpleegd. Tegen februari 2027 moeten alle batterijen voorzien zijn van een label met een QR-code om toegang te krijgen tot deze gegevens.
NOWOS verzamelt alle informatie over elke cel, van fabrikant tot reparaties. Daarna plakt het een label met QR-code op de batterij, zodat die direct te identificeren is.

Een stapel batterijen met het batterijpaspoort - © IO+
De Europese richtlijn inzake het recht op reparatie (R2RD) geeft consumenten het wettelijke recht om defecte producten te laten repareren, zelfs als de wettelijke garantieperiode is verstreken. Dit geldt voor apparaten zoals stofzuigers, wasmachines en telefoons. Fabrikanten moeten klanten informeren over hun rechten en reparatiediensten opzetten.
“Naarmate de vraag naar lichte vervoersmiddelen groeit, neemt ook het aantal batterijen dat gerepareerd moet worden toe. Europa moet daarvoor de juiste binnenlandse capaciteit opbouwen. Tegelijk is het belangrijk het Europese batterij-ecosysteem te versterken en de levensduur van micromobiliteitsvoertuigen te verlengen. Veel van deze voertuigen en hun batterijen belanden nu te snel op de vuilnisbelt, terwijl ze nauwelijks beschadigd zijn,” zegt Chojnacki.
Meer regels voor de inkoop van batterijmaterialen
Recycling als laatste redmiddel
Recycling is het allerlaatste redmiddel. Elke batterijmodule wordt grondig getest en onderdelen worden indien nodig vervangen. “Mensen hebben het over recycling, maar nauwelijks over reparatie”, aldus Sten van der Ham, chief commercial officer (CCO) van het bedrijf.
Sinds 2019 streeft het in Amersfoort gevestigde bedrijf naar een circulaire economie voor lithium-ionbatterijen, met de nadruk op diagnostiek en reparatie. In de afgelopen vijf jaar heeft NOWOS zich gespecialiseerd in het onderhoud van micromobiliteitsbatterijen, waarbij het samenwerkt met fietsfabrikanten zoals Stella en deeldiensten zoals Swapfiets en Dott.
In de fabriek in Amersfoort worden jaarlijks ongeveer 40.000 batterijen verwerkt. Het bedrijf is ook aanwezig in Frankrijk, waar het een reparatiecentrum exploiteert, en in het Verenigd Koninkrijk, waar het een reparatiepartner heeft. Na een fondsenwerving van €6 miljoen in april wil het bedrijf nu zijn activiteiten uitbreiden en mogelijk nieuwe markten betreden.
Repareren levert economische voordelen op
Dott, actief in meer dan 400 steden in Europa en het Midden-Oosten, geeft prioriteit aan repareren. “Vier jaar geleden zijn we begonnen met het opknappen van voertuigen en hebben we een eigen reparatiecentrum opgezet”, legt Maxim Romain, president en medeoprichter van Dott, uit. “Hoewel we sommige reparaties aan de accu's konden uitvoeren, beschikten we niet over voldoende technische expertise om andere reparaties uit te voeren. Daarom hebben we ons tot NOWOS gewend, omdat we het herstelpercentage wilden verbeteren van 20 naar 80%.”
Regelgeving is niet de belangrijkste reden waarom het mobiliteitsbedrijf deze maatregelen neemt met betrekking tot herstelbaarheid. “Voertuigen die langer meegaan, besparen ons geld en helpen onze CO2-voetafdruk te verkleinen”, aldus Romain.
Dankzij refurbishing kon Dott de levensduur van zijn eerste generatie scooters verdubbelen tot acht jaar. De nieuwere modellen kunnen volgens de woordvoerder van Dott zelfs 15 jaar meegaan. Wat ontbreekt er nog? “Wat we echt nodig hebben, zijn goede ontwerpen waarmee batterijen en onderdelen kunnen worden gerepareerd”, concludeert Romain.
