De vertical farm gaat van hype naar realiteit: mooie beloftes, veel bottlenecks
Op Sky High in Wageningen werd duidelijk: vertical farms zijn geen alles omvattende oplossing voor een nieuw voedselproductiesysteem, maar wel een onmisbaar puzzelstukje.
Published on October 22, 2024
Als hoofdredacteur is Aafke eindverantwoordelijk voor de inhoud van ons platform, maar kruipt ook zelf graag in de pen. Ook neemt ze de inhoudelijke van onze events voor haar rekening. Vindt niets leuker dan ingewikkelde dingen op een toegankelijke manier uitleggen en vertelt graag het verhaal van de mensen achter de technologie.
In Seed Valley (Wageningen) bevinden zich een paar van ’s werelds grootste zaadconglomeraten. De woordspeling verwijst naar Sillicon Valley. In tegenstelling tot drukke headquarters van Google en Uber is deze Valley groen, rustig en gevuld met kleine ‘proef’ boerderijen en kassen. Met de trein kun je er niet komen – en ook Ubers rijden er niet. Waar het in Californië draait om software en semicon, draait het in Wageningen om het ontwikkelen van hoge kwaliteit groente- en fruitzaden waarmee telers op minder oppervlakte meer voedsel kunnen produceren.
Vorige week kwam het bedrijfsleven, onderzoekers en andere belangstellenden samen in de Seed Valley voor de Sky High Day. Binnen het gelijknamige onderzoeksprogramma dat gefinancierd wordt door NWO werken wetenschappers van de betrokken universiteiten (Wageningen University & Research (WUR), TU Eindhoven, Universiteit Utrecht, TU Delft en de Universiteit van Amsterdam) samen met onder andere lichtspecialisten, telers, tuinbouwtechnologiebedrijven, architecten en voedingsleveranciers. Het doel? De verticale landbouw goedkoper en energiezuiniger kunnen maken.
Een nieuwe visie op voedselproductie
In zijn openingsspeech zette programmaleider en professor Leo Marcelis van de WUR de toon voor de rest van de dag: "Als we willen blijven voortbestaan op deze planeet, hebben we een nieuwe visie nodig op voedselproductie." Hij benadrukte dat de traditionele landbouw steeds meer uitdagingen komt te staan: grond, water en een goede bodemkwaliteit worden steeds schaarser.
Vertical farms als teeltsysteem zijn niet dé oplossing, maar wel een cruciaal onderdeel van de puzzel, aldus de professor. “Het stelt telers in staat het productieproces van A tot Z te controleren. Het heeft minder land, water, meststoffen en pesticiden nodig dan traditionele landbouw. Bovendien kun je een vertical farm overtal ter wereld neerzetten, ongeacht het klimaat of de bodemgesteldheid.”
Shake up and shake out
In 2021 werd er $2,1 miljard geïnvesteerd in het teeltsysteem. Inmiddels is de hype “voorbij” en bevindt de sector zich in de “”-fase, aldus Marcelis. “We kijken nu wat er mogelijk is . Dit onderstreept de noodzaak van een realistische benadering.”
Er zijn veel bedrijven failliet gegaan. Stijgende energieprijzen nadat de oorlog in Oekraïne uitbrak deden veel bedrijven de das om. Gek is dat niet: in het teeltsysteem speelt kunstmatige verlichting – en daarmee een hoog energieverbruik - een hoofdrol.
De sector moet werken aan energie-efficiëntie. Dat kan bijvoorbeeld door te kijken naar flexibel energieverbruik: dus, pieken in het gebruik wanneer het rustig is op het net. En naar de integratie van duurzame energiebronnen. In de afgelopen jaren zijn er aanzienlijke verbeteringen doorgevoerd in de efficiëntie van lampen, maar er is nog veel ruimte voor verdere optimalisatie, aldus de programmaleider.
Een interessant aspect is de flexibiliteit van gewassen: sommige gewassen kunnen minder licht verdragen op dagen dat energie duurder is, en meer licht krijgen op goedkopere momenten. Dit soort aanpassingen in het teeltsysteem kunnen aanzienlijke energiebesparingen opleveren.
Durven delen
Wat er nog meer niet goed gaat? De relatief hoge productiekosten en relatief lage marges op de producten, hoge arbeidskosten. En, minsten zo belangrijk: met meer openheid en samenwerking kan de sector sneller vooruitgang boeken. “Ik moet bij bedrijfsbezoeken geregeld geheimhoudingsverklaringen ondertekenen”, vertelt Marcelis. “De sector zou veel sneller vooruitgaan als we meer met elkaar delen.”
Ondanks de uitdagingen zijn er belangrijke succesverhalen in de verticale landbouw. Bedrijven zoals 80 Acres Farms en Growy hebben laten zien dat een vertical farm haalbaar en schaalbaar kan zijn. Hoge opbrengsten, een hoge productkwaliteit en een minimale impact op het milieu zijn kenmerkend voor hun succes.
Kassen vs. vertical farms
Marcelis stelde dat er veel te leren valt van traditionele kassen. Verticale boerderijen en kassen staan beide voor vergelijkbare uitdagingen op het gebied van energie en kosten, maar de kennis en ervaring die zijn opgedaan in de glastuinbouw kunnen helpen bij het verbeteren van VA-systemen. Door synergieën tussen de twee systemen te benutten, kan de sector sneller vooruitgang boeken.
De WUR maakt zich hard voor het vergelijken van vertical farming met andere vormen van voedselproductie om tot een realistisch beeld te komen. Tijdens het panel ‘Greenhouses vs. Vertical Farms’ gingen vertegenwoordigers van vier Sky High-projectpartners in gesprek over de verschillen en overeenkomsten tussen de twee zogenaamde teeltsystemen.
Een belangrijk thema in de discussie was de locatie van verticale boerderijen. Jacob Boxhoorn (Bosman Van Zaal, een installatiebedrijf voor de agrisector) merkte op dat de keuze om een verticale boerderij of kas te bouwen, sterk afhankelijk is van de lokale omstandigheden, zoals de prijs en beschikbaarheid van grond. In gebieden waar landbouwgrond schaars of duur is, zoals Nederland, is een meerlaagse verticale farm een logische keuze. In landen waar grond overvloedig en goedkoop is, zoals India, is een kas mogelijk een meer kosteneffectieve oplossing. “Verticale landbouw is niet overal de meest voor de hand liggende oplossing: lokale omstandigheden zijn bepalend voor de keuze van het teeltsysteem.”
Het beste van twee werelden
Ook het gebruik van verlichting en substraten in beide teelsystemen kwam aan bod. Federico Puksic (Grodan) stelde dat de kennis die is opgedaan in de kasbouw ook toepasbaar is op verticale landbouw, vooral als het gaat om substraten zoals steenwol, dat in beide systemen uitstekende groeiresultaten geeft.
Ellis Janssen-van Boxtel werkt bij Signify Philips Horticulture LED Solutions. Vanuit het verlichtingsperspectief, is er een groot verschil tussen een hightech kas en een vertical farm. “Greenhouses hebben de luxe van zonlicht. Vertical farms hebben de luxe dat je helemaal kunt controleren hoeveel licht je de installatie instuurt. Als je kijkt naar marktontwikkeling – in een vertical farm kun je het lichtniveau binnen een seconde aanpassen. Daar focussen we ons dus op dynamische verlichting. Terwijl we in kassen kijken naar , wat inhoudt dat de verlichting inspeelt op het systeem. We proberen het beste van die twee werelden samen te brengen.”