Logo

De F-35 paradox: dure kwaliteit versus goedkope kwantiteit

Zolang we 40.000 euro per uur uitgeven aan de jacht op een ‘vliegende grasmaaier’, verliezen we de strijd.

Published on December 9, 2025

F35

Bron van de foto: Ministerie van Defensie

Team IO+ selecteert en brengt de belangrijkste nieuwsverhalen over innovatie en technologie, zorgvuldig samengesteld door onze redactie.

Afgelopen weekend klonk er geraas boven Volkel. Twee F-35’s van de Koninklijke Luchtmacht kozen het luchtruim voor een zogenaamde QRA (Quick Reaction Alert). De aanleiding? Een melding van een drone. Hoewel het object uiteindelijk geen directe dreiging vormde, legt dit incident een pijnlijke economische en strategische realiteit bloot: onze huidige defensiedoctrine is financieel onhoudbaar in de moderne oorlogsvoering.

Het nieuwsbericht van afgelopen zondag lijkt op het eerste gezicht een bewijs van paraatheid. Het systeem werkt; er is een melding en onze beste jachtvliegtuigen gaan de lucht in. Maar wie de rekenmachine erbij pakt, ziet een zorgwekkende asymmetrie.

De economie van de luchtslag

Laten we de cijfers op een rij zetten. Een vlieguur met een F-35 Lightning II kost - afhankelijk van de rekenmethode en variant - circa 40.000 euro. Een Iraanse Shahed-drone, het type dat door Rusland veelvuldig wordt ingezet tegen Oekraïne heeft een geschatte aanschafprijs van rond de 80.000 euro.

De rekensom is ontnuchterend: zodra een F-35 twee uur in de lucht hangt om te patrouilleren of te zoeken naar een dreiging, hebben we het equivalent van een volledige vijandelijke aanvalsdrone 'verbrand' aan brandstof en onderhoud. En dan hebben we de munitie nog niet eens meegerekend. Een enkele AIM-120 AMRAAM-raket kost al snel een miljoen euro. Een drone van 80.000 euro neerhalen met een raket van een miljoen, afgevuurd door een platform dat 40.000 euro per uur kost, is economische zelfmoord.

De les uit Oekraïne: Drone vs. Drone

In Oekraïne, waar deze economische wetten dagelijks op het slagveld worden getest, heeft men deze les al geleerd. Daar worden kostbare straaljagers zelden ingezet voor drone-interceptie. Het is simpelweg niet efficiënt.

In plaats daarvan zien we een verschuiving naar 'drone-tegen-drone' oorlogsvoering. Oekraïne zet steeds vaker eigen, goedkope drones in om Russische verkennings- en aanvalsdrones uit de lucht te halen. Innovaties zoals de Atreyd AI drone wall en het gebruik van FPV-drones voor luchtdoelbestrijding tonen aan dat de oplossing voor een goedkoop probleem ook goedkoop moet zijn. Ook langeafstandsoperaties worden niet uitgevoerd met dure vliegtuigen, maar met systemen zoals de Liutyi, een relatief goedkope drone van Oekraïense makelij.

Het scenario van de 52 F-35's

Nederland beschikt straks over een vloot van 52 F-35’s. Dit zijn technologische wonderen, ontworpen voor luchtoverwicht en precisiebombardementen in zwaar verdedigd gebied. Maar in een asymmetrisch conflict zijn ze kwetsbaar.

Stel u een hypothetisch scenario voor: een tegenstander vuurt een zwerm van 100 goedkope drones af op strategische doelen in Nederland. De totale kosten voor de aanvaller bedragen misschien 8 miljoen euro.
Zelfs als we al onze F-35's in de lucht krijgen, kunnen ze onmogelijk alle doelen onderscheppen zonder hun munitievoorraad direct uit te putten. De logistieke keten loopt vast, de kosten exploderen en de zwerm komt er deels doorheen. In de economie van oorlogsvoering wint goedkope kwantiteit het hier van dure kwaliteit. We zijn nergens als we proberen muggen te doden met kanonskogels.

Innovatie als noodzaak

Het incident boven Volkel moet daarom niet gezien worden als een succesvolle interceptie, maar als een waarschuwing. Het laat zien dat we een gapend gat hebben in onze defensie: een kostenefficiënte laag voor de bestrijding van massale, goedkope dreigingen.

De oplossing ligt niet in meer staal, maar in slimmere software en autonome systemen. Dit is precies het domein waar Nederlandse en internationale tech-bedrijven nu in springen. We schreven eerder al over hoe partijen als Intelic AI de regels van drone-oorlogvoering herschrijven door slimme netwerken te creëren die sneller reageren dan een menselijke piloot.

Daarnaast is de fysieke interceptie aan verandering onderhevig. Waar de F-35 tekortschiet in kostenefficiëntie, bieden autonome grond- en luchtsystemen een uitkomst. Een voorbeeld hiervan is hoe bedrijven als Fiducial met autonome systemen de strijd tegen drones aangaan. Deze systemen kunnen 24/7 operationeel zijn tegen een fractie van de kosten van een bemand gevechtsvliegtuig.

De toekomst van onze veiligheid hangt niet alleen af van het hebben van het beste vliegtuig ter wereld. Het hangt af van het hebben van het juiste antwoord op de dreiging. Zolang we 40.000 euro per uur uitgeven om te jagen op een 'vliegende grasmaaier', voeren we een strijd die we op de lange termijn – economisch en strategisch – zullen verliezen.