Brancheorganisaties vragen investering in digitale infrastructuur
"Als Nederland digitaal koploper wil blijven, moeten we nú investeren in infrastructuur, innovatie en ruimte", aldus Stijn Grove.
Published on May 17, 2025

Team IO+ selecteert en brengt de belangrijkste nieuwsverhalen over innovatie en technologie, zorgvuldig samengesteld door onze redactie.
Nederland moet snel werk maken van investeringen in digitale infrastructuur om ook in de nabije toekomst economisch relevant te blijven. Dat stellen Digitale Infrastructuur Nederland (DINL), Dutch Data Center Association (DDA), BTG voor IT en communicatietechnologie en Fiber Carrier Association (FCA) in een brief aan de Tweede Kamer.
"De noodzaak van een investeringsagenda is groot", zegt Marijn van Vliet, directeur van DINL. "Het rapport Draghi is duidelijk over de opgave die er Europabreed ligt: een jaarlijkse investeringsbehoefte van 750-800 miljard euro om de Europese concurrentiepositie toekomstbestendig te maken. Nederland moet nu investeren in haar digitale infrastructuur om economisch te profiteren van ontwikkelingen zoals kunstmatige intelligentie, quantum computing en edge-computing. Zonder een duidelijke investeringsagenda mist Nederland economische kansen en de mogelijkheid om eigen publieke waarden te borgen in de digitale toekomst."
Urgentie
De ondertekenaars van de brief wijzen onder meer op het feit dat de laatste intercontinentale zeekabels tussen Nederland en de V.S. aan het einde van hun levensduur zijn en er geen plannen zijn voor vervanging. Daarnaast is vooralsnog geen zicht op financiering voor een van de vier AI-gigafactories in Nederland. Ook zorgen problemen op het energienet voor forse knelpunten. De urgentie is groot en uitstel kostbaar.
"Als Nederland digitaal koploper wil blijven, moeten we nú investeren in infrastructuur, innovatie en ruimte", aldus Stijn Grove, directeur van de DDA. "Zonder gericht beleid en structurele investeringen verliezen we terrein - onze ambities op het gebied van AI en digitale soevereiniteit worden dan onhaalbaar. Internationale bedrijven kiezen steeds vaker voor andere landen vanwege de extreme netcongestie, met in Nederland de langste wachttijd van Europa, en het gebrek aan duidelijk beleid rond datacenters. Het Competitiveness Compass is een wake-up call: dit is het moment om door te pakken. Alleen met strategisch aangewezen locaties — met ruimte, grond en stroom — kunnen we duurzame groeilocaties voor multifunctionele datacenter-campussen realiseren."
"Digitale soevereiniteit en economische weerbaarheid zijn niet vanzelfsprekend. Om dit te behouden en bestendigen, moeten we nu de fundamenten van onze digitale infrastructuur verstevigen door gericht te investeren", stelt Petra Claessen, voorzitter van BTG. "Niet alleen voor de technologie van morgen zoals AI en quantum, maar vooral om publieke waarden en maatschappelijke inclusie te borgen. De digitale transitie raakt alle sectoren. Daarom pleiten wij voor een integrale aanpak waarin overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen gezamenlijk optrekken. Alleen zo bouwen we aan een toekomstbestendige samenleving waarin technologie ten dienste blijft staan van onze samenleving."
Aanbevelingen
De meest in het oog springende aanbevelingen in de brief zijn onder meer:
1. Oprichting van een ‘digitaal infrastructuur fonds’ om investeringen in digitale infrastructuur te financieren en cofinanciering beschikbaar te hebben voor het aantrekken van Europese middelen. Dit fonds zou zich moeten richten op de aanlanding van nieuwe intercontinentale zeekabels en de ontwikkeling van multifunctionele datacenter-campussen op geschikte locaties.
2. Ontwikkeling van een publiek-private investeringsstrategie gericht op het aantrekken van een Europese AI-fabriek en deelname aan Europese IPCEI-projecten zoals de al lopende projecten MISD (secure by design edge-computing infrastructuur) en ECOFED (Europees cloud-ecosysteem). Hierbij horen ook investeringen in Europese open source alternatieven voor veelgebruikte clouddiensten.
3. Verdieping van het ondernemers- en investeringsklimaat voor digitale innovatie, met aandacht voor regelgeving rondom aandelen als loon, meer investeringsmogelijkheden voor pensioenfondsen in R&D-activiteiten, en de invoering van de ‘New Competition Tool’ om concurrentieproblemen in digitale markten aan te pakken.