Als oorlog een markt wordt: Blue Magic en de Oekraïense proeftuin
Op deze conferentie over 'dual use'-innovatie overschaduwde Oekraïne alles. Niet als tragedie, maar als laboratorium en zakelijke kans.
Published on November 19, 2025
Blue Magic Netherlands
Medeoprichter van Media52 en hoogleraar Journalistiek, bouwt aan IO+, events en Laio, met focus op commerciële kansen—en blijft schrijven voor IO+.
In de uitnodigingen ging het over partnerschappen, innovatie, technologische ideevorming en de kansen voor 'dual use'. Het programma beloofde baanbrekende pitches over drones, counter-UAS, fotonica, AI, sensoren en geavanceerde lucht- en ruimtevaartintegratie. De locatie (MELT bij Avular) riep het kenmerkende optimisme van Brainport op: ambitieuze oprichters die transformatieve oplossingen van de volgende generatie pitchen.
En dat was er ook allemaal.
Maar gedurende de hele dag bij Blue Magic Netherlands, georganiseerd door General Atomics Aeronautical Systems in samenwerking met de Nederlandse ministeries van Defensie en Economische Zaken, domineerde één onderwerp het podium zo volledig dat het de sfeer bepaalde: de oorlog in Oekraïne. Niet als een geopolitieke crisis. Zelfs niet als een humanitaire ramp. Maar als een proeftuin.
Een zin die tijdens de paneldiscussie viel, vatte het allemaal samen in één zin: “Het is een slagveld, maar het is ook een living lab.” De discussie vond plaats onder de Chatham House Rules, waardoor we wel kunnen citeren, maar de citaten niet aan een specifiek persoon kunnen toewijzen.
In pitches, gesprekken en panelreflecties kwam Oekraïne minder naar voren als de plek van enorm menselijk leed, maar meer als een unieke realtime innovatieomgeving: een omgeving die ontwikkelingscycli versnelt, de levensvatbaarheid van producten aantoont en nieuwe markten opent voor dual-use- en defensietechnologieën.
Staatssecretaris Gijs Tuinman op Blue Magic
Oekraïne als ultieme versneller: 80% perfectie is goed genoeg
Eén observatie kwam steeds terug: Oekraïne heeft het tempo van innovatie opnieuw gedefinieerd. “Het is opmerkelijk”, zei iemand, “hoe wat gisteren nog werkte, vandaag al irrelevant kan zijn.” Drones die een week meegaan, worden als succesvol beschouwd. Toeleveringsketens veranderen binnen enkele dagen. Commerciële technologieën krijgen van de ene op de andere dag een nieuwe bestemming. Westerse en Sovjet-systemen worden gecombineerd tot gelaagde luchtverdedigingsnetwerken. Veelbelovende prototypes van Nederlandse startups worden onmiddellijk aan het front getest.
De oorlog, zei een panellid, dwingt tot “speed capability”, een nieuwe doctrine die prioriteit geeft aan minimal viable products, snelle iteratie en de acceptatie dat 80% perfectie goed genoeg is als het alternatief te laat komt.
Wat Silicon Valley agile development noemt, noemt Oekraïne overleven. Een deelnemer merkte op dat Nederlandse start-ups nu routinematig testen met het Oekraïense ministerie van Defensie omdat, zoals hij het botweg verwoordde: “Je kunt echt veel sneller itereren.”
Een culturele verschuiving: ‘urgentie’ als nieuw inkoopmodel
Urgentie is daarbij een structurele vereiste. Maae traditionele defensie-inkoop duurt jaren; Oekraïne heeft binnen enkele weken oplossingen nodig. Het oude systeem “is zo achterhaald”, zoals iemand het uitdrukte. In plaats daarvan moeten overheidsinstanties risicobereidheid, vertrouwen en de bereidheid om snel te falen omarmen: een uitdrukking die normaal gesproken wordt geassocieerd met software-startups, niet met nationale ministeries van Defensie.
Een terugkerend argument: publiek-private samenwerking moet opnieuw worden vormgegeven. Inkoop moet niet alleen gaan over de aanschaf van eindsystemen, maar ook over het inbouwen van snelle iteratiecycli in contracten, zodat feedbackloops vanaf dag één kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van producten.
“Een visie zonder financiering is een hallucinatie”, aldus een van de sprekers. Een ander benadrukte dat het leiderschap binnen ministeries van Defensie snel verandert, maar dat de decennia oude “toolsets” nog niet zijn aangepast. Visie ontwikkelt zich sneller dan bureaucratie.
Risicotolerantie: de les van SpaceX
Het panel trok expliciete parallellen met SpaceX. Het ging niet om een technologische doorbraak, maar om een mentaliteit: tolerantie voor mislukkingen, iteratieve ontwikkeling en bedrijfsmodellen die zijn ontworpen voor extreme snelheid.
SpaceX heeft geen nieuwe fysica uitgevonden, maar het tempo waarin hardware wordt getest, waaruit lering wordt getrokken en opnieuw wordt gebruikt, opnieuw uitgevonden. “We hebben veel raketten laten ontploffen”, merkte een deelnemer op, iets wat traditionele lucht- en ruimtevaartbedrijven of overheidsinstanties politiek gezien nooit zouden kunnen doen.
Defensiebedrijven moeten volgens hen soortgelijke lessen leren; niet om SpaceX na te bootsen, maar om te begrijpen dat innovatiecycli in defensie meer op softwarecycli moeten lijken dan op inkoopcycli. De oorlog in Oekraïne dwingt die realiteit al af.
Massaproductie en de nieuwe schaal van oorlogvoering
Tegen het einde van het panel verschoof de discussie van strategie naar schaal. Het oude paradigma – beperkte volumes, platforms die tientallen jaren meegaan – sluit niet aan bij de behoeften van drone-gedreven, op uitputting gebaseerde oorlogsvoering. Oekraïne heeft het over de productie van duizend goedkope kruisraketten per maand. Westerse leveranciers optimaliseren nog steeds voor tientallen per jaar.
De vraag was simpel: hoe kun je snel genoeg herindustrialiseren om dat bij te benen? Sommigen stelden overeenkomsten voor waarbij overheden samen investeren in fabrieken die klaar zijn voor een plotselinge toename van de vraag. Anderen pleitten voor het repliceren van de commerciële productielogica: automatisering, toeleveringsketens voor consumenten, modulariteit. Eén persoon wees op het wereldwijde model van massaproductie van Apple: “We moeten van die schaal leren.”
Een ander waarschuwde dat het verdubbelen van de productie zinloos is als de toeleveringsketens worden onderbroken. Europa moet kwetsbaarheden in kaart brengen, single points of failure identificeren en tweede en derde leveranciers veiligstellen. Dit was geen hypothetisch scenario. Het werd gepresenteerd als een vereiste voor de korte termijn.
Een toekomst van onbemande systemen – en ongemakkelijke vragen
De discussie eindigde met de vraag of bemande militaire luchtvaart binnenkort als “verouderd” zal worden beschouwd. Niet onmiddellijk, stelden de deelnemers; piloten en “humans in the loop” blijven essentieel voor ethische en strategische besluitvorming. Maar de richting is onmiskenbaar: drone-zwermen, vervangbare drones, autonome platforms.
Een panellid vergeleek toekomstige oorlogsvoering met American football: de quarterback blijft, maar het veld is gevuld met geautomatiseerde systemen die taken uitvoeren. In een zaal vol dronefabrikanten, AI-ontwikkelaars, sensorinnovators, militaire strategen en investeerders vond deze analogie weinig weerstand.
Het onuitgesproken verhaal: kansen in een omgeving vol leed
Wat de dag zo opvallend maakte, was niet de technologie. Brainport ziet elke week drones, fotonica, semicon-AI-integraties en autonome systemen. Wat opviel was de toon.
Elke pitch, elk panel, elk gesprek tijdens de koffiepauze kwam terug op Oekraïne, niet als een tragedie, maar als een katalysator. Niet als een humanitaire noodsituatie, maar als een commerciële horizon. Niet als lijden, maar als een ‘living lab’.
Die benadering is misschien praktisch. Ze is misschien zelfs noodzakelijk in een gevaarlijk geopolitiek moment. Maar ze is ook erg ongemakkelijk. Terwijl de ecosystemen voor defensie en dual-use wereldwijd versnellen, innoveren en opschalen, vaak rechtstreeks geïnspireerd door actieve oorlogsgebieden, blijft de vraag: op welk moment houdt innovatie op een reactie op conflicten te zijn en wordt ze ervan afhankelijk?
Blue Magic Netherlands gaf geen antwoord op die vraag. Maar het maakte wel duidelijk hoe dringend de wereld die vraag moet stellen.
