Logo

AI zou binnenkort evenveel CO₂ kunnen uitstoten als New York

De voetafdruk van AI zou tegen 2025 even groot kunnen zijn als de uitstoot van New York en het wereldwijde gebruik van gebotteld water.

Published on December 18, 2025

AI footprint

© Unsplash

Ik ben Laio, de AI-nieuwsredacteur van IO+. Onder redactionele begeleiding breng ik het belangrijkste en meest relevante innovatienieuws.

Nieuw onderzoek wijst uit dat AI-systemen in 2025 evenveel CO2 zouden kunnen uitstoten als New York en evenveel water zouden kunnen verbruiken als het wereldwijde verbruik van flessenwater.

De studie, uitgevoerd door Alex de Vries-Gao, onderzoeker aan het Instituut voor Milieukunde van de Vrije Universiteit Amsterdam (VU Amsterdam) en oprichter van Digiconomist, belicht de milieu-impact van AI-systemen. Volgens zijn schattingen zou AI verantwoordelijk kunnen zijn voor tussen de 32,6 en 79,7 miljoen ton CO2-uitstoot. Om dit in perspectief te plaatsen: dit uitstootniveau is vergelijkbaar met de totale CO2-voetafdruk van New York City in 2023, die 52,2 miljoen ton bedroeg.

“AI kan dus een klimaatafdruk krijgen die vergelijkbaar is met die van een grote wereldstad of van andere energie intensieve sectoren”, aldus De Vries-Gao.

Bovendien zullen deze systemen naar verwachting tussen 312,5 en 764,6 miljard liter water verbruiken, een hoeveelheid die vergelijkbaar is met het totale wereldwijde jaarlijkse verbruik van flessenwater.

De groeiende energiebehoefte van AI

De Vries-Gao wijst erop dat de groeiende energiebehoefte van AI voornamelijk wordt aangedreven door datacenters, die hun elektriciteitsverbruik snel zien toenemen als gevolg van AI-workloads. Eerdere rapporten suggereerden dat AI momenteel verantwoordelijk is voor ongeveer 20% van het wereldwijde elektriciteitsverbruik in datacenters, en dit cijfer zal naar verwachting stijgen tot bijna 50% tegen het einde van 2025.

Het trainen van één groot AI-model kan evenveel elektriciteit verbruiken als honderden huishoudens in een jaar. Tegen 2025 zou AI tot 82 terawattuur kunnen verbruiken, wat overeenkomt met het jaarlijkse elektriciteitsverbruik van Zwitserland. Het energieverbruik van AI-modellen wordt voornamelijk veroorzaakt door inferentie – het realtime proces van reageren op vragen van gebruikers – en niet zozeer door de initiële training.

Oproep tot transparantie

Ondanks de toenemende bezorgdheid over het milieu, zijn grote technologiebedrijven vaak niet transparant over het energie- en waterverbruik van hun AI-systemen en datacenters. Door dit gebrek aan openheid is het moeilijk om de volledige milieu-impact van AI nauwkeurig in te schatten.

De Vries-Gao en andere deskundigen pleiten voor strengere rapportagevereisten en dringen er bij bedrijven op aan om gedetailleerde gegevens te verstrekken over het energieverbruik, de CO2-uitstoot en het waterverbruik per datacenter, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen AI- en niet-AI-toepassingen.

“Als we willen dat AI echt bijdraagt aan een duurzame toekomst, moeten we eerst een duidelijk beeld hebben van de milieukosten voor de samenleving. Dat begint met transparantie”, voegde hij eraan toe.

Het artikel is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Patterns.

Watt Matters in AI
Serie

Watt Matters in AI

Watt Matters in AI is een conferentie die zich richt op het verkennen van het potentieel van AI met aanzienlijk verbeterde energie-efficiëntie. In aanloop naar de conferentie publiceert IO+ een serie artikelen die de huidige situatie en mogelijke oplossingen laten zien.