Logo

Afscheidscollege Jan Anthonie Bruijn: 'Vertrouwen is de basis van wetenschap en bestuur'

“Wetenschappelijke kennis raakt gepolitiseerd, ondanks dat wetenschappers meestal niet op de stoel van beleidsmakers willen zitten."

Published on February 2, 2025

jan anthonie bruijn © Leiden University

Jan Anthonie Bruijn, afscheidscollege 31 januari 2025 © Leiden University

Is medeoprichter en mede-eigenaar van Media52 en hoogleraar Journalistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij bouwt aan alle takken van ons bedrijf - IO+, events, Laio - en focust op de commerciële kansen. Daartussendoor blijft hij gewoon zijn artikelen voor IO+ schrijven.

Voor veel afscheid nemende hoogleraren biedt het laatste college vaak nog een mogelijkheid om vanuit de eigen expertise een blik op de wereld los te laten. Prof.dr. Jan Anthonie Bruijn, hoogleraar in de Immunopathologie aan de Rijksuniversiteit Leiden, nam die kans afgelopen vrijdag met beide handen aan. Vanzelfsprekend ging hij in op het belang van wetenschap en kennis in deze onrustige tijden, maar hij had ook volop oog voor de verbinding van die elementen met de maatschappij. Zijn zorgen over de wijze waarop de politiek momenteel tegen de academische wereld en die van de waarheidsvinding in het algemeen aankijkt, stak hij niet onder stoelen of banken. Bruijn is namens de VVD voorzitter van de Eerste Kamer.

Het afscheidscollege

Prof.dr. Jan Anthonie Bruijn sprak afgelopen vrijdag zijn afscheidscollege uit in Leiden, getiteld Lessen op snijvlakken. In aanwezigheid van prominenten uit de wetenschap, de politiek en het maatschappelijk middenveld reflecteerde hij op zijn loopbaan en de bredere betekenis van wetenschap en bestuur. Zijn rede was doorspekt met wijze lessen, scherpe observaties en een oproep tot maatschappelijke betrokkenheid.
Bruijn was hoogleraar in de Immunopathologie aan de Rijksuniversiteit Leiden, in het bijzonder die van de nier. Hij vervulde bestuurlijke, toezichthoudende en vertegenwoordigende functies in de zorg, het onderwijs, de wetenschap en het openbaar bestuur. Bruijn is namens de VVD voorzitter van de Eerste Kamer.

Bruijn benadrukte tijdens zijn afscheidscollege het belang van maatschappelijke betrokkenheid voor academici. Tegelijkertijd kan de wereld volgens hem niet zonder de interdisciplinaire inzet van kennis bij maatschappelijke vraagstukken. "De vele startups en scale-ups op onze snelgroeiende biomedische campus laten zien dat de kolom van fundamenteel onderzoek tot grootschalige, praktische toepassing steeds beter werkt. En dat is mede dankzij de zogenaamde triple helix: het snijvlak van wetenschap, overheid en bedrijfsleven, in de context van een sterke regio."

De levende en ademende universiteit

Een van de kernboodschappen van Bruijn was dat een universiteit niet alleen een kennisinstituut is, maar een dynamische, maatschappelijk betrokken omgeving moet zijn:

“Een levende universiteit is ook een ademende universiteit. Als individuele dokter, onderzoeker en docent is het voor het bereiken van je doelstellingen belangrijk om deel te nemen aan het maatschappelijk debat. Uitleggen wat je doet en waarom. Nieuwe vragen ophalen. Ik ben tot de conclusie gekomen, dat die boodschap explicieter in onze opleidingen kan en moet zitten.”

Bruijn pleitte voor een ‘maatschappelijke leerlijn’ binnen alle curricula, inclusief specialistenopleidingen, zodat wetenschap en praktijk meer in verbinding staan met de samenleving.

Wetenschappelijke nieuwsgierigheid als fundament

In zijn rede benadrukte Bruijn het belang van academische nieuwsgierigheid en het kritisch bevragen van bestaande kennis:

“Juist die nieuwsgierigheid, het ‘willen weten’ is het fundament van de wetenschap. De kennisrand opzoeken en vandaar verder. Twijfel, hoe vermoeiend ook, is de basis voor vooruitgang. Verwondering het begin van inzicht. Laat die academische nieuwsgierigheid niet eroderen, is mijn oproep vandaag aan bestuurders en subsidiegevers.”

Hiermee stelde hij dat wetenschappelijk onderzoek zich niet moet laten inperken door politieke of maatschappelijke druk, maar zijn autonomie en kritische functie moet behouden.

Politiek en wetenschap: een gespannen relatie

Bruijn ging in op de verstrengeling tussen wetenschap en politiek en de spanningen die hieruit voortvloeien. Hij waarschuwde voor de groeiende politisering van wetenschappelijke kennis:

“Wetenschappelijke kennis raakt gepolitiseerd, ondanks dat wetenschappers meestal niet op de stoel van beleidsmakers willen zitten. Wetenschappelijke kennis wordt door politici gebruikt om standpunten te onderbouwen. Tegelijkertijd trekken andere politici de politieke onafhankelijkheid van wetenschappelijke instellingen in twijfel. Politieke scheidslijnen lopen steeds meer langs die tegenstelling.”

Om de kwaliteit van beleidsvorming te waarborgen, pleitte hij voor een bredere en systematische doorrekening van verkiezingsprogramma’s:

“De vraag die mij bezighoudt is: zouden we dan ook niet alle verkiezingsprogramma’s altijd door het CPB en het PBL moeten willen laten doorrekenen? En daarbij dan ook de opbrengsten van kunst en cultuur, onderwijs, fundamenteel en praktijkgericht onderzoek en innovatie laten ramen?”

Volgens Bruijn zou dit bijdragen aan een meer gefundeerd debat en voorkomen dat essentiële investeringen in kennis en cultuur worden onderschat.

Het belang van de democratische rechtsstaat

Bruijn sprak ook zijn zorgen uit over het behoud van de democratische rechtsstaat, die onder druk staat door wantrouwen en polarisatie:

“De rechtsstaat beschermt ook onze waarheidsvinding, hier in de universiteit: werkelijke, vrije wetenschap. Dat was de waarschuwing van professor Rudolph Cleveringa op deze plaats op 26 november 1940.”

Hij riep jongeren op om zich in te zetten voor de samenleving en het publieke debat:

“Tegen alle jongeren hier zeg ik: jullie wens ik mildheid en goed leiderschap. Zet je talent in voor de samenleving. Steek je nek uit. Wees aanwezig in het publieke debat en het openbaar bestuur. Daag de status quo uit, maar wees zuinig op de wetenschap en op de democratische rechtsstaat.”

Vertrouwen als fundament

Tegen het einde van zijn college benadrukte Bruijn dat vertrouwen de basis is van zowel wetenschap als bestuur:

“Vertrouwen is het fundament van onze democratische rechtsorde, van vrede, veiligheid en welvaart. In de zorgeloosheid van vrijheid en veiligheid schuilt het gevaar van de verwaarlozing en het verlies ervan. Dat raakt aan geopolitieke veiligheid. Aan oorlog en vrede.”