Nationale visie nodig voor opschaling van Nederlandse tech
Nederland moet opschalen in techsectoren met concurrentievoordeel, zeggen experts.
Published on December 9, 2025
.png&w=2048&q=75)
Mauro verruilde Sardinië voor Eindhoven en volgt als GREEN+ expert de energietransitie. Hij vertelt data-gedreven verhalen en maakt series over duurzaamheid.
Het onvermogen om startups op te schalen kwam al vaak naar voren in eerdere afleveringen van deze serie: Waarom we falen. Volgens ceo's Lars Crama van InnovationQuarter en Thomas Mensink van Golden Egg Check moet dit probleem prioriteit krijgen. “We hebben geen tekort aan startups”, zegt Crama. “We hebben een tekort aan bedrijven die kunnen opschalen.”
InnovationQuarter is het economische ontwikkelbureau van Zuid-Holland. Ze helpen bedrijven groeien en investeren via vier fondsen in startups, scale-ups en innovatie.
Golden Egg Check is een startup-analist en een pre-seed venture capital (VC)-bedrijf. Elk kwartaal publiceert het bedrijf, in samenwerking met de Nederlandse Start-up Association, het Quarterly Startup Report, waarin de financieringstrends worden belicht.
In deze aflevering van Waarom we falen bespraken we de situatie en hoe het beter kan.

Waarom we falen - de worstelingen van het startup-ecosysteem
Techleap's State of Dutch Tech 2025 laat een tweedeling zien: meer scale-ups, maar minder nieuwe startups hebben € 100.000+ aan financiering binnengehaald. Grotere bedrijven en scale-ups verhuizen – vaak naar de VS – op zoek naar kapitaal en groei.
Kapitaalstromen
In het tweede kwartaal van 2025 lag het investeringsniveau op €747 miljoen, flink hoger dan eerder. Dat kwam vooral fondsen die het einde van hun investeringsperiode naderen. Maar: in het volgende kwartaal daalden de late-stage- en pre-seed-investeringen weer. Er werden toen slechts 79 deals gesloten, het laagste sinds 2020.
Toegang tot kapitaal blijft een groot probleem. Mensink noemt het een binair klimaat: startups krijgen óf snel geld, óf zitten maandenlang vast. “Investeerders geven voorrang aan bedrijven met tractie en sociale bewijskracht”, legt hij uit. “Als je niet tot de ‘inner circle’ behoort, wordt fondsenwerving een langdurig, eenzaam proces.”
Crama pleit voor gemengde financieringsmodellen – een combinatie van publiek en privaat kapitaal – om risicovolle deeptech-startups te ondersteunen. “We moeten alle belanghebbenden – particuliere investeerders, pensioenfondsen en publieke fondsen – op één lijn brengen om een naadloze financieringspijplijn te creëren."
Samenwerking tussen actoren
Mensink benadrukt ook de noodzaak van betere samenwerking tussen universiteiten, bedrijven en investeerders. “Als we deze belanghebbenden op één lijn krijgen, kunnen we onderzoek omzetten in schaalbare bedrijven."
Crama benadrukt bovendien dat Nederlandse startups meer moeten samenwerken met Europese clusters. Zo blijven Nederland én Europa concurrerend en versterken ze lokale waardeketens in batterijen, medische technologie en quantumcomputing.
Focus op wat echt belangrijk is
Volgens de CEO van InnovationQuarter is een nationale strategie voor startups en scale-ups hard nodig, met duidelijk beleid voor innovatie. “We moeten beter weten waar bedrijven zitten, hoe ze groeien en wat ze nodig hebben,” zegt hij. Daarmee kunnen prikkels worden afgestemd en versnippering worden tegengegaan. Kortom: stroomlijn de honderden organisaties in het ecosysteem.
Hij benadrukt daarnaast dat innovatie alleen toekomst heeft als we waardeketens versterken met sleuteltechnologieën. Nederland moet focussen op domeinen waar we “kansen hebben om te winnen”, en die koppelen aan regionale en internationale netwerken. Een goed voorbeeld: batterijtechnologie, waarin partijen uit Eindhoven, Delft en Rotterdam samenwerken binnen een breder Europees ecosysteem.
Mensink vindt dat Nederland zich moet richten op deeptech-ondernemingen – bedrijven die geavanceerde technologie ontwikkelen op basis van baanbrekende wetenschap en techniek. “We zijn goed in onderzoek, maar we hebben moeite om het te commercialiseren”, zegt hij. “Universiteiten moeten ondernemersvriendelijker worden en bedrijven moeten als early adopters optreden om start-ups te ondersteunen.”
Hij schetst een vliegwieleffect: laat werknemers meedelen in het succes van startups, dan worden zij later zelf oprichter of angel investor. Zo groeit het ecosysteem vanzelf. Daarvoor zijn fiscale prikkels nodig, zegt hij, want Nederland loopt daarin ver achter op landen als het Verenigd Koninkrijk.
Optimisme voor de toekomst
Crama noemt zichzelf een “serieuze optimist” en verwacht verandering voor het einde van het decennium. “In 2030 kan Nederland de thuisbasis zijn van nieuwe wereldwijde deeptech-kampioenen, de ruggengraat van onze toekomst,” zegt hij. “Maar dan moeten we groter durven denken: niet alleen startups bouwen, maar nieuwe marktleiders.”
Mensink voorspelt weliswaar een “kleine dip” in de financiering voor volgend jaar, maar is “vrij optimistisch over de toekomst” en gelooft dat het ecosysteem zich zal blijven ontwikkelen.
